Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
“Ineens begon [verdachte] te schreeuwen en nam hij een soort van aanvalshouding aan. Ik weet niet meer precies wat hij schreeuwde maar ik zag en voelde dat hij mij op mijn hoofd sloeg, dit deed direct heel erg veel pijn aan de linkerkant van mijn hoofd. Direct daarna gaf hij mij een klap op mijn lichaam en vervolgens duwde hij me op de grond. Ik heb last van de linkerkant van mijn lichaam omdat ik daarop viel. Nog steeds doet dit pijn.” [2]
"Ik zag dat [verdachte] de telefoon van [persoon 1] mocht lenen. Ik hoorde [persoon 1] na een tijdje weer vragen of hij zijn telefoon terug mocht hebben. [verdachte] wilde deze niet geven en ging ruzie maken met [persoon 1] . Ik zag dat [verdachte] ineens [persoon 1] een paar klappen gaf en op de grond gooide.” [3]
“Ik zag dat [verdachte] vervolgens naar de kamer liep van [persoon 3] . Wij zagen dat [verdachte] , een steel van een mop pakte en hiermee opzettelijk en met kracht tegen de deur en muur sloeg. Door dit opzettelijk gepleegde geweld is er hierdoor een gat ontstaan in de muur naast de deur van [persoon 3] .” [5]
“Terwijl wij [verdachte] stonden te progrissen, werkte hij ineens niet meer mee. Wij hadden de handen van [verdachte] vast en voelden dat [verdachte] zijn handen probeerde los te rukken. Hij rukte namelijk met kracht zijn handen achteruit, teneinde zijn handen los te krijgen uit onze greep. Wij zagen vervolgens dat [verdachte] zijn arm hief in de richting van de mannelijke collega van het cellencomplex en wij zagen dat hij met kracht zijn lichaam wierp in de richting van de mannelijke collega van het cellencomplex. Wij zagen dat hij hierbij ook zijn hoofd naar voren gooide in de richting van deze collega. Wij hebben hierop [verdachte] naar de grond gebracht en gezegd dat hij zijn verzet moest staken. Wij zagen dat [verdachte] hier niet op reageerde en wij zagen dat hij wild om zich heen begon te bewegen, terwijl hij op de grond lag. Wij hoorden [verdachte] zeggen: "Moet ik bang zijn of zo? Ik schop jullie dood." Ik, [verbalisant 1] heb aangegeven dat als hij mee zou werken, wij hem los zouden laten. Wij hoorden hem hierop zeggen: "Ik ga helemaal niets doen. Maak me los dan, ik schop jullie dood." Wij legden [verdachte] in zijn cel neer op een matras. Wij hoorden [verdachte] de gehele tijd roepen: "Ik maak jullie dood. Wacht maar tot ik vrij ben. Ik weet wie jullie zijn, ik maak jullie dood." Wij voelden ons door zijn woorden bedreigd, wij weten namelijk dat [verdachte] vaker geweld heeft gebruikt tegen collega's.” [7]
Ik, [verbalisant 3] , zei [verdachte] dat hij in het dienstvoertuig moest stappen. Ik hoorde dat [verdachte] zei dat hij dat niet zou gaan doen. Ik voelde dat [verdachte] zich hierbij krachtig met zijn boven lichaam heen en weer bewoog waardoor het mij niet lukte om [verdachte] onder controle te houden. Ik voelde dat [verdachte] zich krachtig naar voren bewoog bij het dienstvoertuig vandaan. Hierop heb ik [verdachte] bij zijn schouder vastgepakt en in het dienstvoertuig geduwd. Ik, [verbalisant 4] , was ondertussen omgelopen en via het linker achterportier op de achterbank gaan zitten. Ik pakte hierbij de armen van [verdachte] om hem verder het dienstvoertuig in te begeleiden. Ik voelde dat [verdachte] zich krachtig uitschopte met zijn benen waardoor hij op zijn rug op de achterbank van het dienstvoertuig kwam te liggen. Ik zag dat [verdachte] vervolgens enkele schoppende bewegingen maakte naar verbalisant [verbalisant 3] . Ik, [verbalisant 3] , probeerde de benen van [verdachte] in het voertuig te begeleiden. Ik probeerde hierbij de benen van [verdachte] vast te houden. Ik zag dat [verdachte] hierbij meerdere schoppende bewegingen maakte in de richting van mijn hoofd. Het lukte mij om snel met mijn hoofd weg te bewegen een schop te ontwijken. Ik voelde dat [verdachte] mij met kracht tegen de borst schopte. Ik voelde dat [verdachte] met de onderkant van zijn schoen krachtig tegen mijn veiligheidsvest schopte ter hoogte van mijn rechterborst. Ik voelde op het moment dat [verdachte] tegen mijn rechterborst aan schopte een doffe klap tegen mijn bovenlichaam.” [11]
[verdachte] schopte tegen de deur en keek mij aan, en zei: "Ik snij je piemel eraf en stop deze in je mond!" [verdachte] zei verder: "Ik zoek jullie thuis op en ik snij jullie kelen door!" Ik voelde mij aangevallen en ik voelde mij onveilig. Het gaf mij een angstig gevoel. Wij verzochten [verdachte] meerdere malen om het pand te verlaten. Direct nadat [verdachte] mij weg geduwd had schopte hij mij tegen mijn rechterbeen. [verdachte] raakte mij op mijn scheen. Ik voelde op het moment zelf niks, maar een aantal minuten later voelde ik pijn op mijn scheen. [verdachte] zei: "Ik heb een wapen en ga jullie hier wat mee aandoen!" Tijdens het dreigement waarin [verdachte] een wapen benoemde maakte [verdachte] met zijn hand het gebaar van een pistool. Tijdens het incident heb ik mij angstig gevoeld en voelde ik mij onveilig.” [16]
4.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders
- onder de wet langdurige zorg) is hetzelfde als de reclassering in haar ISD-rapportage heeft omschreven. Het enige verschil is dat de advocaat dit hals over de kop wil inzetten omdat zij van mening is dat de ISD-maatregel niet passend is. De reclassering ziet de ISD-maatregel juist als mogelijkheid om die tijd te gebruiken om een indicatie aan te vragen en betrokkene op een wachtlijst te plaatsen opdat hij vanuit detentie feilloos door kan stromen naar de geïndiceerde SGLVG instelling (zonder dat hij in die tussentijd een gevaar vormt voor de maatschappij en zichzelf).
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte] ,daarvoor strafbaar.
maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van
2 (twee) jaar.
6 (zes) maandenna aanvang van de tenuitvoerlegging van de maatregel de rechtbank zal berichten over de wenselijkheid of noodzakelijkheid van de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel.