ECLI:NL:RBAMS:2020:4410

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 augustus 2020
Publicatiedatum
7 september 2020
Zaaknummer
20/1384
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • R.C.J. Hamming
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslag op auto met verborgen ruimte en de voorwaarden voor teruggave volgens de Algemene Douanewet

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 28 augustus 2020 uitspraak gedaan in een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. Het klaagschrift was ingediend door een klager, geboren in 1979, die de rechtmatige eigenaar is van een Renault Twingo, welke in beslag was genomen op 4 maart 2020 op grond van artikel 1:37 van de Algemene Douanewet. De auto was in beslag genomen omdat er vermoedens bestonden dat deze was ingericht om goederen aan het ambtelijk toezicht te onttrekken, wat werd bevestigd door de bevindingen van de verbalisant die een verborgen ruimte in de auto had ontdekt.

De klager verzocht om teruggave van de auto, stellende dat er geen strafvorderlijk belang was bij het voortduren van het beslag. Het Openbaar Ministerie verzet zich echter tegen de teruggave, verwijzend naar de aangetroffen verborgen ruimte. De douane heeft aangegeven bereid te zijn de auto terug te geven onder bepaalde voorwaarden, waaronder het verwijderen van de verborgen ruimte onder toezicht van de douane, en het betalen van kosten voor deze werkzaamheden.

De rechtbank heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de inbeslagname van de auto op goede gronden heeft plaatsgevonden. De rechtbank oordeelde dat de auto zonder rechtsvervolging aan de Staat zal vervallen, en verklaarde het beklag ongegrond. Klager werd aangespoord om met de douane afspraken te maken om aan de voorwaarden te voldoen voor de teruggave van zijn voertuig.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Proces-verbaalnummer: 2020046433-G5884896
RK: 20/1384
Beschikking op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:
[klager] ,
geboren op [geboortedag] 1979 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
woonplaats kiezend op het kantooradres van zijn raadsman, mr. J.S.W. Boorsma, Ceintuurbaan 67, 1072 EV te Amsterdam
klager, tevens beslagene.

1.Procesgang

Het klaagschrift is op 10 maart 2020 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
Het Openbaar Ministerie heeft op 20 april 2020 schriftelijk zijn standpunt kenbaar gemaakt.
In verband met de coronamaatregelen heeft met instemming van de raadsman van klager en de officier van justitie geen mondelinge behandeling plaatsgevonden. Zij zijn vervolgens in de gelegenheid gesteld om schriftelijk op elkaars standpunt te reageren.

2.Inhoud van het klaagschrift en standpunt van de verdediging

Het klaagschrift strekt tot teruggave van het in beslag genomen voorwerp, te weten:
- een personenauto (Renault Twingo) met kenteken [nummer] .
Klager is de rechtmatige eigenaar van de auto. Er wordt geen enkel strafvorderlijk belang gediend met het voortduren van het beslag op zijn auto. Deze is niet afkomstig van enig misdrijf, noch met geld uit misdrijf aangeschaft.

3.Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie verzet zich tegen teruggave van de auto aan klager, gelet op het feit dat er een verborgen ruimte is aangetroffen. De auto mag van de douane onder voorwaarden retour, hier sluit de officier van justitie zich bij aan.

4.Standpunt van de belanghebbende

[naam] , inspecteur van de douane, heeft middels een brief van 6 april 2020 medegedeeld dat de douane bereid is de auto aan klager terug te geven onder de volgende voorwaarden:
de geheime bergplaats dient ongedaan te worden gemaakt dan wel te worden verwijderd. Dit verwijderen dient onder ambtelijk toezicht van de douane te gebeuren. De werkzaamheden van de verwijdering worden uitgevoerd bij een garage naar keuze van de douane en onder toezicht van de douane. De kosten voor het verwijderen van de geheime bergplaats zullen naar schatting € 5.000,- bedragen. Deze kosten zijn voor rekening van klager en moeten worden voldaan aan de garage. Aan deze schatting kunnen geen rechten worden ontleend;
vrijwaring van de Staat voor schadeclaims zowel door de eigenaars als door derden;
betaling van een geldsom van € 1.000,- aan de douane voor de kosten van het toezicht door de douane.

5.Beoordeling

5.1
Inhoud van het dossier
Uit de stukken is het volgende gebleken.
Op 4 maart 2020 is op grond van artikel 1:37 van de Douanewet voornoemde auto in beslag genomen. Verbalisant zag de betreffende auto geparkeerd staan. Het kenteken gaf aanleiding om dit te bevragen in de computer. Er bleek een aandachtsvestiging op het voertuig te bestaan waarin stond dat het voertuig vermoedelijk over een verborgen ruimte zou beschikken. Verbalisant kan vanaf de buitenzijde zien of een Renault Twingo over een verborgen ruimte beschikt of niet. Hij zag dat de auto in kwestie een verborgen ruimte had. Het voertuig is, na enkele uren posten, in beslag genomen. Na onderzoek aan de auto bleek dat onder de beide voorstoelen een verborgen ruimte was aangebracht.
5.2
Toetsingskader
Artikel 1:37, eerste lid, van de Algemene Douanewet bepaalt dat vervoermiddelen, kennelijk ingericht of toegerust om goederen aan het ambtelijk toezicht te onttrekken […], kennelijk bestemd om goederen aan het ambtelijk toezicht te onttrekken of om een vervoermiddel tot een van de hiervoor omschreven doeleinden in te richten of toe te rusten in beslag worden genomen. Het vierde lid van het artikel bepaalt voorts dat de krachtens het eerste lid in beslag genomen vervoermiddel zonder rechtsvervolging vervalt aan de Staat.
5.3
Oordeel van de rechtbank
Gelet op de bevindingen van de verbalisant is sprake van een voertuig als bedoeld in artikel 1:37, eerste lid, van de Algemene Douanewet. De auto is op goede gronden in beslag genomen. Krachtens het vierde lid van voornoemd artikel zal de auto zonder rechtsvervolging vervallen aan de Staat.
Het beklag dient dan ook ongegrond te worden verklaard. Klager zal met de douane tot afspraken moeten komen, zodat hij aan de door de inspecteur genoemde voorwaarden kan voldoen om weer over zijn auto te kunnen beschikken.

5.Beslissing

De rechtbank komt tot de volgende beslissing.
De rechtbank verklaart het beklag
ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door
mr. R.C.J. Hamming, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. D. Spaan, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 28 augustus 2020.
Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor klager beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen bij de griffie van deze rechtbank,
binnen veertien (14) dagen na betekening van deze beschikking.