In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 29 juni 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen TaskHero B.V. en Towel Media B.V. TaskHero, een uitzendbureau, vorderde betaling van een overname fee van Towel Media, omdat Towel Media een arbeidsovereenkomst had aangeboden aan een door TaskHero ingeleende uitzendkracht. TaskHero stelde dat op de uitzendovereenkomst de algemene voorwaarden van toepassing waren, waarin was bepaald dat een opdrachtgever een vergoeding verschuldigd is indien hij een arbeidsovereenkomst aangaat met een ingeleende kracht. Towel Media betwistte de vordering en voerde aan dat de uitzendovereenkomst slechts voor 24 uur was gesloten, en dat de voorwaarden in de algemene voorwaarden nietig waren op grond van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi). De kantonrechter oordeelde dat de vordering van TaskHero werd afgewezen, omdat de bepaling in de algemene voorwaarden die het aangaan van een arbeidsovereenkomst na een bepaalde periode vereiste, nietig was. De rechter concludeerde dat de vordering van TaskHero niet kon worden toegewezen, omdat de voorwaarden niet in overeenstemming waren met de wet. TaskHero werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van Towel Media.