ECLI:NL:RBAMS:2020:4312

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 september 2020
Publicatiedatum
2 september 2020
Zaaknummer
13-665042-19
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis ontneming in strafzaak met omissie in betalingsverplichting

Op 2 september 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een herstelvonnis gewezen in de ontnemingszaak met parketnummer 13-665042-19. Dit herstelvonnis is het gevolg van een eerdere uitspraak van de meervoudige kamer van de rechtbank, die op 29 augustus 2019 werd gedaan. In het oorspronkelijke vonnis was een omissie ontdekt met betrekking tot de betalingsverplichting van de veroordeelde. De rechtbank had in het vonnis vermeld dat de veroordeelde € 250,-- (tweehonderdenvijftig euro) moest betalen, maar had nagelaten te vermelden dat dit bedrag aan de Staat moest worden betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat deze omissie onmiddellijk kenbaar was en vatbaar voor herstel. In het herstelvonnis is dan ook duidelijk gemaakt dat de veroordeelde € 250,-- aan de Staat dient te betalen. Het herstelvonnis is ondertekend door de voorzitter en kinderrechter mr. J.P.C. van Dam van Isselt, en de rechters mrs. E.M. Devis en A.G.P. van der Baan. De griffier, mr. S. Bakir, heeft het vonnis eveneens ondertekend, maar de oudste en jongste rechter waren niet in staat om het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

Rechtbank AMSTERDAM

Team Familie & Jeugd
Parketnummer: 13/665042-19 (ontneming)
Herstelvonnis gewezen naar aanleiding van het op 29 augustus 2019 door de meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam gewezen ontnemingsvonnis in de strafzaak tegen
[veroordeelde] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2001,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres [BRP-adres] .
De rechtbank is na het wijzen van het vonnis in de zaak met bovengenoemd parketnummer gebleken dat in het vonnis op pagina 3 staat:
“Legt op aan
[veroordeelde]de verplichting tot betaling van
€ 250,-- (tweehonderdenvijftig euro).”, zonder dat daarbij opgenomen is dat aan de Staat dient te worden betaald
Dit dient dus te zijn:
Legt op aan
[veroordeelde]de verplichting tot betaling van
€ 250,-- (tweehonderdenvijftig euro) aan de Staat.
Het betreft hier een onmiddellijk kenbare omissie die vatbaar is voor herstel.
Dit herstelvonnis is op 2 september 2020 gewezen door
mr. J.P.C. van Dam van Isselt, voorzitter tevens kinderrechter,
mrs. E.M. Devis en A.G.P. van der Baan, rechters,
en mr. S. Bakir, griffier,
De oudste en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.