Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[plaats detentie] .
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
6.Bewijsmiddelen
7.Strafbaarheid van de feiten
8.Strafbaarheid van verdachte
9.Motivering van de straf en maatregel
B.E.A. van der Hoorn en H.A.N. Ketwaru-Nanhekhan van 7 augustus 2020, waaruit volgt dat bij verdachte sprake is van een lichte verstandelijke beperking, een posttraumatische stressstoornis, een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met zowel antisociale als borderlinetrekken, een ernstige stoornis in het gebruik van cocaïne en alcohol en een matige stoornis in het gebruik van tabak. Gelet op het grote aantal risicofactoren – en het beperkte aantal beschermende factoren – schatten de psychiaters het recidiverisico als hoog in. Daarnaast geven zij aan dat dit kan worden verlaagd door een intensieve en gestructureerde klinische behandeling die is gericht op het vasthouden van abstinentie van middelen, emotieregulatie-problematiek, traumaverwerking, nadere diagnostiek en toewerken naar een stapsgewijze resocialisatie naar begeleid wonen, waarbij verdachte begeleiding krijgt op alle levensgebieden. Hierbij merken de psychiaters op dat geen van de in het strafkader overwogen opties – te weten een zorgmachtiging of een terbeschikkingstelling met voorwaarden – ideaal zijn. Daarbij komt dat verdachte niet voldoet aan de criteria om voor oplegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders in aanmerking te komen. Alles in overweging nemend, komen de psychiaters tot de conclusie dat het vormgeven van een zorgtraject binnen de kaders van bijzondere voorwaarden bij een (deels) voorwaardelijk strafdeel de minst negatieve impact heeft.
31 juli 2020, waaruit volgt dat de reclassering zich aansluit bij de conclusie en het strafadvies van de psychiaters. Daarom adviseert de reclassering verdachte te veroordelen tot een (deels) voorwaardelijke straf met de bijzondere voorwaarden meldplicht bij de reclassering, meewerken aan een eventuele opname in een zorginstelling, meewerken aan ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname), meewerken aan verdiepingsdiagnostiek, meewerken aan middelencontrole en verblijven in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang.
- in zaak B € 576,67,
- in zaak C € 614,42 en
- in zaak D € 816,25,
27 april 2020 tot aan de dag der algehele voldoening.
De rechtbank waardeert deze op € 576,67 (vijfhonderdzesenzeventig euro en zevenenzestig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 april 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening.
De rechtbank waardeert deze op € 614,42 (zeshonderdveertien euro en tweeënveertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 april 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening.
De rechtbank waardeert deze op € 816,25 (achthonderdzestien euro en vijfentwintig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 april 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte] ,daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
1 (één) maand, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit nodig acht, daaronder begrepen.
- zich binnen drie werkdagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Inforsa op het adres [adres 2] . Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt en houdt zich aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft;
- zijn medewerking dient te verlenen aan het aanvragen van een indicatiestelling en eventueel aan de daaruit voortvloeiende plaatsing voor een klinische behandeling als dat is geïndiceerd door het IFZ/NIFP. Veroordeelde laat zich dan opnemen in zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt een jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- zich laat behandelen door Inforsa of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Bij bijvoorbeeld terugval in middelengebruik of ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld ontstaat een grote kans op risicovolle situaties. Dan kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie of observatie. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een klinische opname indiceert, laat veroordeelde zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing;
- zal meewerken aan verdiepingsdiagnostiek gericht op een onderzoek naar de persoonlijkheid. Dit verdiepingsonderzoek kan worden verricht door Inforsa of een soortgelijke instelling;
- verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en cocaïne om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd en op welke andere middelen.
[Naam B.V.] B.V.toe tot € 576,67 (vijfhonderdzesenzeventig euro en zevenenzestig eurocent), bestaande uit materiële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (27 april 2020) tot aan de dag van de algehele voldoening.
[Naam B.V.] B.V.voornoemd, het toegewezen bedrag te betalen.
[Naam B.V.] B.V.toe tot € 614,42 (zeshonderdveertien euro en tweeënveertig eurocent), bestaande uit materiële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (24 april 2020) tot aan de dag van de algehele voldoening.
[Naam B.V.] B.V.voornoemd, het toegewezen bedrag te betalen.
[Naam B.V.] B.V.toe tot € 816,25 (achthonderdzestien euro en vijfentwintig eurocent), bestaande uit materiële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (12 april 2020) tot aan de dag van de algehele voldoening.
[Naam B.V.] B.V.voornoemd, het toegewezen bedrag te betalen.