GRONDEN VAN DE BESLISSING
Eisende partij vordert betaling van € 327,06 aan hoofdsom, vermeerderd met rente en kosten. De hoofdsom bestaat uit de termijnfacturen à € 130,- over de maanden december 2017 en januari 2018 en een factuur van 7 oktober 2017 van € 67,06. Hierop heeft gedaagde partij reeds € 100,- in mindering betaald, aldus eisende partij.
Eisende partij stelt dat zij door cessie de rechtsopvolger is van Energiedirect. Voorts stelt zij dat gedaagde partij met Energiedirect online een overeenkomst is aangegaan en dat deze ‘wegens opzegging’ is geëindigd, zonder een datum te noemen. Eisende partij heeft daarbij – voor zover van belang – de volgende stukken overgelegd:
a. een niet gedateerde bevestigingsbrief (in de vorm van een e-mail) van Energiedirect aan gedaagde partij, met daarin onder meer de ingangsdatum van de overeenkomst. In de brief is verder opgenomen:
U kunt de keuze voor dit contract binnen 14 kalenderdagen na ontvangst van deze e-mail terugdraaien. Bel 0900-3347328 (€ 0,70 per gesprek, plus uw gebruikelijke belkosten) of kijk openergiedirect.nl.;
b. een overeenkomst ter zake van de levering van stroom en gas, gedateerd 16 juni 2017, met daarin de ingangsdatum (3 juli 2017) en de einddatum (2 juli 2020), bij de brief gevoegd als bijlage;
c. een tarievenoverzicht voor gas en een tarievenoverzicht voor stroom, gedateerd
16 juni 2017, bij de brief gevoegd als bijlagen;
d. algemene voorwaarden (versie 2017) en de aanvullende voorwaarden van Energiedirect;
e. een termijnfactuur van 7 december 2017;
f. een termijnfactuur van 7 januari 2018;
g. aanmaningen en (standaard)brieven over een betalingsregeling.
3. Op grond van artikel 111 lid 2 onder d Rv moet de dagvaarding de eis en de gronden daarvan vermelden. Verder moet eisende partij op grond van artikel 21 Rv de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aanvoeren. Verder wordt vastgesteld dat gedaagde partij een consument is, zodat ambtshalve moet worden getoetst of eisende partij aan de (pre)contractuele informatieverplichtingen heeft voldaan of sprake is van een oneerlijk beding in de algemene voorwaarden dan wel van oneerlijke handelspraktijken.
4. Eisende partij heeft ondanks dat zij daartoe de gelegenheid heeft gekregen, de factuur van 7 oktober 2017 niet overgelegd en evenmin uitgelegd op grond waarvan het bedrag van € 67,06 wordt gevorderd. Derhalve zijn niet alle voor de beslissing van belang zijnde gronden naar voren gebracht en wordt de vordering voor wat betreft deze factuur afgewezen.
5. Eisende partij stelt dat de overeenkomst online is gesloten, zodat sprake is van een overeenkomst op afstand. Op grond van artikel 6:230m lid 1 jo. 6:230v lid 1 BW was Energiedirect daarom verplicht om voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst – kort gezegd – op passende, duidelijke en begrijpelijke wijze de in artikel 6:230m lid 1 BW opgesomde informatie aan de consument te verstrekken. Voor wat betreft:
- de voornaamste kenmerken van de zaak of dienst,
- de (totale) prijs en bijkomende kosten,
- de duur van de overeenkomst of, wanneer de overeenkomst voor onbepaalde duur is of stilzwijgend wordt verlengd, de voorwaarden voor opzegging en
had Energiedirect daarbij, onmiddellijk voorafgaand aan het plaatsen van de bestelling, tevens op een in het oog springende wijze op deze informatie moeten wijzen (zie artikel 6:230v lid 2 jo. 6:230m lid 1 sub a, e, o, p BW).
6. Het doel van artikel 6:230m lid 1 BW is om de consument de mogelijkheid te geven een weloverwogen besluit te nemen over zijn aankoop. Een verwijzing achteraf naar waar de informatie als bedoeld in artikel 6:230m lid 1 BW op de website dan wel in de algemene voorwaarden kan worden gevonden is, gelet op voornoemd doel, in beginsel niet afdoende. Op grond van artikel 6:230v lid 7 BW dient Energiedirect aan de consument binnen een redelijke termijn na het sluiten van de overeenkomst een bevestiging van de overeenkomst te verstrekken (met daarin wederom alle toepasselijke contractuele informatieverplichtingen) op een duurzame gegevensdrager.
7. Wat betreft de precontractuele informatieverplichtingen stelt eisende partij dat deze voor het sluiten van de overeenkomst is verstrekt in begrijpelijke taal, dat deze te raadplegen, af te drukken en op te slaan was. Zij verwijst daarbij naar het digitale bestelproces van Energiedirect, de website van Energiedirect en de algemene voorwaarden.
8. Eisende partij heeft van deze algemene beschrijving geen stukken, zoals schermafdrukken van het bestelproces, bijgevoegd en evenmin op andere wijze voldoende concreet gemaakt dat gedaagde partij, voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, van de bedoelde informatie op de in artikel 6:230v lid 1 BW beschreven manier kennis heeft kunnen nemen. Er kan dan ook niet worden getoetst dat Energiedirect op juiste wijze aan haar precontractuele informatieverplichtingen jegens gedaagde partij heeft voldaan.
9. Voor zover het de contractuele informatieverplichtingen betreft heeft eisende partij de brief / e-mail in het geding gebracht, waarin Energiedirect de overeenkomst aan gedaagde partij bevestigt. In deze brief / e-mail, die als duurzame gegevensdrager kan worden aangemerkt, is een groot deel van de informatie zoals bedoeld in artikel 6:230m lid 1 BW verstrekt, maar is niet op alle contractuele informatieverplichtingen gewezen, zoals het geografisch adres van Energiedirect, het klachtafhandelingsbeleid en de gedragscodes. Eisende partij stelt in haar akte dat deze informatie is vermeld op haar website dan wel in haar algemene voorwaarden. Hoewel ten aanzien van deze minder essentiële informatie voldoende zou kunnen zijn dat deze is vermeld op de website of in de algemene voorwaarden, heeft eisende partij in onderhavig geval onvoldoende concreet gemaakt dat deze informatie daar op juiste wijze is vermeld en waar. Zonder verdere toelichting van eisende partij kan niet worden vastgesteld of voldaan is aan de informatieplicht op dit punt. Van groter belang is echter dat uit de bevestigingsbrief blijkt dat Energiedirect gedaagde partij weliswaar heeft gewezen op het recht de overeenkomst binnen 14 dagen te ontbinden, maar daarvoor slechts verwijst naar een telefoonnummer, waaraan bovendien kosten zijn verbonden, en de (algemene) website. Energiedirect heeft daarmee niet afdoende voldaan aan de verplichting gedaagde partij op duidelijk en begrijpelijke wijze te informeren over diens recht de overeenkomst te herroepen.
10. Gelet op het voorgaande wordt geconcludeerd dat ook niet (volledig) is voldaan aan de contractuele verplichtingen van artikel 6:230v lid 7, waarbij met name ten aanzien van het recht op herroeping gedaagde partij niet op juiste wijze is geïnformeerd.
11. Als gezegd kan niet worden getoetst of Energiedirect destijds aan haar precontractuele verplichtingen heeft voldaan. Verder is niet (volledig) aan de contractuele verplichtingen voldaan, terwijl van deze verplichtingen niet ten nadele van consumenten mag worden afgeweken. Gelet op de jurisprudentie van het HvJEU dienen de consequenties daarvan, voor zover de niet nakoming van deze informatieverplichtingen essentieel is voor de wilsvorming van de consument en voor het bereiken van het door de gemeenschapswetgever gewenste beschermingsniveau, doeltreffend, afschrikwekkend en evenredig te zijn (HvJ EU Martín, EU C-227/08,
17 december 2009). Dit betekent dat de vordering, ook indien voor het overige aan de voorwaarden voor toewijsbaarheid is voldaan, niet zonder meer kan worden toegewezen. Daarvan zou immers een onjuist signaal uitgaan naar handelaren die wel volledig aan hun verplichtingen voldoen. Anderzijds kan een algehele afwijzing van de vordering niet als evenredig worden aangemerkt.
12. Bij het bepalen van de sanctie wordt in aanmerking genomen dat, in het geval eisende partij op enig moment wel volledig en op juiste wijze aan de bovenbedoelde informatieverplichtingen zou hebben voldaan, er een gerede kans zou zijn geweest dat gedaagde partij de overeenkomst tijdig zou hebben ontbonden. Deze kans dient in de sanctie te worden verdisconteerd. Een en ander geeft aanleiding de hoofdsom gedeeltelijk af te wijzen. Afwijzing van 50% van de resterende hoofdsom van € 260,- wordt onder de gegeven omstandigheden een doeltreffende, afschrikwekkende en evenredige sanctie geacht als hiervoor bedoeld. Hierop komt nog in mindering het reeds betaalde bedrag van € 100,-.
13. Nu op grond van voorgaande rente is berekend over en aangemaand is voor een te hoog bedrag worden de reeds verschenen wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten afgewezen.
14. Onder de gegeven omstandigheden is er aanleiding de proceskosten te compenseren, met dien verstande dat elk van de partijen de eigen kosten draagt.