Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , te Amsterdam, eiseres
Procesverloop
Overwegingen
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 18 juni 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een schoonmaakster, en de raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de weigering van een WIA-uitkering. Eiseres had een WIA-uitkering aangevraagd wegens toegenomen arbeidsongeschiktheid per 30 augustus 2018, na eerder een loongerelateerde WGA-uitkering te hebben ontvangen. Het Uwv had op 7 mei 2019 besloten om de aanvraag te weigeren, omdat er geen toename van beperkingen was vastgesteld. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het Uwv handhaafde zijn standpunt in het bestreden besluit van 9 augustus 2019.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de zitting op 30 april 2020 niet kon doorgaan vanwege de coronamaatregelen, maar dat de overgelegde stukken voldoende inzicht boden in de standpunten van partijen. De rechtbank heeft de zaak schriftelijk afgedaan. In de beoordeling heeft de rechtbank gekeken naar de medische situatie van eiseres en de bevindingen van de verzekeringsarts. De rechtbank concludeert dat het Uwv terecht heeft geoordeeld dat er geen sprake was van toegenomen beperkingen en dat eiseres geen recht heeft op een WIA-uitkering per 30 augustus 2018. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken om proceskostenvergoeding af.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige medische beoordeling en de voorwaarden voor herleving van het recht op WIA-uitkering, waarbij de rechtbank het standpunt van het Uwv volgt dat er geen nieuwe medische feiten zijn die de conclusie van toegenomen beperkingen ondersteunen.