ECLI:NL:RBAMS:2020:2761

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 mei 2020
Publicatiedatum
2 juni 2020
Zaaknummer
682517/ FA RK 20.2051
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 18 mei 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank behandelde het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van verplichte zorg aan betrokkene, die lijdt aan een schizoaffectieve stoornis van het bipolaire type. De mondelinge behandeling vond plaats op 14 en 18 mei 2020, waarbij betrokkene niet bereid was om zich te laten horen en weigerde om de opname van het gesprek te staken. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat de verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren.

De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend, met inachtneming van de termijnoverschrijding van 20 dagen, waardoor de machtiging geldig is tot en met 23 oktober 2020. De rechtbank heeft de verzoeken tot het toedienen van vocht en voeding afgewezen, omdat niet is gebleken dat betrokkene zich hiertegen verzet. De beschikking is mondeling gegeven door rechter G.M. Beunk en is op 28 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM.
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: 682517 / FA RK 20-2051
kenmerk: 1023037
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 18 mei 2020van de rechtbank Amsterdam naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1979 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
verblijvende te Hoofddorp, Arkin, locatie [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. L.C. Trompetter.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 1 april 2020.
1.2
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • aanvraag voorbereiding verzoekschrift d.d. 27 januari 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur, bedoeld in artikel 5:15;
  • het zorgplan d.d. 28 januari 2020;
  • de medische verklaring d.d. 27 februari 2020;
  • de gegevens, bedoeld in artikel 5:4, eerste lid, onderdelen b en c;
1.3
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 14 en 18 mei 2020. Vanwege de getroffen maatregelen rond het coronavirus, wilde de rechtbank aanvankelijk de partijen via een telefoon verbinding horen. Betrokkene stemde hier echter niet mee in. Daarnaast liet hij niemand uitspreken en nam hij het gesprek op met zijn telefoon. De rechtbank heeft betrokkene opgedragen om de opname te staken, maar hij weigerde dit. De rechtbank heeft daarop de zaak aangehouden tot 18 mei 2020 en de zitting via videoverbinding laten plaatsvinden. In de tussentijd is betrokkene ook van advocaat veranderd. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 mei 2020 zijn de volgende personen gehoord:
  • bovengenoemde advocaat;
  • de heer J. Tijdink, psychiater;
  • de heer P. Bonee, arts-assistent;
  • verpleegkundige.
1.4
Omdat de officier van justitie een nadere motivering van het verzoek niet nodig achtte, is hij niet op de mondelinge behandelingen verschenen
.
1.5
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet bereid is om zich te laten horen. Voor de mondelinge behandeling op 18 mei 2020 heeft betrokkene aangegeven dat hij het gesprek weer wilde opnemen. Op verzoek van de rechtbank heeft de psychiater aan betrokkene hem duidelijk gemaakt dat dit niet mag, waarna betrokkene heeft afgezien van het bijwonen van de mondelinge behandeling.

2.Beoordeling

2.1
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene op 27 april 2020 klinisch is opgenomen. Volgens de psychiater heeft dit op basis een conversie van de nieuwe voorwaardelijke machtiging op grond van de Wet bijzondere opnemingen in een psychiatrische ziekenhuis (hierna: Wet bopz) plaatsgevonden. De advocaat stelt als procesbewaker dat betrokkene zonder titel in de onderhavige accommodatie verblijft. Volgens haar is de voorwaardelijke machtiging komen te vervallen, omdat er in december 2019 een inbewaringstelling is gelast en over de voortzetting daarvan een procedure is geweest.
2.2
De rechtbank stelt vast dat deze procedure gaat om een verzoek om een zorgmachtiging te verlenen. De vraag of betrokkene met ingang van 27 april 2020 met een geldige titel is opgenomen, ligt in deze procedure niet ter beantwoording voor.
2.3
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm een schizoaffectieve stoornis van het bipolaire type.
2.4
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstige psychische schade, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van een ander oproept.
2.5
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.6
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaan uit:
  • toedienen van vocht en voeding voor de duur van 6 maanden;
  • toedienen van medicatie voor de duur van 6 maanden;
  • verrichten van medische controles voor de duur van 6 maanden;
  • verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening voor de duur van 6 maanden;
  • beperken van de bewegingsvrijheid voor de duur van 6 maanden;
  • insluiten voor de duur van 6 maanden;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene voor de duur van 6 maanden;
  • onderzoek aan kleding of lichaam voor de duur van 6 maanden;
  • opnemen in een accommodatie voor de duur van 6 maanden..
2.7
De rechtbank zal de verplichte zorg in de vorm van het toedienen van vocht en voeding niet toewijzen, nu niet is gebleken dat betrokkene zich verzet tegen eten en/of drinken.
2.8
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.9
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.1
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De rechtbank merkt op dat niet binnen drie weken na ontvangst van het verzoek uitspraak is gedaan. De rechtbank heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven rekening te houden met de termijnoverschrijding en de zorgmachtiging te bekorten met het aantal dagen dat de termijn is overschreden, te weten 20 dagen. De rechtbank zal daarom de zorgmachtiging verlenen tot uiterlijk 23 oktober 2020.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1979 te [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • toedienen van medicatie voor de duur van 6 maanden;
  • verrichten van medische controles voor de duur van 6 maanden;
  • verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening voor de duur van 6 maanden;
  • beperken van de bewegingsvrijheid voor de duur van 6 maanden;
  • insluiten voor de duur van 6 maanden;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene voor de duur van 6 maanden;
  • onderzoek aan kleding of lichaam voor de duur van 6 maanden;
  • opnemen in een accommodatie voor de duur van 6 maanden..
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 23 oktober 2020;
wijst af het anders of meer verzochte.
Deze beschikking is op 18 mei 2020 mondeling gegeven door mr. G.M. Beunk, rechter, en in het openbaar uitgesproken, bijgestaan door M. Amarki als griffier en op 28 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.