In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 22 januari 2020, staat de vraag centraal of de volledige arbeidsongeschiktheid van de eiseres duurzaam is in de zin van artikel 4 van de Wet WIA. Eiseres, die lijdt aan multiple sclerose, heeft in 2018 een WIA-uitkering aangevraagd, maar het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft haar bezwaar tegen de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering ongegrond verklaard. Eiseres is van mening dat haar arbeidsongeschiktheid duurzaam is en dat zij recht heeft op een IVA-uitkering. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres, waaronder de stelling dat het Uwv de hoorplicht heeft geschonden, beoordeeld. De rechtbank concludeert dat de hoorplicht niet is geschonden, aangezien de werkgever zelf heeft afgezien van een hoorzitting. Vervolgens heeft de rechtbank de inhoudelijke gronden van het beroep beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat de verzekeringsartsen van het Uwv voldoende zorgvuldig en toereikend hebben gemotiveerd dat er een meer dan geringe kans op herstel is, en dat de volledige arbeidsongeschiktheid van eiseres daarom niet als duurzaam kan worden beschouwd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken om proceskostenvergoeding af.