Op 3 september 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in Polen, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder bedreiging, mishandeling en overtreding van een tijdelijk huisverbod. De zaak betreft vier verschillende parketnummers, waarbij de verdachte onder andere wordt beschuldigd van bedreiging van supermarktmedewerkers en mishandeling van zijn levensgezel. Tijdens de zitting op 20 augustus 2020 waren de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. H. Amrani, aanwezig. De officier van justitie, mr. G. Dankers, heeft de vordering gedaan en de rechtbank heeft de tenlastelegging besproken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 8 mei 2017 bedreigingen heeft geuit aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], en op dezelfde dag [slachtoffer 1] heeft mishandeld door een kopstoot te geven. Daarnaast heeft hij op 17 september 2018 [slachtoffer 3] mishandeld en op 17 januari 2020 zijn levensgezel [slachtoffer 4] mishandeld. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte op 11 mei 2020 in strijd met een tijdelijk huisverbod de woning van [slachtoffer 4] heeft betreden en in de periode van 9 tot en met 11 mei 2020 haar heeft mishandeld en vernielingen heeft gepleegd. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan alle tenlastegelegde feiten en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden om contact met [slachtoffer 4] te vermijden.