Op 23 juli 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 8 april 2020 in Amsterdam werd aangehouden. De verdachte werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een geladen vuurwapen en het medeplegen van opzetheling van politiekleding. Tijdens de terechtzitting op 9 juli 2020 heeft de officier van justitie, mr. K. Hara, de integrale bewezenverklaring van de tenlastelegging gevorderd. De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. B.J.W. Tijkotte, heeft vrijspraak bepleit, stellende dat er onvoldoende bewijs was voor zijn wetenschap van de aanwezigheid van het vuurwapen en de politiekleding.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 8 april 2020 omstreeks 6.00 uur in een zwarte Volkswagen Golf reed, die eerder betrokken was bij een incident met een vuurwapen en drugs. Bij een staandehouding door de politie heeft de verdachte geprobeerd te vluchten, maar werd uiteindelijk aangehouden. Tijdens de doorzoeking van de auto werd een geladen pistool van het merk Glock aangetroffen, evenals verschillende stukken politiekleding. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich bewust moest zijn geweest van de aanwezigheid van het vuurwapen en de politiekleding, gezien de omstandigheden van de aanhouding en de vluchtpoging.
De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het voorhanden hebben van een vuurwapen en het medeplegen van opzetheling van politiekleding. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 maanden, met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten en de eerdere strafbare feiten van de verdachte, evenals de risico's die het voorhanden hebben van een vuurwapen met zich meebrengt voor de veiligheid van de samenleving.