Op 28 mei 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 15 november 2018 in Vijfhuizen betrokken was bij het opslaan en voorhanden hebben van een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen professioneel vuurwerk heeft opgeslagen in een loods die niet was ingericht voor de opslag van vuurwerk. De tenlastelegging omvatte onder andere het medeplegen van het voorhanden hebben van vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, zonder de vereiste vergunning. Tijdens de zitting op 14 mei 2020 heeft de officier van justitie, mr. H.H.M. Beune, gevorderd tot bewezenverklaring van de feiten, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. M. Baadoudi, pleitte voor vrijspraak van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was dat de verdachte samen met anderen de beschikking had over het vuurwerk en dat hij zich schuldig had gemaakt aan de feiten zoals tenlastegelegd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Daarnaast zijn er verschillende voorwerpen verbeurd verklaard en onttrokken aan het verkeer, waaronder een telefoon die verband hield met de handel in vuurwerk. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf.