Op 7 mei 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussentijdse toetsing uitgevoerd met betrekking tot de ISD-maatregel die op 20 maart 2019 aan de veroordeelde is opgelegd. De maatregel, die is opgelegd voor de duur van twee jaar, is bedoeld voor stelselmatige daders en heeft als doel de recidive te verminderen en de maatschappij te beschermen. De rechtbank heeft kennisgenomen van de processtukken, waaronder eerdere beslissingen en een uittreksel Justitiële Documentatie. Tijdens de zitting zijn de officier van justitie, de veroordeelde, zijn raadsman en een deskundige gehoord. De rechtbank constateert dat de veroordeelde sinds 2 juli 2019 op de ISD-afdeling verblijft en dat hij is aangemeld voor verschillende behandelingen en begeleiding, maar dat deze door de coronamaatregelen zijn vertraagd. De deskundige bevestigde dat de behandeling nog steeds noodzakelijk is, ondanks de positieve gedragsverandering van de veroordeelde. De officier van justitie heeft gepleit voor voortzetting van de maatregel, terwijl de verdediging pleitte voor beëindiging, verwijzend naar de stilstand in behandeling door de coronamaatregelen. De rechtbank oordeelt dat, hoewel er vooruitgang is geboekt, de voortzetting van de ISD-maatregel noodzakelijk blijft voor de beëindiging van de recidive en de bescherming van de maatschappij. De rechtbank beslist daarom dat de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel wordt voortgezet.