ECLI:NL:RBAMS:2020:2800

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 mei 2020
Publicatiedatum
3 juni 2020
Zaaknummer
13/525620-09, 23/005486-12
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden en wijziging van de voorwaarden

Op 20 mei 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene, geboren in 1976, die onder voorwaarden ter beschikking was gesteld. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen en de voorwaarden te wijzigen, toegewezen. De betrokkene verblijft in een 24-uurs woonvoorziening van GGZ-NHN en heeft te maken met schizofrenie en andere psychiatrische problematiek. De rechtbank heeft de adviezen van de reclassering en deskundigen in overweging genomen, die wezen op de noodzaak van langdurige professionele ondersteuning en toezicht om het recidiverisico te beheersen. De rechtbank heeft besloten dat de betrokkene verplicht is om zich te laten behandelen en dat hij moet blijven verblijven in de huidige woonvoorziening. De beslissing is genomen in het belang van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen. De rechtbank heeft de voorwaarden voor de terbeschikkingstelling aangepast, waarbij de behandelverplichting is gewijzigd en een nieuwe voorwaarde is toegevoegd die de betrokkene verplicht om mee te werken aan een time-out plaatsing in geval van crisis. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee rechters aanwezig waren, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummers: 13/525620-09, 23/005486-12
Beslissing op de op 27 maart 2020 ter griffie van deze rechtbank ingekomen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 26 maart 2020 in de zaak tegen:

[betrokkene] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1976,
verblijvende in [naam woonvoorziening] , [adres] ,
begeleid door Reclassering Nederland.
die bij arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 11 april 2014 onder voorwaarden ter beschikking gesteld werd, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank van 7 mei 2018 voor de tijd van twee jaar werd verlengd, welke beslissing door het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden op 18 oktober 2018 is bevestigd.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met voorwaarden met twee jaar en het wijzigen van de genoemde voorwaarden.

De procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het op 28 februari 2020 op grond van artikel 6:6:12, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering door Reclassering Nederland uitgebrachte advies, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met voorwaarden met twee jaar en aanpassing van de voorwaarden;
  • de voortgangsverslagen toezicht van voornoemde reclasseringsinstelling van 18 januari 2019, 15 april 2019, 24 juni 2019 en 1 oktober 2019;
  • het op 27 januari 2020 op grond van artikel 6:6:12, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies van I. Maksimovic, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met voorwaarden met twee jaar.
De rechtbank heeft op 20 mei 2020 de officier van justitie mr. G.M. Kolman, de terbeschikkinggestelde en diens raadsman mr. J.H.S. Vogel, advocaat te Rotterdam, alsmede de deskundige N. Schilder, verbonden aan Reclassering Nederland, op de openbare terechtzitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De beoordeling

Aan genoemd advies van
Reclassering Nederlandvan 28 februari 2020 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
Bij betrokkene is sprake van schizofrenie. Tevens is sprake van een hersenorganisch lijden, in de zin van subcorticofrontale blijvende hersenbeschadigingen. Betrokkene functioneert op zwakbegaafd intellectueel niveau. In het verleden was er sprake van een stoornis in het gebruik van alcohol, die inmiddels in volledige remissie onder toezicht is geraakt.
Behandelverloop en risicotaxatie
In november 2019 is betrokkene vanuit FPA De Strandwal overgeplaatst naar woonvoorziening [naam woonvoorziening] van GGZ Noord-Holland, gelegen in [plaats 1] . [naam woonvoorziening] betreft een 24-uurs woonvoorziening en behandelinstelling voor mensen met een ernstige psychiatrische aandoening. Met deze verhuizing is een woonplek gerealiseerd voor de lange termijn, passend bij de problematiek van betrokkene. Er is sprake van structurele professionele begeleiding en passende huisvesting. Er is toezicht op medicatie inname, dagbesteding, middelengebruik en het volgen van de behandeling. Betrokkene doet zijn best om zich zo goed mogelijk aan afspraken en voorwaarden te houden. Op dit moment gaat betrokkene één dagdeel per week naar [naam dagbesteding] en één dagdeel per veertien dagen naar zijn oom en tante om mee te helpen in de fietsenwinkel. Volgens het team van [naam woonvoorziening] past betrokkene goed in de groep bewoners. Wel is na de verhuizing een lichte achteruitgang gezien in functioneren. Betrokkene geeft aan dat hij moeite heeft de dag aan te vangen en ook in de zelfzorg is een achteruitgang gezien. Dit maakt duidelijk dat actieve en professionele ondersteuning onontbeerlijk is en in hoge mate aanwezig dient te zijn.
Bij het wegvallen van de tbs-maatregel wordt het recidiverisico matig tot hoog ingeschat. De verwachting is dat indien de huidige zorg wegvalt en de inmenging van de moeder van betrokkene toeneemt, het risico op psychische ontregeling en agressie snel zal toenemen en dat het huidige, wankele evenwicht wordt verstoord waardoor het recidiverisico zal toenemen. Voortzetting van de maatregel is geïndiceerd om het risico te kunnen managen en het huidige functioneren te bestendigen.
Koers en advies
Voor de komende periode ligt de focus met name op het bestendigen van het nu bereikte niveau van functioneren met aandacht voor activatie. De tbs-maatregel biedt meerwaarde waar het gaat om het naleven van afspraken en het maken van keuzes. Er zal nader onderzocht worden of uitbreiding van dagbesteding mogelijk is en er wordt gewerkt aan het opstellen van een gestructureerd dagprogramma met terugkerende activiteiten en taken. In het kader van risicobeheersing zullen de voorwaarden worden gemonitord. Risicomanagement is voornamelijk gericht op de medicamenteuze behandeling en het bieden van een veilige woonomgeving.
Geadviseerd wordt om de tbs met voorwaarden te verlengen voor de duur van twee jaar onder dezelfde voorwaarden, met uitzondering van de voorwaarde betreffende de behandelverplichting/opname in een zorginstelling. Voorgesteld wordt om deze voorwaarde als volgt aan te passen:
Behandelverplichting/ opname in een zorginstelling
 Gezien de directe samenhang van de ziekte schizofrenie met het delictgedrag van betrokkene, wordt hij verplicht om op basis van de, door het NIFP-IFZ afgegeven indicatiestelling, zich voor deze aandoening te laten behandelen op een daartoe aangewezen behandel/verblijfsplek. Betrokkene verblijft reeds in een 24-uurs woonvoorziening (voor behandeling en begeleiding) van GGZ-NHN in [plaats 1] . Vooralsnog dient hij daar te blijven. Betrokkene dient zich hierbij te houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-) directeur van die instelling zullen worden gegeven, ook als dit inhoudt dat hij (depot) medicatie tot zich moet nemen.
Tevens dient de volgende voorwaarde te worden toegevoegd:
 Ingeval van crisis zal betrokkene meewerken aan een time-out plaatsing op de FPA (GGZ-NHN) te [plaats 2] of een soortgelijke instelling. Deze time out duurt in ieder geval zolang als nodig is om de tbs gestelde op verantwoorde en veilige wijze terug te laten keren naar de omstandigheden voorafgaande aan de time out, maar maximaal 7 weken. Deze periode kan eenmaal met zeven weken worden verlengd.
Betrokkene kan zich vinden het advies van de reclassering en heeft aangegeven dat hij een verlenging van twee jaar prettiger vindt dan een verlenging voor de periode van één jaar, omdat dit meer rust geeft en overzichtelijker is. Bezoeken aan de rechtbanken zijn voor betrokkene stress verhogend.
De deskundige heeft dit advies op de openbare terechtzitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld.
Aan het
advies van de psychiater van 27 januari 2020wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Ondanks betrokkenes positieve instelling blijft zijn ziektebeeld hardnekkig. Er is in de loop van de tijd nauwelijks verbetering te zien in het functioneren. In de afgelopen periode is er zelfs sprake van een lichte vermindering van het functioneren, dat wellicht te maken heeft met de overgang naar [naam woonvoorziening] . De ernstige psychiatrische problematiek in combinatie met de cognitieve problematiek heeft grote gevolgen voor het zelfstandig functioneren van betrokkene. Om het recidiverisico laag te houden is het noodzakelijk dat betrokkene zijn hele leven lang substantiële, professionele ondersteuning krijgt. Het is van belang om ruim de tijd te nemen om datgene wat is bereikt te bestendigen. Dit met name omdat hij pas recent is verhuisd naar [naam woonvoorziening] en omdat het in de praktijk moet blijken of [naam woonvoorziening] in staat is om de nodige intensieve zorg aan betrokkene te bieden en de strikte afspraken te hanteren. Het is daarom nodig om het huidige zorg- en toezichtkader van tbs met voorwaarden aan te houden. Geadviseerd wordt om de huidige maatregel met twee jaar te verlengen.
De rechtbank is – gelet op het advies, het verhandelde ter zitting en de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht – van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd en de voorwaarden gewijzigd moeten worden zoals geadviseerd door de reclassering.
De rechtbank overweegt als volgt. Het is van belang dat de terbeschikkinggestelde langdurig kan verblijven in [naam woonvoorziening] en dat door de reclassering toezicht wordt gehouden op de voorwaarden. Hiermee wordt de beveiliging geboden die noodzakelijk is om het recidiverisico laag te houden. Het verlenen van een zorgmachtiging, zoals verzocht door de raadsman, kan in eerste instantie slechts voor zes maanden zodat hiermee niet wordt voldaan aan de behoefte aan een langdurig verblijf in [naam woonvoorziening] . Bovendien zal ingeval van een zorgmachtiging geen toezicht worden gehouden door de reclassering, hetgeen door de rechtbank als onwenselijk wordt geacht.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden, van
[betrokkene]met
twee jaar, wijzigt de voorwaarde betreffende de behandelverplichting/opname in een zorginstelling als volgt:

Behandelverplichting/ opname in een zorginstelling

Gezien de directe samenhang van de ziekte schizofrenie met het delictgedrag van betrokkene, wordt hij verplicht om op basis van de, door het NIFP-IFZ afgegeven indicatiestelling, zich voor deze aandoening te laten behandelen op een daartoe aangewezen behandel/verblijfsplek. Betrokkene verblijft reeds in een 24-uurs woonvoorziening (voor behandeling en begeleiding) van GGZ-NHN in [plaats 1] . Vooralsnog dient hij daar te blijven. Betrokkene dient zich hierbij te houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-) directeur van die instelling zullen worden gegeven, ook als dit inhoudt dat hij (depot) medicatie tot zich moet nemen;

en voegt de volgende voorwaarde toe:

Ingeval van crisis zal betrokkene meewerken aan een time-out plaatsing op de FPA (GGZ-NHN) te [plaats 2] of een soortgelijke instelling. Deze time out duurt in ieder geval zolang als nodig is om de tbs gestelde op verantwoorde en veilige wijze terug te laten keren naar de omstandigheden voorafgaande aan de time out, maar maximaal 7 weken. Deze periode kan eenmaal met zeven weken worden verlengd.
Deze beslissing is gegeven door
mr. M.E. Leijten, voorzitter,
mrs. W.M.C. van den Berg en H.E. Hoogendijk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.P.H. Borghans, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 mei 2020.
.