Op 26 juni 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 34-jarige man, die werd beschuldigd van doodslag na een dodelijke steekpartij op 2 juli 2019 op Plein ‘40-‘45 in Amsterdam. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot 11 jaar gevangenisstraf. De zaak kwam voor de rechtbank na meerdere zittingen, waarbij de verdediging betoogde dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard vanwege vermeende vormverzuimen in het proces. De rechtbank oordeelde echter dat de betrouwbaarheid van het proces-verbaal niet wezenlijk was aangetast en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in de vervolging.
De rechtbank concludeerde dat de verdachte opzettelijk het slachtoffer, [slachtoffer], van het leven heeft beroofd door hem met een groot en scherp mes in de buik en arm te steken. De verdachte had eerder een conflict met het slachtoffer en had zich gewapend met een mes. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor voorbedachten rade, maar dat er wel sprake was van doodslag. De rechtbank weegt de ernst van het feit zwaar, gezien de impact op de nabestaanden en de schokkende aard van het geweld. De verdachte had eerder geweldsdelicten gepleegd, wat meeweegt in de strafmaat. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 11 jaar, met aftrek van voorarrest, en kende affectieschade toe aan de nabestaanden van het slachtoffer.