Op 16 juli 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een beroepschauffeur die betrokken was bij een verkeersongeval op 24 augustus 2017 te Amsterdam. Het ongeval vond plaats op de Stadhouderskade, waar de verdachte, als bestuurder van een trekker met oplegger, een voetganger, [slachtoffer], aanreed. De voetganger stak over bij een voetgangersoversteekplaats toen het verkeerslicht voor hem op groen stond. De verdachte heeft tijdens het rijden niet voldoende geanticipeerd op de verkeerssituatie en heeft de voetganger geen voorrang verleend, wat resulteerde in de fatale aanrijding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet met voldoende zekerheid kan worden verweten dat hij door oranje en rood licht reed, maar heeft hem wel schuldig bevonden aan het veroorzaken van gevaar op de weg door zijn rijgedrag. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het primair ten laste gelegde, maar hem wel veroordeeld voor de subsidiaire overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994. De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van € 700,- met een proeftijd van één jaar.