Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
- P1 Module Ritregistratie (o.b.v. 850 voertuigen)
- P2 Module Pool systeem (o.b.v. 800 voertuigen)
- P3 Module Track en Trace (o.b.v. 250 voertuigen)
- P4 Module rijstijloptimalisatie (o.b.v. 1000 voertuigen)
- beide inschrijvingen als ongeldig terzijde heeft gelegd omdat niet is voldaan aan een aantal in de in het PvE gestelde eisen, en;
- heeft beslist de opdracht opnieuw aan te besteden.
- Een door haar uitgevoerde spend-analyse van de huidige opdracht (€ 1.226.005), welke opdracht niet wezenlijk afwijkt van aanbestede opdracht;
- Een door de haar gehouden marktconsultatie waarin de geconsulteerde ondernemers de geraamde waarde van € 1.500.000 van de nieuwe opdracht als marktconform hebben gekenschetst;
- Een rondvraag bij gemeentes die onlangs soortgelijke opdrachten hebben aanbesteed, naar de bedragen waartegen zij die soortgelijke opdrachten hebben gegund.
3.Het geschil
fictieveinschrijfsom bestond uit een prijs per eenheid maal het fictieve aantal per module. Bijvoorbeeld: prijs per eenheid ritregistratie x 850. De Gemeente heeft de totale fictieve inschrijfsom van WeGo van € 3.988.800 (excl. BTW) voor in totaal 2.900 voortuigen naast haar raming van € 1,5 miljoen gelegd en is ten onrechte tot de slotsom gekomen dat WeGo een onaanvaardbare hoge inschrijving heeft ingediend. De Gemeente stelt dat zij dezelfde hoeveelheid modules wil afnemen als in haar huidige opdracht. Dat spoort echter niet met de fictieve aantallen die in de aanbestedingsdocumentatie zijn genoemd en die zij thans verwacht af te nemen. Thans neemt de Gemeente 880 modules af. Als de Gemeente deze modules zou aankopen op grond van de inschrijving van WeGo dan zou dat circa € 1,5 miljoen kosten. Dit stemt overeen met de begroting van de Gemeente. Zelfs al zou de Gemeente de extra module voor Track en Trace afnemen (x250) dan komt het inschrijfbedrag uit op € 2 miljoen (ex BTW). De module rijstijloptimalisatie is optioneel en hoeft niet te worden afgenomen. Al met al komt de inschrijving van WeGo dus niet boven de raming uit.
4.De beoordeling
€ 1,5 uit en past de inschrijving binnen de raming, aldus WeGo. Ter onderbouwing heeft zij in haar conclusie van repliek vanaf 4.5 een uitgebreide tabel opgenomen.
indicatieveaantallen voertuigen genoemd die WeGo als uitgangspunt heeft genomen en waarin volgens de Gemeente overlap zit. WeGo had als normaal oplettend en redelijk geïnformeerd inschrijver moeten beseffen dat een inschrijfsom van € 3.988.800,- (ex BTW) disproportioneel was. WeGo kan deze hoge inschrijfsom niet met een redenering achteraf kloppend maken. In de tabel in de conclusie van repliek vanaf 4.5 schuift WeGo met aantallen. De Gemeente heeft in haar dupliek vanaf 43 hierop haar zienswijze gegeven. Uit de verstrekte gegevens en berekeningen kan vooralsnog in dit kort geding niet worden opgemaakt hoe het kan dat indicatieve en fictieve aantallen en het aantal van 1.500 voertuigen door elkaar zijn gehaald en hoe het verschil is ontstaan. Het bedrag van
€ 3.988.800,- (ex BTW) kan dan ook niet eenvoudig worden herberekend naar een voor de Gemeente aanvaardbaar bedrag.
980,00