ECLI:NL:RBAMS:2020:3221

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 juni 2020
Publicatiedatum
1 juli 2020
Zaaknummer
20/3550
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake verplaatsing demonstratie door Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland

Op 27 juni 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak tussen een verzoeker en de voorzitter van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening naar aanleiding van een besluit van 25 juni 2020, waarbij de aangekondigde demonstratie van verzoeker op 28 juni 2020 op de [straat 1] te Amsterdam werd verplaatst naar de [straat 2]. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.

Tijdens de zitting op 27 juni 2020 heeft verzoeker via een telefoonverbinding deelgenomen, terwijl verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Na de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het recht op betoging een grondrecht is, maar dat er onder bijzondere omstandigheden beperkingen aan gesteld kunnen worden, zoals ter voorkoming van wanordelijkheden.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verweerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het verplaatsen van de demonstratie noodzakelijk was. Verzoeker had bezwaar tegen het laat kenbaar maken van het besluit, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat dit niet als onbehoorlijk bestuur kon worden aangemerkt. Verweerder had meerdere demonstraties voor dat weekend in overweging genomen en had de demonstratie van verzoeker als risicovol bestempeld. De voorzieningenrechter concludeerde dat de noodzaak van het voorschrift voldoende deugdelijk was gemotiveerd en dat er geen aanleiding was om het bestreden besluit te schorsen.

De uitspraak werd gedaan door mr. A.K. Mireku, in aanwezigheid van griffier R.E. Toonen. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 20/3550

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van

27 juni 2020 in de zaak tussen

[verzoeker] , te Amsterdam, verzoeker,

en

de voorzitter van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland, verweerder

(gemachtigde: mr. A. Wilschut).

Procesverloop

Met het besluit van 25 juni 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de door verzoeker
voor 28 juni 2020 aangekondigde demonstratie [naam demonstratie]
op de [straat 1] te Amsterdam, verwezen naar het [straat 2] .
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit bezwaar gemaakt. Hij heeft tegelijkertijd de
voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek op de zitting heeft plaatsgevonden op 27 juni 2020. Verzoeker heeft via een telefoonverbinding aan de zitting deelgenomen. Verweerder heeft zich op de zitting laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Het toetsingskader is duidelijk: het recht op betoging is een grondrecht. Aan dit grondrecht kunnen onder bijzondere omstandigheden beperkingen worden gesteld. Het moet dan gaan om bijvoorbeeld voorkoming van wanordelijkheden. Verweerder moet aannemelijk maken dat het stellen van beperkingen noodzakelijk is. De vraag is of verweerder dat in deze zaak voldoende aannemelijk heeft gemaakt en aan de demonstratie het voorschrift mocht verbinden: verplaatsen naar het [straat 2] .
3. De voorzieningenrechter oordeelt van wel en zal uitleggen waarom.
4. Verzoeker heeft bezwaar tegen het voorschrift, omdat het bestreden besluit te laat kenbaar is gemaakt en hij daardoor onvoldoende tijd heeft gehad zich goed te verdedigen. Ook had hij graag meer en eerder communicatie met verweerder gewild. De voorzieningenrechter begrijpt dat, maar verweerder heeft op de zitting toegelicht dat het besluit niet eerder kon worden genomen. Dit had met name te maken met het veelvuldig overleg in de veiligheidsdriehoek, omdat er veel demonstraties waren aangekondigd voor dit weekend. Gelet op de maatschappelijke reuring rond de demonstraties kan de voorzieningenrechter zich dat ook voorstellen. Anders dan verzoeker, ziet de voorzieningenrechter het laat kenbaar maken van het voorschrift in dit geval dan ook niet als onbehoorlijk bestuur.
5. Verweerder heeft van zeven of acht demonstraties voor dit weekend aankondigingen gekregen en ongeveer de helft daarvan, waaronder die van verzoeker, als risicovol bestempeld. Die zijn verplaatst naar [plein] en [straat 2] . Verweerder heeft alle aangekondigde demonstraties voor dit weekend in samenhang bekeken. Ook heeft verweerder op de zitting uitgelegd dat de [straat 1] niet geschikt is voor demonstraties die tegendemonstraties oproepen en daarom risicovol zijn. Er zijn daar vele toegangswegen waardoor het moeilijk wordt de demonstratie te beschermen ook al gezien de vereiste anderhalve meter afstand. Op het [straat 2] kan dit beter gegarandeerd worden.
6. De voorzieningenrechter kan deze uitleg van verweerder volgen en acht de noodzaak van het voorschrift dan ook voldoende deugdelijk gemotiveerd. De voorzieningenrechter vindt daarbij ook van belang dat het voorschrift alleen ziet op een andere locatie in het centrum en dat dit weekend al veel aan de hand is op het gebeid van demonstraties. Uit de handelwijze van verweerder bij de totstandkoming van het bestreden besluit blijkt geen vooringenomenheid ten opzichte van verzoeker.
7. Al met al ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding het bestreden besluit te schorsen. De demonstratie mag morgen dus niet doorgaan op de [straat 1] .
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. Het verschuldigde griffierecht hoeft verweerder niet aan verzoeker te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.K. Mireku, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van R.E. Toonen, griffier, op 27 juni 2020.
griffier
voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.