Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
5.Strafbaarheid van de feiten en verdachte
6.Motivering van de straf
7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvan
42 (tweeënveertig) maanden.
vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] gedeeltelijk toeen veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 1] , van € 32.878,40 (tweeëndertigduizend achthonderdachtenzeventig euro en veertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 juni 2019 tot aan de dag van betaling. Dit bedrag bestaat voor € 29.878,40 (negenentwintigduizend achthonderdachtenzeventig euro en veertig eurocent) uit materiële schade en voor € 3.000,00 (drieduizend euro) uit immateriële schade.
overige niet-ontvankelijkin zijn vordering.
te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 juni 2019 tot aan de dag van betaling. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast van maximaal 199 (honderdnegenennegentig) dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
[(...)]
[(...)]
[(...)]
[(...)]
[(...)]
[(...)]
[(...)]
[(...)]
- [(...)]
- [(...)]