Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Feiten en procesgang
2.Standpunt van de verdediging
3.Standpunt van het Openbaar Ministerie
4.Beoordeling
5.Beslissing
ongegrond, zodat het hoger beroep van de verdachte zal worden afgewezen.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de rechter-commissaris die op 17 april 2020 de status van bedreigde getuige heeft verleend aan een getuige in de strafzaak tegen de verdachte, die wordt verdacht van betrokkenheid bij een dodelijke schietpartij op 26 januari 2018. De getuige heeft aangegeven uit vrees voor represailles uitsluitend anoniem te willen verklaren. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 1 september 2020, waarbij de verdediging grieven heeft ingediend tegen de beschikking van de rechter-commissaris. De verdediging betoogde dat de beschikking vernietigd moest worden op basis van zeven grieven, waaronder de proportionaliteit van de genomen maatregelen en de motivering van de dreiging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de rechter-commissaris de procedure correct heeft gevolgd en dat de vrees van de getuige voor represailles gerechtvaardigd is. De rechtbank heeft de grieven van de verdediging verworpen en het hoger beroep ongegrond verklaard. De beslissing van de rechter-commissaris is daarmee bevestigd, en de anonimiteit van de getuige blijft gewaarborgd.