ECLI:NL:RBAMS:2020:3742

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 juli 2020
Publicatiedatum
30 juli 2020
Zaaknummer
C/13/687141 / KG ZA 20-635
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis in kort geding over rechtsgeldige vertegenwoordiging van gedaagde partij

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Amsterdam op 30 juli 2020, is een tussenvonnis gewezen in een kort geding tussen eiseres en de stichting Woningstichting Eigen Haard. Eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. van Eck, heeft de dagvaarding toegelicht tijdens de mondelinge behandeling op 23 juli 2020. De gedaagde partij, Eigen Haard, was vertegenwoordigd door een medewerker van een deurwaarderskantoor, wat aanleiding gaf tot juridische discussie over de rechtsgeldigheid van deze vertegenwoordiging.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat volgens het procesreglement de gedaagde partij in kort geding alleen kan verschijnen bij advocaat of in persoon. De medewerker van het deurwaarderskantoor was niet rechtsgeldig gemachtigd om Eigen Haard te vertegenwoordigen, wat door mr. Van Eck werd aangevoerd. De voorzieningenrechter heeft de zaak pro forma aangehouden om Eigen Haard de gelegenheid te geven rechtsgeldig te verschijnen, hetzij door een advocaat, hetzij door een bevoegd personeelslid.

De voorzieningenrechter heeft partijen opgedragen om hun verhinderdata voor de maand augustus 2020 door te geven aan de griffier, en heeft iedere verdere beslissing aangehouden. Dit tussenvonnis is openbaar uitgesproken op 30 juli 2020 door mr. H.C. Hoogeveen, met mr. M. Veraart als griffier.

Uitspraak

tussenvonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/687141 / KG ZA 20-635 HH/MV
Tussenvonnis in kort geding van 30 juli 2020
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres bij dagvaarding van 16 juli 2020,
advocaat mr. M. van Eck te Amsterdam,
tegen
de stichting
WONINGSTICHTING EIGEN HAARD,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
verschenen bij [medewerker deurwaarderskantoor] van De Klerk Vis Niekus Gerechtsdeurwaarders.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Eigen Haard worden genoemd.

1.De procedure

Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding op 23 juli 2020 heeft [eiseres] de dagvaarding toegelicht. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht. Eigen Haard heeft tevens een pleitnota in het geding gebracht.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig mr. Van Eck en [medewerker deurwaarderskantoor] .
Na verder debat is vonnis bepaald op 6 augustus 2020. Nadien zijn partijen ervan in kennis gesteld dat op 30 juli 2020 dit tussenvonnis wordt gewezen.

2.De beoordeling

2.1.
[eiseres] vordert – kort gezegd – Eigen Haard te verbieden om tot executie over te gaan van het vonnis van de kantonrechter van deze rechtbank van 30 juni 2016, voor zover die executie ziet op ontruiming van de door [eiseres] van Eigen Haard gehuurde woning aan de [adres] te [woonplaats] . In de procedure bij de kantonrechter en in het traject daarna heeft Eigen Haard zich laten bijstaan door het deurwaarderskantoor waaraan [medewerker deurwaarderskantoor] als juridisch medewerker is verbonden.
2.2.
Ook op de mondelinge behandeling van dit kort geding was [medewerker deurwaarderskantoor] aanwezig om namens Eigen Haard verweer te voeren. Hij was niet vergezeld van een medewerker van Eigen Haard. Mr. Van Eck heeft zich vervolgens op het standpunt gesteld dat Eigen Haard niet rechtsgeldig in dit kort geding is verschenen. Hij heeft zich beroepen op het van toepassing zijnde procesreglement waarin onder meer is opgenomen:
11.2 Verschijning gedaagde partij
De gedaagde partij kan ter zitting alleen bij advocaat of in persoon verschijnen.(…)11.3 Vertegenwoordiging rechtspersoon
Een rechtspersoon wordt vertegenwoordigd door het bestuur, voor zover de wet niet anders bepaalt, of door een andere hiertoe in de statuten aangewezen persoon.
2.3.
Artikel 11.2 van het procesreglement is mede gebaseerd op artikel 255 lid 1 Rv, waarin – kort gezegd – is bepaald dat een gedaagde partij in kort geding behalve bij advocaat ook in persoon kan procederen, maar niet vertegenwoordigd door een gemachtigde die geen advocaat is. Een rechtspersoon kan in persoon verschijnen doordat zij wordt vertegenwoordigd door de degene die krachtens de wet of de statuten bevoegd is tot vertegenwoordiging in rechte. Uit praktisch oogpunt is toelaatbaar dat een rechtspersoon ook in persoon kan verschijnen doordat zij wordt vertegenwoordigd door een personeelslid dat daartoe bijzonderlijk is gevolmachtigd.
2.4.
Dit betekent dat Eigen Haard zich niet kan laten vertegenwoordigen door [medewerker deurwaarderskantoor] , die geen advocaat is. Mr. Van Eck heeft hiertegen terecht bezwaar gemaakt. Eigen Haard kan zich wel door een rechtshelper die geen advocaat is laten bijstaan, maar dan zal zij zelf, althans een gevolmachtigd personeelslid, mee naar de zitting moeten komen. Dit geldt in beginsel ook wanneer de rechtshelper een deurwaarder is die optreedt in een executiegeschil. Het arrest van 28 april 1995 van de Hoge Raad in de zaak Woningbedrijf Amsterdam/ [naam] (ECLI:NL:HR:1995:ZC1718) waarop [medewerker deurwaarderskantoor] zich ter zitting heeft beroepen, maakt dit niet anders. Hierin is weliswaar uitgemaakt dat een gedaagde zich ter zitting kan laten bijstaan door een ‘rechtshelper’ (en dat die rechtshelper ook recht heeft op toekenning van een salaris), maar hierin is (omdat daar geen grieven tegen waren geuit) niet uitgemaakt dat een rechtshelper een gedaagde partij ter zitting kan vertegenwoordigen,
zonderdat de gedaagde partij zelf ter zitting aanwezig is.
2.5.
Op praktische gronden zal de voorzieningenrechter dit kort geding pro forma aanhouden teneinde Eigen Haard alsnog in de gelegenheid te stellen rechtsgeldig (dat wil zeggen vertegenwoordigd door een advocaat of door een ter zake gevolmachtigd personeelslid) te verschijnen. Een mondelinge behandeling zal worden gepland in augustus 2020. Aan partijen wordt verzocht zo spoedig mogelijk na het wijzen van dit tussenvonnis hun verhinderdata in die maand op te geven aan de onder dit vonnis genoemde griffier. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
houdt dit kort geding pro forma aan,
3.2.
draagt partijen op zo spoedig mogelijk per e-mail [e-mailadres] ) hun verhinderdata voor de maand augustus 2020 door te geven aan de onder dit vonnis genoemde griffier,
3.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit tussenvonnis is gewezen door mr. H.C. Hoogeveen, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Veraart, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 30 juli 2020. [1]

Voetnoten

1.type: MV