Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter Kort Geding
[eiser]
Hartmobile B.V.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Vordering
Verweer
Beoordeling
BESLISSING
€ 480,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak vorderde eiser, Hartmobile B.V., dat het concurrentiebeding in zijn arbeidsovereenkomst met gedaagde Qwic werd geschorst. Eiser was werkzaam als vertegenwoordiger voor Qwic en had per 1 juni 2020 een aanbod van Muto Bike BV geaccepteerd, maar Qwic hield hem aan het concurrentiebeding. De kantonrechter beoordeelde of het concurrentiebeding, dat eiser beperkte in zijn arbeidskeuze, gerechtvaardigd was. Eiser stelde dat Muto geen concurrent was van Qwic en dat hij door het beding onbillijk werd benadeeld. Qwic voerde aan dat beide bedrijven concurrerende producten verkochten en dat het beding noodzakelijk was ter bescherming van hun bedrijfsbelangen.
De rechter oordeelde dat Muto, hoewel het een andere verkoopstrategie hanteerde, als concurrent van Qwic moest worden beschouwd. Echter, de rechter vond ook dat de belangenafweging in het voordeel van eiser uitviel. Eiser had geen bijzondere kennis van de bedrijfsstrategieën van Qwic en de belangen van Qwic waren niet zodanig dat het beding gehandhaafd moest blijven. De rechter schorste het concurrentiebeding met onmiddellijke ingang, waardoor eiser in dienst kon treden bij Muto. Qwic werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten.
Dit vonnis benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige belangenafweging bij de handhaving van concurrentiebedingen in arbeidsovereenkomsten, vooral wanneer de werknemer een substantiële verbetering in zijn carrière kan realiseren.