ECLI:NL:RBAMS:2020:2801

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 mei 2020
Publicatiedatum
3 juni 2020
Zaaknummer
13/528308-07
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de tbs-maatregel met twee jaar na beoordeling van de terbeschikkinggestelde

Op 20 mei 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1981, die sinds 2008 ter beschikking is gesteld voor verpleging. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs-maatregel met twee jaar te verlengen, toegewezen. De terbeschikkinggestelde verblijft momenteel in FPC [naam FPC] en heeft in het verleden verschillende adviezen ontvangen van deskundigen, waaronder psycholoog W.J.P. Gaertner en psychiater I. Maksimovic, die beide hebben geadviseerd om de tbs-maatregel te verlengen. De rechtbank heeft de adviezen en de processtukken in overweging genomen en vastgesteld dat er nog steeds sprake is van ernstige stoornissen en een aanzienlijk risico op herhaling van delictgedrag. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd, omdat de verpleging van overheidswege nog niet binnen één jaar voorwaardelijk kan worden beëindigd. De rechtbank heeft er vertrouwen in dat de kliniek de nodige stappen zal zetten in de komende twee jaar om de terbeschikkinggestelde verder te begeleiden naar resocialisatie.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/528308-07
Beslissing op de op 2 april 2020 ter griffie van deze rechtbank ingekomen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 1 april 2020 in de zaak tegen:

[terbeschikkinggestelde] ,

geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1981,
thans verpleegd in FPC [naam FPC] te [plaats] ,
die bij vonnis van deze rechtbank van 10 maart 2008 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank van 6 juni 2019 voor de tijd van één jaar werd verlengd.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met twee jaar.

De procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het op 10 maart 2020 op grond van artikel 6:6:12, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies van FPC [naam FPC] , strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaar, alsmede de daarbij overgelegde aantekeningen;
  • het op 7 februari 2020 op grond van artikel 6:6:12, derde lid van het Wetboek van Strafvordering opgemaakte adviesrapport van de psycholoog W.J.P. Gaertner, niet verbonden aan de instelling waarin de terbeschikkinggestelde wordt verpleegd, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaar;
  • het op 11 februari 2020 op grond van artikel 6:6:12, derde lid van het Wetboek van Strafvordering opgemaakte adviesrapport van de psychiater I. Maksimovic, niet verbonden aan de instelling waarin de terbeschikkinggestelde wordt verpleegd, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met één jaar.
De rechtbank heeft op 20 mei 2020 de officier van justitie mr. G.M. Kolman, de terbeschikkinggestelde en diens raadsman mr. J.H. van Dijk, advocaat te Haarlem, alsmede de deskundige [persoon] , verbonden als hoofd behandelaar aan FPC [naam FPC] , op de openbare terechtzitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De beoordeling

Aan genoemd advies van
FPC [naam FPC]van 10 maart 2020 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
Bij betrokkene kan gesproken worden van schizofrenie van het paranoïde type, een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale en vermijdende trekken, psychopathie en van zowel een stoornis in alcoholgebruik (ernstig) als cannabisgebruik (licht). Beiden zijn in langdurige remissie wegens een verblijf in de sterk gereguleerde setting van een tbs-kliniek. Daarnaast is er sprake van een uitgebreide neurocognitieve stoornis door multipele oorzaken, dat met name te wijten lijkt aan de doorgemaakte psychotische episodes. Betrokkene functioneert momenteel cognitief op zwakbegaafd niveau.
Behandelverloop en risicotaxatie
Betrokkene verblijft sinds 2015 in FPC [naam FPC] . Sinds april 2017 praktiseert betrokkene begeleid verlof en sinds februari 2018 onbegeleid verlof. Betrokkene krijgt steeds meer vrijheden, wat goed verloopt. Dit heeft geresulteerd in overplaatsing naar de pré-resocialisatieafdeling [naam afdeling] op 16 augustus 2019. Het behandeltraject voor patiënten die op [naam afdeling] verblijven staat in het teken van toewerken naar verdere stabilisatie, waarbij er gestreefd wordt naar een geleidelijke, graduele verruiming van vrijheden en een afbouw van het verplichtende kader van de tbs-maatregel. Betrokkene heeft een goede periode achter de rug. Hij volgt zijn therapie- en werkblokken trouw en neemt ook zijn medicatie trouw in.
De inschatting is dat wanneer het tbs-kader wegvalt, de draagkracht van betrokkene wordt overschreden aangezien hij zijn eigen capaciteiten overschat. Het risico op een nieuw (seksueel) gewelddadig delict binnen een (voorwaardelijke) beëindiging van de tbs-maatregel wordt als matig tot hoog ingeschat. Ingeval van onbegeleid verlof wordt het risico als laag ingeschat omdat oplopende spanningen tijdig kunnen worden gecoupeerd door de stevige externe hulpverleningsprothese. Het risico op onttrekking wordt ingeschat als laag. Betrokkene toont zich gemotiveerd voor zijn behandeling, heeft in de huidige kliniek geen voorwaarden overtreden en staat achter de overplaatsing naar RIBW [naam] .
Koers en advies
Ingeschat wordt dat een langer verblijf in een tbs-kliniek niet langer nodig is, waardoor er op geleide van ontwikkelingen medio juni/juli een aanvraag transmuraal verlof zal worden geschreven voor een overplaatsing naar de Forensische RIBW [naam] . Belangrijk is om te bekijken hoe betrokkene hier omgaat met veel meer vrijheden buiten de hekken van de kliniek, en met name of seksuele- en middelenproblematiek al dan niet meer naar de voorgrond treedt. Een geleidelijke afbouw van begeleiding, structuur en toezicht binnen de tbs-maatregel is aangewezen om de kans op recidive te minimaliseren. De kliniek is voornemens om de 'koninklijke' route te volgen van transmuraal verlof, proefverlof en voorwaardelijke beëindiging. De inschatting is niet dat over één jaar tot een voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel kan worden overgegaan, waardoor de kliniek tot het advies komt om de tbs-maatregel met twee jaar te verlengen en de verpleging van overheidswege te continueren.
De deskundige heeft dit advies op de openbare terechtzitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld.
Aan het
advies van psycholoog W.J.P. Gaertner van 7 februari 2020wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Betrokkene profiteert van de geboden behandeling en begeleiding. Het vergroten van vrijheden zal stapsgewijs dienen plaats te vinden om het risico niet onverantwoord hoog te laten oplopen. Betrokkene heeft een hulpverlenend kader nodig dat signaleert wanneer zijn draagkracht overschreden wordt omdat dit psychotische decompensatie en middelengebruik in de hand werkt. Ook dient medicatie inname en middelenabstinentie gegarandeerd te worden. Daarnaast dienen de contacten met vrouwen gemonitord worden. Het verdere resocialisatietraject zou richting een RIBW vormgegeven kunnen worden.
Geadviseerd wordt om de maatregel met twee jaar te verlengen. In de komende jaren dient betrokkene middels transmuraal verlof richting een RIBW uit te stromen om vervolgens middels proefverlof de samenwerking met de reclassering op te bouwen. Daarbij wordt tevens geadviseerd het proefverlof niet over te slaan. Binnen het proefverlof kan onderzocht worden in hoeverre de reclassering in staat is voldoende toezicht te bieden en of het professionele hulpverlenende kader dan afdoende is om richting het einde van de maatregel te werken. De verwachting is dat dit de termijn van één jaar zal overschrijden.
Aan het
advies van psychiater I. Maksimovic van 11 februari 2020wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Gelet op de attitude van betrokkene en datgene wat hij tot nu toe heeft bereikt, is betrokkene toe aan transmuraal verlof. Het advies is om in deze fase actief zicht te houden op betrokkenes seksualiteitsbeleving en behoefte. Een adequaat risicomanagement in deze fase van het traject bestaat uit een aantal factoren: voortzetting van de medicamenteuze behandeling van betrokkenes schizofrenie, ondersteuning van betrokkene in het voortzetten van zijn werktraject, LVB-benadering en een stapsgewijze afbouw van de structuur, binnen het veilige kader van de tbs. Het geschetste traject zal nog enige tijd in beslag nemen en een verlenging van de maatregel met twee jaar zou in de rede liggen. Echter, wordt het aan rechtbank ter overweging meegegeven om de maatregel met één jaar te verlengen, om op die manier betrokkene te belonen voor zijn positieve inzet, door hem een tastbaar perspectief te geven dat de voortgang van de resocialisatie over een jaar zou worden getoetst.
De rechtbank is – gelet op de adviezen , het verhandelde ter zitting en de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht – van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd. Er is immers nog steeds sprake van ernstige stoornissen en aanzienlijk risico op herhaling.
De rechtbank overweegt dat verlenging van de tbs-maatregel met twee jaar noodzakelijk is omdat de verpleging van overheidswege nog niet binnen één jaar voorwaardelijk zal kunnen worden beëindigd. Ondanks dat het positief is dat de terbeschikkinggestelde goed meewerkt en zich inzet, zal er nog een aanvraag transmuraal verlof moeten worden gedaan en zal overplaatsing naar RIBW [naam] moeten volgen voordat kan worden toegekomen aan voorwaardelijke beëindiging. Het is niet haalbaar om deze stappen binnen één jaar te zetten. De rechtbank heeft er vertrouwen in dat de kliniek voldoende voortvarend te werk zal gaan en in de komende twee jaar de nodige stappen zal zetten.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]met
twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. M.E. Leijten, voorzitter,
mrs. W.M.C. van den Berg en H.E. Hoogendijk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.P.H. Borghans, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 mei 2020.
.