ECLI:NL:RBAMS:2020:4492
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beslissing op klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering inzake inbeslagname van telefoons
Op 10 september 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. Het klaagschrift was ingediend door een klager, geboren in 1999 en gedetineerd, die verzocht om teruggave van twee in beslag genomen iPhones: een zwarte iPhone 8 en een grijze iPhone 6S. De klager stelde dat de inbeslagname zijn persoonlijke leven ernstig frustreerde, aangezien hij zijn agenda, bankzaken en contacten via deze telefoons beheerde. De raadsvrouw van de klager voerde aan dat er geen strafvorderlijk belang was dat zich verzette tegen de teruggave van de telefoons.
Het Openbaar Ministerie verzette zich echter tegen de teruggave, stellende dat de telefoons mogelijk gebruikt waren voor criminele doeleinden en dat het belang van strafvordering zich daartegen verzette. De officier van justitie merkte op dat de iPhone 6S een zogenaamde PGPG-telefoon was, die niet kon worden geretourneerd, en dat de iPhone 8 was gebruikt om een strafbaar feit te plegen.
De rechtbank heeft de situatie beoordeeld en vastgesteld dat er bij vonnis van 10 september 2020 in de strafzaak met parketnummer 13/728030-20 een beslissing was genomen die het beslag op de goederen had opgeheven. Aangezien er geen beslag meer rustte op de goederen van de klager, verklaarde de rechtbank de klager niet-ontvankelijk in zijn beklag. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de rechters in aanwezigheid van de griffier.