ECLI:NL:RBAMS:2020:3568

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 juli 2020
Publicatiedatum
22 juli 2020
Zaaknummer
13/684443-18
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van de ISD-maatregel in het kader van recidivepreventie en behandeling van de veroordeelde

Op 9 juli 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam in een openbare raadkamer de voortzetting van de ISD-maatregel voor een veroordeelde besproken. De ISD-maatregel was eerder opgelegd op 19 april 2019 voor de duur van twee jaar. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende rapporten en adviezen van deskundigen, waaronder die van de Penitentiaire Inrichting Haaglanden. De veroordeelde, geboren in 1978, verblijft in een instelling en heeft een lange geschiedenis van middelengebruik en psychiatrische problematiek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de voortzetting van de ISD-maatregel noodzakelijk is om de recidive te beëindigen en de maatschappij te beschermen. Ondanks de wenselijkheid van een eerdere extramurale plaatsing, is dit in de praktijk niet haalbaar gebleken. De rechtbank volgt de adviezen van de deskundigen en oordeelt dat de intensieve zorg en begeleiding die de veroordeelde ontvangt, cruciaal zijn voor zijn terugkeer in de maatschappij. De beslissing om de ISD-maatregel voort te zetten is genomen in het belang van de veroordeelde en de maatschappij.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13/684443-18 (tussentijdse toets)
BESLISSING
De rechtbank Amsterdam heeft op 19 april 2019 de maatregel tot plaatsing in een instelling voor stelselmatige daders (hierna: de ISD-maatregel) voor de duur van 2 (twee) jaren opgelegd aan:

[veroordeelde] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1978,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres] te [woonplaats] ,
verblijvende in de [naam PI] te [plaats detentie] .

Procesgang

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 19 april 2019 met bovenvermeld parketnummer waarin aan veroordeelde de ISD-maatregel voor de duur van 2 (twee) jaren is opgelegd;
  • de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 25 juli 2019 met bovenvermeld parketnummer, betreffende de noodzakelijkheid tot voortzetting van de ISD-maatregel;
  • het evaluatierapport van 4 maart 2020, opgemaakt door [naam 1] , senior casemanager ISD van de Penitentiaire Inrichting Haaglanden, mede ondertekend door [naam 2] , plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de Penitentiaire Inrichting Haaglanden;
  • een aanvullend evaluatierapport van 24 juni 2020, opgemaakt door [naam 1] , senior casemanager ISD van de Penitentiaire Inrichting Haaglanden; en
  • een uittreksel uit de Justitiële Documentatie betreffende veroordeelde van 9 juni 2020.
De rechtbank heeft op 9 juli 2020 de officier van justitie, mr. K. Hara, de gemachtigde raadsman mr. S.J. Jansen, advocaat te Amsterdam, alsmede de deskundigen [naam 3] , senior casemanager ISD, en [naam 4] , sociaal psychiatrisch verpleegkundige, beide verbonden aan de Penitentiaire Inrichting Haaglanden, in openbare raadkamer gehoord.

Beoordeling

In het
vonnis van 19 april 2019is veroordeelde een ISD-maatregel opgelegd voor de duur van twee jaren. In het vonnis is overwogen dat in het kader van de ISD-maatregel vanuit het intramurele gedeelte in een Penitentiair Psychiatrisch Centrum (hierna: PPC) dient te worden toegewerkt naar een klinische behandeling in een Forensisch Psychiatrische Kliniek (hierna: FPK). Van daaruit kunnen de vervolgmogelijkheden, zoals ambulante behandeling voor psychiatrie en verslaving, en een eventuele verblijfplek voor langere termijn (begeleid wonen) worden onderzocht.
Bij voornoemde
beslissing van 25 juli 2019heeft de rechtbank bepaald dat de ISD-maatregel moet worden voortgezet. In deze beslissing is overwogen dat er voldoende inspanningen werden geleverd om de ISD-maatregel invulling te geven. Veroordeelde zou op korte termijn worden aangemeld voor een FPK-plaatsing.
Uit voornoemd
evaluatierapport van 4 maart 2020blijkt dat veroordeelde op 15 augustus 2019 is aangemeld voor een FPK. Gezien het uitbegreide behandelverleden van veroordeelde en de beperkt haalbare behandeldoelen (veroordeelde wil niets veranderen in zijn gebruik van middelen), ziet Indicatiestelling Forensische Zorg (hierna: IFZ) geen meerwaarde in een klinische plaatsing, maar achten zij langdurige verblijfszorg geïndiceerd. Veroordeelde is hierop op 28 augustus 2019 aangemeld voor verblijfszorg, waarbij de vraagstelling als volgt is geformuleerd: “toeleiding naar een beschermde woonvorm waar middelengebruik gedoogd wordt bij een chronisch verslaafde man met psychotische en stemmingsklachten”. Momenteel wordt onderzocht waar veroordeelde terecht kan. Uit het
aanvullende evaluatierapport van 24 juni 2020blijkt verder dat veroordeelde inmiddels is aangemeld voor Domus Nijmegen. Er dient nog een intakegesprek plaats te vinden om hem definitief op de wachtlijst te plaatsen.
Het advies van de Penitentiaire Inrichting Haaglanden is om de ISD-maatregel voort te zetten. Als de ISD-maatregel wordt opgeheven, wordt de kans op recidive als hoog ingeschat, omdat de behandeling nog niet is afgerond.
De deskundigen[naam 3] en [naam 4] hebben dit advies tot voortzetting van de ISD-maatregel ter terechtzitting bevestigd. Het afgelopen jaar is hard gewerkt aan het stabiliseren van het toestandsbeeld van veroordeelde, wat heeft geleid tot overplaatsing naar een minder strikt regime binnen het PPC. Een klinische plaatsing heeft geen meerwaarde, nu veroordeelde sinds 1986 behandelingen heeft ondergaan die geen tot weinig resultaat hebben gehad. Het is lastig gebleken een vervolgplek voor veroordeelde te vinden. Veroordeelde zal naar verwachting nooit abstinent worden van middelen, wat als gevolg heeft dat er een vervolgplek voor veroordeelde moet worden gezocht waar middelengebruik wordt gedoogd en waar hem (externe) structuur en begeleiding bij het innemen van medicatie wordt geboden. Momenteel, binnen het PPC, wordt gewerkt aan het instellen op de juiste medicatie teneinde het toestandsbeeld van veroordeelde stabiel te houden. Domus Nijmegen heeft kennisgenomen van het dossier van veroordeelde en heeft aangegeven dat het profiel van veroordeelde aansluit bij hun doelgroep. Op korte termijn zal er een intakegesprek met veroordeelde worden ingepland. Als veroordeelde wordt toegelaten, kan binnen Domus worden gewerkt aan geleidelijke terugkeer in de maatschappij. Veroordeelde zal meer vrijheden krijgen dan hij nu heeft, maar nog steeds veel begeleiding genieten op het gebied van dagelijkse leefomstandigheden.
De officier van justitieheeft de voortzetting van de ISD-maatregel gevorderd.
De raadsmanheeft de rechtbank verzocht de ISD-maatregel te beëindigen. Hoewel in het veroordelend vonnis van 19 april 2019 is overwogen dat de intramurale fase niet te lang moet duren, zijn er vijftien maanden verstreken sinds de aanvang van de maatregel. Veroordeelde zit nog steeds in het PPC en het is onzeker of hij op korte termijn kan uitstromen. Bij opheffing van de maatregel kan er vanuit de Wet forensische zorg een juist zorgkader voor veroordeelde worden aangewend.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank dient in het kader van de onderhavige procedure te beoordelen of voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel noodzakelijk is. In artikel 38m lid 2 Sr is bepaald dat de ISD-maatregel strekt tot beveiliging van de maatschappij en de beëindiging van de recidive van veroordeelde.
De rechtbank volgt de adviezen van het PPC en de deskundigen. De rechtbank is van oordeel dat uit voornoemde stukken en het verhandelde ter terechtzitting volgt dat de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel nog steeds noodzakelijk is ter beëindiging van de recidive, het leveren van een bijdrage aan de oplossing van de problematiek van veroordeelde en een optimale bescherming van de maatschappij. Hoewel het naar het oordeel van de rechtbank wenselijk was geweest als veroordeelde eerder extramuraal geplaatst had kunnen worden, is dat in praktijk niet haalbaar gebleken. De psychiatrische problematiek, het middelengebruik en de behandelgeschiedenis van veroordeelde maken het lastig om hem ergens te plaatsen. Het PPC heeft voldoende inspanningen geleverd om de ISD-maatregel invulling te geven: veroordeelde ontvangt tot op de dag van vandaag intensieve zorg en begeleiding. Teneinde een succesvolle terugkeer in de maatschappij mogelijk te maken, acht de rechtbank het van belang dat het traject dat is ingezet verder wordt voortgezet, zodat veroordeelde nog wordt ingesteld op medicatie en hij op een zo kort mogelijke termijn kan uitstromen naar Domus Nijmegen of een soortgelijke instelling voor langdurige verblijfszorg.
Gezien artikel 6:6:14 van het Wetboek van Strafvordering.

Beslissing

De rechtbank bepaalt dat
de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel wordt voortgezet.Deze beslissing is gegeven in openbare raadkamer van deze rechtbank door
mr. J.G. Vegter, voorzitter,
mrs. M. Snijders Blok-Nijensteen en H.E. Hoogendijk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.E. van der Burg, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 juli 2020.