Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Inleiding
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
9.Ten aanzien van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
‘kosten opvragen medische informatie huisarts’en
‘kosten opvragen medische informatie fysiotherapeut’ten aanzien waarvan zij zich heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De overige posten zijn onvoldoende onderbouwd. De raadsvrouw heeft bepleit dat van de post
‘reiskosten’de kosten naar de fysiotherapeut van € 19,66 moeten worden afgetrokken.
‘huishoudelijke hulp’vindt de rechtbank het niet aannemelijk dat de benadeelde partij € 200,- per maand aan zijn moeder betaalt als gevolg van het bewezenverklaarde feit, nu hij ter zitting heeft verklaard dat hij al sinds twee jaren bij zijn moeder woont en uit de medische informatie bovendien niet blijkt dat hij helemaal niets meer kan. Uit de medische informatie kan de rechtbank niet afleiden dat de pijn aan de linker pink van de benadeelde partij door het bewezenverklaarde feit is veroorzaakt.
10.Ten aanzien van de vordering tot tenuitvoerlegging
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
9(
negen) maanden.
3 (drie) maanden, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
proeftijdvan
2 (twee) jarenvast.
- verdachte zal zich gedurende de volledige proeftijd melden bij Inforsa reclassering, zo vaak en zolang als de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te oefenen;
- verdachte zal zich gedurende de proeftijd of zoveel korter als de reclassering dat nodig vindt, onder behandeling stellen van FACT Inforsa of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, ook als dat inhoudt het voeren van gesprekken met de psycholoog van FACT of een kortdurende klinische opname voor maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt.
- verdachte zal gedurende de proeftijd ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- verdachte zal gedurende de proeftijd medewerking verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
dadelijk uitvoerbaarzijn.
toetot
€ 10.309,19(tienduizenddriehonderdnegen euro en negentien cent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening, waarvan
€ 309,19(driehonderdnegen euro en negentien cent) aan vergoeding van materiële schade en
€ 10.000,-(tienduizend euro) aan vergoeding van immateriële schade.
€ 10.309,19 (tienduizenddriehonderdnegen euro en negentien cent)te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van
maximaal een week. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
toetot een bedrag van
€ 250,- (tweehonderdvijftig euro)aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening..
€ 250,- (tweehonderdvijftig euro)te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van
maximaal 5 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
gevangenisstraf van 1 (één) maand.