4.Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
Ten aanzien van feit 1 subsidiair:
in de periode van 19 juli 2019 tot en met 5 augustus 2019 te Amsterdam en/of Rotterdam, althans in Nederland met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid, door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van in totaal € 50.000,- door
- via datingapp Tinder contact te maken met die [slachtoffer 1] , door zich voor te doen als zijnde [naam 1] , het vertrouwen te winnen van die [slachtoffer 1] door zich voor te doen als consultant (gedurende 7 jaar) werkzaam voor PriceWaterhouseCoopers (PWC) en door zich voor te doen als kenner van de financiële wereld,
- die [slachtoffer 1] blijk te geven van bekendheid met haar huidige inkomen,
- die [slachtoffer 1] voor te houden dat hij (via een vriend) door middel van wijzigingen van de instellingen op haar mobiele ING-applicatie meer rente voor die [slachtoffer 1] kan genereren,
- vervolgens notities te maken van de inloggegevens van de mobiele ING-applicatie van die [slachtoffer 1] ,
- vervolgens voornoemd geldbedrag van de rekening van die [slachtoffer 1] ( [nummer] ) over te maken naar zijn rekening ( [nummer] o.n.v. [verdachte] ),
- vervolgens in het bijzijn van die [slachtoffer 1] voornoemde vriend te bellen en te bevragen over de procedure van het genereren van aanvullende rente voor die [slachtoffer 1] , en
- vervolgens die [slachtoffer 1] te verzekeren dat het gehele geldbedrag aan haar zal worden geretourneerd,
terwijl hij op voorhand nimmer van plan wist dat hij het geld niet kon retourneren;
Ten aanzien van feit 2:
in de periode van 28 september 2019 tot en met 19 november 2019 te Amsterdam, althans in Nederland met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van € 966,-, door
- het vertrouwen te winnen van die [slachtoffer 2] door een liefdesrelatie met haar aan te gaan, door een geschenk te kopen voor haar zoon en door aan die [slachtoffer 2] te vertellen dat hij met haar wil trouwen,
- zich voor te doen als voetbalmakelaar, door aan te geven dat hij, verdachte, gestudeerd heeft aan de Haagse Hogeschool en door aan te geven dat hij, verdachte, cursus heeft en werk heeft,
- die [slachtoffer 2] voor te houden dat hij voornoemd geldbedrag nodig heeft om een vliegticket te kopen voor zijn moeder uit Marokko (om haar naar Nederland over te laten komen), door te zeggen dat hij alleen contant geld heeft en door aan die [slachtoffer 2] direct € 150,- contant te geven en die [slachtoffer 2] te vragen om voornoemd geldbedrag aan hem te lenen, en
- vervolgens geen gehoor meer te geven aan het uitdrukkelijke verzoek tot teruggave van voornoemd geldbedrag door die [slachtoffer 2] ,
terwijl hij op voorhand wist dat hij het geld niet kon retourneren;
Ten aanzien van feit 3 subsidiair:
in de periode van 22 oktober 2019 tot en met 23 oktober 2019 te Amsterdam, althans in Nederland met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van € 700,-, door
- via datingapp Tinder contact te zoeken met die [slachtoffer 3] , zich voor te doen als makelaar en alsof hij gestudeerd heeft aan de Erasmus Universiteit,
- bij die [slachtoffer 3] de indruk te wekken dat hij informatie kon krijgen over andere biedingen (op onder andere de woning [adres woning] ),
- die [slachtoffer 3] (als zijnde makelaar) bij te staan tijdens een bezichtiging van de woning aan het adres [adres woning] terwijl die [slachtoffer 3] niet bekend is op de Nederlandse woningmarkt,
- vervolgens bij die [slachtoffer 3] navraag te doen over haar financiële situatie,
- vervolgens die [slachtoffer 3] te vertellen dat zij voor de aankoop van een woning kredietwaardig dient te zijn en haar aan te bieden om een geldbedrag van € 11.000,- over te maken op een bankrekening (BUNQ) die hij voor die [slachtoffer 3] aan zou maken,
- die [slachtoffer 3] vervolgens te overtuigen tot het overmaken van een geldbedrag van € 700,- op een rekening waar enkel hij, verdachte, beheersbevoegdheid over uitoefende ( [nummer] ), en
- vervolgens geen gehoor meer te geven aan het uitdrukkelijke verzoek tot teruggave van voornoemd geldbedrag door die [slachtoffer 3] ,
terwijl hij op voorhand nimmer van plan was om het geld te retourneren en/of wist dat hij het geld niet kon retourneren;
Ten aanzien van feit 4:
in of de periode van 3 december 2019 tot en met 4 januari 2020 te Eindhoven, althans in Nederland met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 4] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van € 4.000,-, door
- via datingapp Tinder contact te zoeken met die [slachtoffer 4] ,
- het vertrouwen van die [slachtoffer 4] te winnen door een relatie te beginnen met die [slachtoffer 4] ,
- zich voor te doen als zijnde genaamd [naam 2] , werknemer van PSV Eindhoven en als inwoner van de gemeente Eindhoven en alsof hij gestudeerd heeft aan de universiteit Leiden,
- door aan te geven dat hij een motor bezit, een verbouwing aan zijn badkamer en keuken laat uitvoeren, dat hij in januari een bonus van € 7.000,- krijgt en dat hij in februari een bonus van € 15.000,- krijgt,
- die [slachtoffer 4] te vertellen dat hij een geldbedrag van € 4.000,- nodig had voor de aanschaf van een horloge, die [slachtoffer 4] te vertellen dat hij anders voor het geldbedrag naar [naam 3] moet rijden en die [slachtoffer 4] te verzoeken om een lening ter hoogte van voornoemd geldbedrag, en
- vervolgens geen gehoor meer te geven aan het uitdrukkelijke verzoek tot teruggave van voornoemd geldbedrag door die [slachtoffer 4] ,
terwijl hij op voorhand nimmer wist dat hij het geld niet kon retourneren;
Ten aanzien van feit 5:
in de periode van 10 augustus 2019 tot en met 18 oktober 2019 te Almere en/of Amsterdam, althans in Nederland met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van valse hoedanigheid, door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 5] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van € 5.200,-, door
- tijdens een vastgoedcursus contact te leggen met die [slachtoffer 5] , zich voor te doen als sportmakelaar en belegger in vastgoed in Amsterdam en door aan te geven dat hij, verdachte, een aantal panden in Amsterdam bezit en te doen alsof hij gestudeerd heeft aan de Haagse Hogeschool,
- het vertrouwen van die [slachtoffer 5] te winnen,
- die [slachtoffer 5] te overtuigen dat hij een persoon genaamd [naam 4] kent die de tuin van die [slachtoffer 5] voor de meest voordelige prijs kan verbouwen en vervolgens als tussenpersoon op te treden tussen deze [naam 4] en die [slachtoffer 5] ,
- die [slachtoffer 5] te vertellen dat er een betaling van in totaal € 5.200,- moest worden gedaan voor de verbouwing van de tuin, en
- vervolgens € 3.800,- in contanten en € 1.400,- op rekeningnummer [nummer] (o.n.v. [verdachte] ) van die [slachtoffer 5] in ontvangst te nemen,
terwijl hij op voorhand wist dat hij het geld niet kon retourneren;
Ten aanzien van feit 6:
In de periode van eind april 2019 tot en met 9 juli 2019 te Heerlen en/of Amsterdam, althans in Nederland met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid, door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 6] heeft bewogen tot de afgifte van horloges (merk: Hublot), door
- de horlogewinkel van die [slachtoffer 6] te betreden en zich voor te doen als voetbalmakelaar en/of scout,
- zich voor te doen als medewerker van AFC Ajax en zich te legitimeren met een medewerkerspasje van AFC Ajax,
- die [slachtoffer 6] te vertellen dat hij van AFC Ajax-bestuursleden [naam 6] en [naam 5] de opdracht heeft gekregen om horloges voor de selectie van AFC Ajax te laten ontwerpen en die [slachtoffer 6] te vragen om deze opdracht uit te voeren,
- die [slachtoffer 6] te vragen om één van zijn ontwerpen verder uit te werken,
- die [slachtoffer 6] een Ajax-voetbal met handtekeningen van de Ajax-selectie, een whiskyfles met handtekening van Ajax-coach [naam 8] en keepershandschoenen met handtekening te overhandigen en die [slachtoffer 6] te vragen om voornoemde voorwerpen in zijn winkel te presenteren,
- die [slachtoffer 6] rondleidingen te geven op het terrein van AFC Ajax,
- die [slachtoffer 6] via FaceTime in contact te brengen met AFC Ajax-medewerker [naam 7] ,
- die [slachtoffer 6] een persoonlijke sms van voornoemde [naam 6] te laten zien, waaruit de indruk ontstaat dat verdachte met die [naam 6] in direct contact staat en met hem op zakenreis gaat en weet heeft van de aankoop van de horloges,
- die [slachtoffer 6] te vertellen dat het ontwerp voor het horloge door voornoemde [naam 6] was goedgekeurd en die [slachtoffer 6] te vertellen dat het ontwerp nog moest worden goedgekeurd door voornoemde [naam 5] ,
- die [slachtoffer 6] te overtuigen dat hij drie persoonlijke horloges naar AFC Ajax moest brengen ter voorlegging aan voornoemde [naam 5] en de drie persoonlijke horloges van die [slachtoffer 6] in ontvangst te nemen en te overhandigen aan de zogenaamde secretaresse van
- vervolgens geen gehoor meer te geven aan het door die [slachtoffer 6] uitdrukkelijk gedane verzoek tot betaling van de horloges,
terwijl hij op voorhand nimmer van plan was om de horloges te betalen of retourneren.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.