Uitspraak
1.Procesverloop
.
Rechtbank Amsterdam
Op 2 juni 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven inzake de wijziging van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1995 in Rusland, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland is. De officier van justitie had op 12 mei 2020 verzocht om wijziging van de zorgmachtiging die eerder op 2 april 2020 was afgegeven. Dit verzoek was ingegeven door de noodzaak om de verplichte zorg uit te breiden vanwege een dreigende noodsituatie, zoals bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat de bestaande zorgmachtiging niet langer volstond en dat er sprake was van een (dreigende) noodsituatie.
Tijdens de zitting is de betrokkene gehoord, evenals haar advocaat en de betrokken artsen. De rechtbank heeft geconstateerd dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn en dat de voorgestelde wijzigingen in de zorgmachtiging noodzakelijk zijn om de veiligheid van de betrokkene en de omgeving te waarborgen. De rechtbank heeft de voorgestelde maatregelen, waaronder insluiten en onderzoek aan kleding of lichaam, toegewezen voor de maximale duur van de reeds geldende zorgmachtiging, tot en met 2 juli 2020.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er sprake was van een termijnoverschrijding in de behandeling van het verzoek, maar dat dit niet automatisch leidde tot nadeel voor de betrokkene. De rechtbank heeft de zorgmachtiging gewijzigd en de nieuwe maatregelen vastgesteld, waarbij de rechten van de betrokkene zijn gewaarborgd en de proportionaliteit van de maatregelen is gewaarborgd. De beschikking is mondeling gegeven door rechter H.M. Patijn en is op 3 juni 2020 schriftelijk uitgewerkt.