ECLI:NL:RBAMS:2020:3093

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
29 juni 2020
Publicatiedatum
22 juni 2020
Zaaknummer
8019131 CV EXPL 19-18880
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling op grond van onvoldoende onderbouwing van (pre)contractuele informatieverplichtingen in koopovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 29 juni 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen de rechtspersoon naar buitenlands recht Zalando SE (gedaagde) en een eisende partij. De eisende partij vorderde betaling van € 168,23 aan hoofdsom, vermeerderd met rente en kosten, op basis van een online koopovereenkomst. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij niet voldoende heeft aangetoond dat zij heeft voldaan aan de wettelijke (pre)contractuele informatieverplichtingen die voortvloeien uit de artikelen 21 en 111 Rv. De eisende partij had de mogelijkheid gekregen om haar vordering te onderbouwen door het invullen van een informatieformulier en het overleggen van relevante stukken, maar heeft hierin gefaald. De bijgevoegde productafbeeldingen en gebruikersreviews waren onvoldoende om aan de bewijslast te voldoen. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de dagvaarding niet voldeed aan de eisen en heeft de vordering afgewezen als onvoldoende onderbouwd. Tevens is de eisende partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde partij tot op heden op nihil zijn begroot.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 8019131 CV EXPL 19-18880
vonnis van: 29 juni 2020
fno.: 991

vonnis van de kantonrechter

i n z a k e

de rechtspersoon naar buitenlands recht Zalando SE

gevestigd te Berlijn (Duitsland)
eisende partij
gemachtigde: R. Slagman
t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]
gedaagde partij
niet verschenen

Verder verloop van de procedure

Bij tussenvonnis van 21 oktober 2019 is eisende partij in de gelegenheid gesteld om het bijgevoegde informatieformulier in te vullen en dit ingevulde formulier en de daarin aangegeven stukken in het geding te brengen, en een kopie hiervan aan gedaagde partij te sturen met de mededeling dat deze hierop kan reageren.
Eisende partij heeft op de rolzitting van 16 december 2019 een akte ingediend. Gedaagde partij heeft hierop niet gereageerd.
Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.

Gronden van de beslissing

Eisende partij vordert betaling van € 168,23 aan hoofdsom, vermeerderd met rente en kosten.
Op grond van artikel 111 lid 2 onder d Rv dient de dagvaarding de eis en de gronden daarvan te vermelden. Op grond van artikel 21 Rv dient eisende partij de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren.
Daaraan voldoet deze dagvaarding niet.
Eisende partij stelt bij dagvaarding – kort weergegeven – dat Zalando een detailhandel is, waarbij klanten via postorder en internet bestellingen kunnen plaatsen. De klant moet een account aanmaken waarbij de klant onder meer moet aangeven dat hij/zij akkoord gaat met de algemene voorwaarden. Van de algemene voorwaarden citeert eisende partij artikel 6 (“Herroepingsrecht”) en artikel 15 (“Betaling). Bij dagvaarding is als productie overgelegd de gevorderde factuur, een veertiendagenbrief, de algemene voorwaarden en een ingevuld informatieformulier zonder bijlagen.
In de dagvaarding is niet gesteld en ook is niet gebleken dat, en zo ja op welke wijze, aan de wettelijke (pre)contractuele informatieverplichtingen ter zake van de aan de vordering ten grondslag liggende online koopovereenkomst is voldaan. Wel kruist eisende partij op het als productie bijgevoegde informatieformulier aan dat zij heeft voldaan aan de wettelijke (pre)contractuele informatieverplichtingen, waarbij zij een algemene verwijzing geeft naar het gestelde in de dagvaarding en het bepaalde in haar algemene- en aanvullende voorwaarden.
Eisende partij is vervolgens in de gelegenheid gesteld haar vordering alsnog te onderbouwen met alle voor de beslissing van belang zijnde feiten door invulling van het aan haar verstrekte informatieformulier, waar nodig de vragen toe te lichten en de daarin aangegeven stukken in het geding te brengen.
Eisende partij heeft onvoldoende toegelicht en onderbouwd dat zij heeft voldaan aan de wettelijke (pre)contractuele informatieverplichtingen. De bij akte overgelegde afbeeldingen van een of meer producten die eisende partij verkoopt, vergezeld met enkele gebruikersreviews van klanten volstaan in ieder geval niet. Eisende partij had bijvoorbeeld aan haar bewijslast ten aanzien van de precontractuele informatieverplichtingen kunnen voldoen door aan de hand van schermafdrukken een overzicht van het bestelproces aan te tonen. Aan de bewijslast ten aanzien van de contractuele informatieverplichtingen had eisende partij kunnen voldoen door overlegging van de overeenkomst, of bij gebreke daarvan, een bevestiging van de overeenkomst. Deze stukken ontbreken.
Naar het oordeel van de kantonrechter voldoet de toelichting en de overgelegde producties van eisende partij dan ook niet aan de voorschriften van de artikelen 21 en 111 Rv. De vordering wordt daarom afgewezen als onvoldoende onderbouwd.

Beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt eisende partij in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde partij tot op heden begroot worden op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Pennink, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 29 juni 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.