Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2 december 2019 en [gedaagde] per brief van 5 december 2019. Dit vonnis wordt gewezen met – voor zover van belang – inachtneming van de opmerkingen van ING en [gedaagde] .
2.De feiten
€ 15.000,- bij de rechtsvoorganger van ING. Bij overeenkomst van 22 januari 2008 is dat krediet uitgebreid tot € 25.000,-.
“Hierbij delen wij u mede dat de openstaande vordering van TLC (…) op u tot zekerheid aan de ING (…) verpand is. Deze verpanding is ontstaan uit een overeenkomst gesloten tussen TLC (…) en de ING (…).Uit de door u voorgelegde jaarcijfers 2013 van TLC (…) hebben wij geconstateerd dat er sprake is van een rekening-courant verhouding groot € 113.489,00 tussen u en TLC (…). Deze rekening-courant valt onder de door ING bedongen verpanding.
3.Het geschil
i) € 100.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
ii) de proceskosten.
4.De beoordeling
“het vermelden van de gehele of gedeeltelijke inhoud van akten waarvan de registratie wettelijk is vereist voor de geldigheid van een rechtshandeling.”
“1 De inspecteur stelt ten blijke van de registratie van een akte als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, van de wet[Registratiewet 1970; rechtbank]
op het eerste blad van de akte of, indien meer exemplaren van de akte tegelijk ter registratie zijn aangeboden, op de eerste bladen van alle exemplaren een door hem ondertekende verklaring van registratie. (…)”
Op het uittreksel van de KvK staat een registratiestempel van de Belastingdienst met als dagtekening 6 augustus 2013. ING heeft ter zitting aangevoerd dat de overeenkomst en het uittreksel van de KvK als één pakket naar de Belastingdienst zijn gestuurd en dat haar ervaring is dat de Belastingdienst doorgaans de laatste pagina van een dergelijk pakket stempelt, in dit geval dus het uittreksel van de KvK. [gedaagde] heeft deze stelling betwist en voert aan dat de Belastingdienst de registratiestempel op het te registreren stuk plaatst.
De proceskosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:
3.414,00(2 punten × tarief € 1.707,00)