Uitspraak
Juzgado Central de Instrucción No. 2(Centrale onderzoeksrechtbank Nr. 2, Nationaal Hof – Madrid) (Spanje) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Form Ablijkt dat het aanhoudingsbevel is uitgevaardigd door
Juzgado Central de Instrucción No. 2 de Madrid(Spanje)
.
4.Genoegzaamheid
Uit de kwalificatie van het feitencomplex blijkt dat de uitvaardigende justitiële autoriteit de overlevering verzoekt wegens het handelen in verdovende middelen met als strafverzwarende omstandigheid dat deze handel heeft plaatsgevonden binnen een criminele organisatie. In het EAB wordt het feitencomplex dus gekwalificeerd als één strafbaar feit.
5.Strafbaarheid
6.Onschuldverweer
7.Beroep op de weigeringsgrond van artikel 9, eerste lid aanhef en onder a OLW
De rechtbank stelt vast dat de Nederlandse strafzaak mede gelet op de pleegdatum en
pleegplaats op een ander feitencomplex ziet dan het feitencomplex zoals genoemd in het EAB. In de Nederlandse strafzaak staat de handel en/of smokkel in cocaïne in Nederland op
4 maart 2020 centraal, terwijl het EAB ziet op de handel en smokkel van cocaïne binnen een criminele organisatie in de periode 8 januari 2020 tot en met 26 januari 2020 in de landen Griekenland, Bulgarije en Spanje. Niet is gebleken dat het eerstgenoemde complex van feiten onlosmakelijk is verbonden met het laatstgenoemde complex van feiten. Het verweer van de raadsman wordt verworpen en het subsidiaire verzoek om aanhouding wordt afgewezen.
8.Strijd met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (Handvest)
9.Slotsom
10.Toepasselijke wetsartikelen
11.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
Juzgado Central de Instrucción No. 2(Centrale onderzoeksrechtbank Nr. 2, Nationaal Hof – Madrid) (Spanje).
Aldus gedaan door