In deze zaak heeft eiseres, de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, een beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Eiseres heeft op 13 juli 2020 beroep ingesteld, nadat verweerder niet binnen de wettelijke termijn van vier weken had beslist op haar verzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn op 8 april 2020 verstreken was en dat eiseres verweerder op 14 april 2020 in gebreke heeft gesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat het bestuursorgaan niet tijdig heeft beslist.
De rechtbank draagt verweerder op om binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit bekend te maken. Tevens wordt verweerder een dwangsom opgelegd van € 100,- per dag voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000. De rechtbank heeft ook de proceskosten van eiseres vastgesteld op € 250,50, omdat de zaak van licht gewicht is en enkel de overschrijding van de beslistermijn betreft.
De uitspraak is gedaan door mr. Y. Moussaoui, rechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan.