Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
hierna: de Uitvoeringswet) jo. artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank.
the National authority for prosecution of organized and other serious crimete Oslo, Noorwegen, en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het AB
arrest warrant’), uitgevaardigd door
the Oslo Courthouseen gedateerd 18 november 2019, met referentie 19-170727ENE-OTIR/06.
4.Uitvaardigende rechterlijke autoriteit
hierna: de Overleveringsovereenkomst) in werking getreden.
OG/PIen
PF [1] , alsmede
XDen
YC [2] van het Hof van Justitie van de Europese Unie (
hierna: HvJ) wordt een officier van justitie als uitvaardigende rechterlijke autoriteit aangemerkt, indien hij deelneemt aan de rechtsbedeling in de uitvaardigende lidstaat en hij onafhankelijk optreedt, waarbij deze onafhankelijkheid vereist dat er statutaire en organisatorische voorschriften bestaan die waarborgen dat de uitvaardigende rechterlijke autoriteit bij de vaststelling van een beslissing tot uitvaardiging van een dergelijk aanhoudingsbevel geen enkel risico loopt om te worden onderworpen aan met name een individuele instructie van de uitvoerende macht.
XDheeft het HvJ voorts geoordeeld:
YCheeft het HvJ onder 68 tot en met 71 overwogen:
Senior Public Prosecutorper e-mail van 1 april 2020 de volgende informatie gedeeld, afkomstig van de
European Judicial Network,opgesteld op 12 maart 2020:
Oslo Courthouse’.
5.Beslissing
SCHORSThet onderzoek voor
onbepaalde tijd, teneinde de officier van justitie in de gelegenheid te stellen de Noorse autoriteiten de hiervoor genoemde vragen te stellen.