ECLI:NL:RBAMS:2020:3630

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 juni 2020
Publicatiedatum
23 juli 2020
Zaaknummer
13.741155.18
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van de ISD-maatregel en beoordeling van klinische opname voor veroordeelde

Op 17 juni 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam in een openbare raadkamer de tussentijdse toets van de ISD-maatregel van een veroordeelde behandeld. De ISD-maatregel was op 8 november 2018 opgelegd voor de duur van twee jaar, maar er was tot op dat moment geen klinische behandeling gestart. De officier van justitie, mr. A.E.P.M. Kersten, pleitte voor voortzetting van de maatregel, omdat de veroordeelde te lang zonder behandeling in de inrichting verbleef. De raadsman, mr. R. Polderman, stelde dat de veroordeelde niet zonder een goed onderbouwd plan de inrichting wilde verlaten en dat hij graag behandeld wilde worden in het kader van reclasseringstoezicht.

De veroordeelde gaf aan dat hij niet naar HVO Querido wilde gaan na de intramurale fase, omdat hij vreesde terug te vallen in zijn verslaving. Hij had zelf de beslissing genomen om met methadon te stoppen en was al 23 maanden van de harddrugs af. De rechtbank nam kennis van de standpunten van de betrokken partijen en de deskundige, de heer [persoon 2], die aangaf dat er door bureaucratische vertragingen problemen waren met de klinische opname van de veroordeelde. De rechtbank benadrukte het belang van een klinische opname en dat de laatste maand van de intramurale fase benut moest worden om dit te realiseren.

Uiteindelijk besloot de rechtbank de ISD-maatregel voort te zetten, met de hoop dat er in de resterende tijd een klinische opname voor de veroordeelde geregeld kon worden. De beslissing werd genomen door de voorzitter, mr. J.P.W. Helmonds, en de rechters mrs. R.A.J. Hübel en R.J. Bartels, in aanwezigheid van griffier mr. J.G.R. Becker.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13.741155.18 (tussentijdse toets ISD)
Uitspraakdatum: 17 juni 2020
De rechtbank Amsterdam heeft op 8 november 2018 de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) voor de duur van twee jaren opgelegd aan
[veroordeelde] (hierna: veroordeelde),
geboren in [geboorteplaats] ( [land van herkomst] ) op [geboortedag] 1971,
gedetineerd in het [plaats detentie] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.

1.De procesgang

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
- het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 8 november 2018;
- een voortgangsverslag tenuitvoerlegging ISD-maatregel en advies van 31 maart 2020 (ter zitting bleek dit te zijn: 10 juni 2020) van de heer [persoon 1] , plaatsvervangend vestigingsdirecteur van [plaats detentie] , waarin wordt aanbevolen om de maatregel die is gestart op 8 november 2018 voort te zetten.
De rechtbank heeft op 17 juni 2020 in openbare raadkamer gehoord de officier van justitie mr. A.E.P.M. Kersten, veroordeelde, de raadsman van veroordeelde, mr. R. Polderman, advocaat te Alkmaar, alsmede de deskundige, de heer [persoon 2] , programmamanager bij [plaats detentie] .

2.Standpunten ter zitting

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de ISD-maatregel moet worden voortgezet. Veroordeelde heeft te lang in de inrichting gezeten zonder enige behandeling, waardoor er nog veel werk aan de winkel is. Er zal vooral moeten worden bekeken wat de beste plek is voor veroordeelde en hoe hij verder begeleid kan worden na de ISD-maatregel.
De raadsman heeft naar voren gebracht dat veroordeelde niet zomaar met lege handen de inrichting wil verlaten. Om die reden heeft de raadsman geen verzoek tot opheffing van de ISD-maatregel gedaan. Veroordeelde wil met een goed onderbouwd plan terugkeren in de maatschappij en in het kader van reclasseringstoezicht alsnog worden behandeld. Immers, tijdens de ISD-maatregel is geen behandeling van de grond gekomen, terwijl de rechtbank in het vonnis van 8 november 2018 juist heeft overwogen dat het van groot belang is dat de ISD-maatregel wordt benut, allereerst voor het aanpakken van de verslavingsproblematiek.
Veroordeelde heeft ter zitting verklaard dat hij niet naar HVO Querido aan het [locatie] wil na de intramurale fase, omdat hij dan binnen enkele dagen weer terug zal vallen in zijn harddrugsverslaving. Hij is op eigen initiatief met methadon gestopt en is al 23 maanden van de harddrugs af. Hij heeft een ISD-maatregel voor de duur van twee jaar opgelegd gekregen, omdat een jaar niet genoeg zou zijn voor een klinische behandeling, maar er is geen enkele klinische behandeling geweest. Veroordeelde wil zijn leven beteren en wil graag naar een kliniek buiten Amsterdam.
De heer [persoon 2] heeft ter zitting verklaard dat veroordeelde zich keurig en geduldig opstelt, ondanks dat de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel vanwege bureaucratie stroef verloopt. De Immigratie- en Naturalisatiedienst heeft overwogen om veroordeelde ongewenst te verklaren, maar heeft hiertoe niet besloten. Dit heeft voor vertraging gezorgd. Daar komt bij dat veroordeelde geen paspoort heeft. Er is wel een paspoort aangevraagd, maar deze is nog steeds niet ontvangen. Tot slot heeft veroordeelde geen recht op sociale voorzieningen. Dit gegeven heeft aldus [persoon 2] in de weg gestaan aan een klinische opname van veroordeelde in het kader van de ISD-maatregel.
Ter zitting heeft [persoon 2] aangegeven navraag te doen over dit laatste punt en dat hij voornemens is een andere koers in te zetten. Gepoogd zal worden om binnen de laatste maand van de intramurale fase een klinische opname voor veroordeelde te regelen. De heer [persoon 2] heeft verklaard het landelijk netwerk aan te zullen spreken om te bezien of er een plek te realiseren valt, eventueel buiten Amsterdam.

3.De beoordeling

De rechtbank gaat ervan uit dat de heer [persoon 2] en de dossierhouder, mevrouw [persoon 3] , zich in de laatste maand van de intramurale fase nadrukkelijk inzetten om voor veroordeelde een klinische plaatsing buiten Amsterdam te realiseren. Van belang is dat de resterende periode wordt gebruikt om ervoor te zorgen dat alsnog een klinische opname van veroordeelde op basis van de forensische titel wordt bewerkstelligd.

4.De beslissing

De rechtbank beslist dat de ISD-maatregel zal worden voortgezet.
Deze beslissing is gegeven door
mr. J.P.W. Helmonds, voorzitter,
mrs. R.A.J. Hübel en R.J. Bartels, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.G.R. Becker, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 17 juni 2020.
De jongste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.