Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
De opgeëiste persoon is bijgestaan door haar raadsman, mr. C.J.M. Jansen, advocaat te Tilburg en door een tolk in de Italiaanse taal.
Ten aanzien van de vordering heeft de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd.
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Bij e-mail van 10 december 2019, 16:27 uur heeft de uitvaardigende justitiële autoriteit – in tegenstelling tot het eerdere bericht van 10 december 2019, 13:10 uur – bevestigd dat het EAB zijn grondslag vindt in het nationaal aanhoudingsbevel, ook al zijn beide bevelen op dezelfde dag uitgevaardigd. Aan de eisen zoals geformuleerd in het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 1 juni 2016 (C-241/15, Bob-Dogi), ECLI:EU:C:2016:385 is voldaan.
4.Strafbaarheid.
georganiseerde of gewapende diefstal
‘het wanbedrijf van onderdrukking van documenten’, strafbaar gesteld in § 229 lid 1 van het Oostenrijks Wetboek van Strafrecht en bedreigd met een vrijheidsstraf voor de duur van maximaal één jaar (zo blijkt uit een e-mail van de uitvaardigende justitiële autoriteit van 10 december 2019, 13:10 uur).
‘het wanbedrijf van verwijdering van niet-contante betaalmiddelen’, strafbaar gesteld in § 241e, lid 3 van het Oostenrijks Wetboek van Strafrecht en bedreigd met een vrijheidsstraf voor de duur van maximaal één jaar (zo blijkt uit dezelfde e-mail van de uitvaardigende justitiële autoriteit van
10 december 2019, 13:10 uur).
diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.
5.Slotsom
6.Toepasselijke wetsartikelen
7.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan het Openbaar Ministerie te Wenen, Oostenrijk.