ECLI:NL:RBAMS:2020:2567
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek maatschappelijke opvang door gemeente Amsterdam op basis van zelfredzaamheid
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 11 mei 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening van een vrouw die maatschappelijke opvang zocht. De vrouw, verzoekster, had zich op 17 september 2019 gemeld bij de Centrale Toegang Maatschappelijke Opvang (CTMO) in Amsterdam, maar haar verzoek werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. De gemeente oordeelde dat verzoekster niet voldeed aan de voorwaarden voor toegang tot maatschappelijke opvang, omdat zij als voldoende zelfredzaam werd beschouwd en haar problemen voornamelijk huisvestingsgerelateerd waren.
Verzoekster had eerder een aanvraag ingediend die op 30 september 2019 werd afgewezen. Haar bezwaar tegen deze afwijzing werd op 10 december 2019 ongegrond verklaard. Vervolgens heeft zij beroep ingesteld, dat geregistreerd staat onder zaaknummer AMS 19/6809. Vanwege de coronamaatregelen vond er geen openbare zitting plaats, maar de voorzieningenrechter besloot op basis van het dossier en e-mailcorrespondentie te oordelen.
De voorzieningenrechter overwoog dat de screening door de CTMO zorgvuldig was uitgevoerd en dat verzoekster niet in aanmerking kwam voor maatschappelijke opvang. De voorzieningenrechter concludeerde dat de problematiek van verzoekster, hoewel aanwezig, niet leidde tot een recht op opvang, aangezien haar zorg goed geregeld was en zij eerder had gekozen voor opvang in Vlaardingen, die zij had afgewezen. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.