Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling
543,00(1 punt × tarief € 543,00)
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak vordert de eiser, een particulier, schadevergoeding van ING Bank N.V. wegens onrechtmatig gebruik van zijn intellectueel eigendom (IE). De eiser stelt dat ING hem schriftelijk heeft bevestigd dat zij zijn methode om skimming tegen te gaan niet zou gebruiken, maar later toch een vergelijkbare methode heeft geïntroduceerd. De procedure begon met een dagvaarding op 18 september 2019, waarna de zaak door de kantonrechter werd verwezen naar de handelskamer. De eiser heeft zijn vorderingen onderbouwd met de stelling dat er een overeenkomst tot stand is gekomen, maar ING betwist dit en stelt dat de module van de eiser geen innovaties bevatte. De rechtbank oordeelt dat de eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd voor het bestaan van een overeenkomst en dat ING niet onrechtmatig heeft gehandeld. De vorderingen van de eiser worden afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten van ING, die op € 1.182,00 zijn begroot. De uitspraak is gedaan door mr. M.R.J. van Wel op 22 juli 2020.