Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
in de richting van aangever” heeft gegooid. Tot slot heeft aangever verklaard dat – hoewel de meeste voorwerpen hem niet hebben geraakt omdat hij ze kon ontwijken – hij door (ten minste) één van de voorwerpen is geraakt.
5.Bewezenverklaring
die aan woningstichting [naam woningstichting] toebehoorden, heeft beschadigd;
6.Bewijsmiddelen
7.Strafbaarheid van de feiten
8.Strafbaarheid van verdachte
ernstig nadeel” leidt (waaronder ook wordt verstaan: het bestaan van een aanzienlijk risico op gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen). Indien een zorgmachtiging is verleend, bestaat de bevoegdheid aan een verdachte verplichte zorg te verlenen met het doel dat ernstig nadeel af te wenden. Dat betekent – kort gezegd – dat met een zorgmachtiging hetzelfde doel wordt nagestreefd als met een voorlopige machtiging als bedoeld in artikel 2 Wet Bopz (oud). Bovendien is met de voorlopige machtiging dus al voorzien in de zorg die verdachte op grond van een zorgmachtiging kan worden verleend. In dit kader is tot slot van belang dat een zorgmachtiging – eveneens – voor een maximale duur van zes maanden kan worden afgegeven.
9.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
10.Beslissing
[verdachte] ,niet strafbaar voor de bewezen verklaarde feiten en
ontslaat hem van alle rechtsvervolging.
[naam](namens Nationale Politie, eenheid [plaats] ) niet-ontvankelijk in zijn vordering.