GRONDEN VAN DE BESLISSING
Eisende partij vordert betaling van € 677,04 aan hoofdsom, vermeerderd met rente en kosten. De hoofdsom bestaat uit de jaarnota over de periode 23 oktober 2015 tot en met 25 oktober 2016 van € 476,27 en de eindnota van 22 december 2016 over de periode
26 oktober 2016 tot en met 27 november 2016 van € 200,77.
Eisende partij stelt dat zij door cessie de rechtsopvolger is van Energiedirect B.V. Verder stelt zij dat gedaagde partij met Energiedirect online een overeenkomst is aangegaan. Die overeenkomst is voortijdig geëindigd omdat gedaagde partij per
28 november 2016 is overgestapt naar een andere leverancier. Dat is de reden dat gedaagde partij een opzegvergoeding van € 50,- per product is verschuldigd. Eisende partij heeft daarbij – voor zover van belang – de volgende stukken overgelegd:
a. een niet gedateerde bevestigingsbrief (in de vorm van een e-mail) van Energiedirect aan gedaagde partij, met daarin onder meer ingangsdatum (21 oktober 2015) en de einddatum (20 oktober 2017) van de overeenkomst. In de brief is verder opgenomen:
Je kunt de keuze voor dit contract binnen 14 kalenderdagen na ontvangst van deze e-mail terugdraaien. Bel hiervoor het telefoonnummer (..) (€ 0,70 per gesprek, plus je gebruikelijke belkosten) of kijk openergiedirect.nl.;
b. een overeenkomst ter zake van de levering van stroom en gas, gedateerd op
6 oktober 2015, bij de brief gevoegd als bijlage;
c. een tarievenoverzicht voor gas en een tarievenoverzicht voor stroom, gedateerd
6 oktober 2015, bij de brief gevoegd als bijlagen;
d. algemene voorwaarden (versie 2013);
e. een jaarnota van 27 oktober 2016;
f. een eindnota van 22 december 2016;
g. aanmaningen.
3. Op grond van artikel 111 lid 2 onder d Rv moet de dagvaarding de eis en de gronden daarvan vermelden. Verder moet eisende partij op grond van artikel 21 Rv de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aanvoeren. Verder wordt vastgesteld dat gedaagde partij een consument is, zodat ambtshalve moet worden getoetst of eisende partij aan de (pre)contractuele informatieverplichtingen heeft voldaan en of er een beroep wordt gedaan op een oneerlijk beding in de algemene voorwaarden.
4. Nu eisende partij stelt dat de overeenkomst online is gesloten, is sprake van een overeenkomst op afstand. Op grond van artikel 6:230m jo. 6:230v lid 1 BW was Energiedirect daarom verplicht om voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst – kort gezegd – op passende, duidelijke en begrijpelijke wijze de in artikel 6:230m lid 1 BW opgesomde informatie aan de consument te verstrekken. Voor wat betreft:
- de voornaamste kenmerken van de zaak of dienst,
- de (totale) prijs en bijkomende kosten,
- de duur van de overeenkomst of, wanneer de overeenkomst voor onbepaalde duur is of stilzwijgend wordt verlengd, de voorwaarden voor opzegging en
had Energiedirect daarbij, onmiddellijk voorafgaand aan het plaatsen van de bestelling, tevens op een in het oog springende wijze op deze informatie moeten wijzen (zie 6:230v lid 2 jo. 6:230m lid 1 sub a, e, o, p BW).
5. Het doel van artikel 6:230m lid 1 BW is om de consument de mogelijkheid te geven een weloverwogen besluit te nemen over zijn aankoop. Een verwijzing achteraf naar waar de informatie als bedoeld in artikel 6:230m lid 1 BW op de website dan wel in de algemene voorwaarden kan worden gevonden is, gelet op voornoemd doel, in beginsel niet afdoende. Verder had Energiedirect ex artikel 6:230v lid 7 BW aan de consument binnen een redelijke termijn na het sluiten van de overeenkomst een bevestiging van de overeenkomst moeten verstrekken (met daarin wederom alle toepasselijke contractuele informatieverplichtingen) op een duurzame gegevensdrager.
6. Eisende partij heeft in haar akte een overzicht gegeven waaruit volgens haar blijkt dat zij heeft voldaan aan de precontractuele informatieverplichtingen. Zij verwijst daarbij naar het digitale bestelproces van Energiedirect, de website van Energiedirect en de algemene voorwaarden.
7. Eisende partij heeft van deze algemene beschrijving geen stukken, zoals schermafdrukken van het bestelproces, bijgevoegd en evenmin op andere wijze voldoende concreet gemaakt dat gedaagde partij, voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, van de bedoelde informatie op de in artikel 6:230v lid 1 BW beschreven manier kennis heeft kunnen nemen. Er kan dan ook niet worden vastgesteld dat Energiedirect op juiste wijze aan haar precontractuele informatieverplichtingen jegens gedaagde partij heeft voldaan.
8. Voor zover het de contractuele informatieverplichtingen betreft heeft eisende partij de brief / e-mail in het geding gebracht, waarin Energiedirect de overeenkomst aan gedaagde partij bevestigt. In deze brief / e-mail, die als duurzame gegevensdrager kan worden aangemerkt, is een groot deel van de informatie zoals bedoeld in artikel 6:230m lid 1 BW verstrekt, maar is niet op alle contractuele informatieverplichtingen gewezen, zoals het geografisch adres van Energiedirect, het klachtafhandelingsbeleid en de gedragscodes. Eisende partij stelt in haar akte dat deze informatie is vermeld op haar website dan wel in haar algemene voorwaarden. Hoewel ten aanzien van deze minder essentiële informatie voldoende zou kunnen zijn dat deze is vermeld op de website of in de algemene voorwaarden, heeft eisende partij in onderhavig geval onvoldoende concreet gemaakt dat de informatie over het geografisch adres en de gedragscodes daar op juiste wijze is vermeld en waar. Zonder verdere toelichting kan dan ook niet worden vastgesteld of voldaan is aan de informatieplicht op dit punt. Van groter belang is echter dat uit de bevestigingsbrief blijkt dat Energiedirect gedaagde partij weliswaar heeft gewezen op het recht de overeenkomst binnen 14 dagen te ontbinden, maar daarvoor slechts verwijst naar een telefoonnummer, waaraan bovendien kosten zijn verbonden, en de (algemene) website. Energiedirect heeft daarmee niet afdoende voldaan aan de verplichting gedaagde partij op duidelijk en begrijpelijke wijze te informeren over diens recht de overeenkomst te herroepen.
9. Gelet op het voorgaande wordt geconcludeerd dat niet (volledig) is voldaan aan de contractuele verplichtingen van artikel 6:230v lid 7, waarbij met name ten aanzien van het recht op herroeping gedaagde partij niet op juiste wijze is geïnformeerd.
10. Als gezegd kan niet worden getoetst of Energiedirect destijds aan haar precontractuele verplichtingen heeft voldaan. Verder is niet (volledig) aan de contractuele verplichtingen voldaan, terwijl van deze verplichtingen niet ten nadele van consumenten mag worden afgeweken. Gelet op de jurisprudentie van het HvJEU dienen de consequenties daarvan, voor zover de niet nakoming van deze informatieverplichtingen essentieel is voor de wilsvorming van de consument en voor het bereiken van het door de gemeenschapswetgever gewenste beschermingsniveau, doeltreffend, afschrikwekkend en evenredig te zijn (HvJ EU Martín, EU C-227/08, 17 december 2009). Dit betekent dat de vordering, ook indien voor het overige aan de voorwaarden voor toewijsbaarheid is voldaan, niet zonder meer kan worden toegewezen. Daarvan zou immers een onjuist signaal uitgaan naar handelaren die wel volledig aan hun verplichtingen voldoen. Anderzijds kan een algehele afwijzing van de vordering niet als evenredig worden aangemerkt.
11. Bij het bepalen van de sanctie wordt in aanmerking genomen dat, in het geval eisende partij op enig moment wel volledig aan de bovenbedoelde informatieverplichtingen zou hebben voldaan, er een gerede kans zou zijn geweest dat de gedaagde partij de overeenkomst tijdig zou hebben ontbonden. Deze kans dient in de sanctie te worden verdisconteerd. Een en ander geeft aanleiding de hoofdsom gedeeltelijk af te wijzen. Afwijzing van 50% van de gevorderde hoofdsom wordt onder de gegeven omstandigheden een doeltreffende, afschrikwekkende en evenredige sanctie geacht als hiervoor bedoeld.
12. Ten aanzien van de opzegvergoeding die eisende partij vordert, geldt dat conform de Richtsnoeren Redelijke Opzegvergoedingen Vergunninghouders van de ACM (artikel 8) sprake is van een redelijke voorwaarde indien het beding wordt opgenomen in de overeenkomst, waarbij duidelijk wordt aangegeven wat de hoogte van de opzegvergoeding is. In de overeenkomst is weliswaar opgenomen dat bij voortijdige opzegging van de overeenkomst een vergoeding is verschuldigd, maar de hoogte daarvan is niet vermeld. Aan het richtsnoer van de ACM, waarbij de kantonrechter aanknoopt, heeft Energiedirect dan ook niet voldaan zodat het beding geen redelijke voorwaarde is. De opzegvergoeding van 2x € 50,- wordt daarom afgewezen.
13. Nu op grond van voorgaande rente is berekend over en aangemaand is voor een te hoog bedrag worden de reeds verschenen wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten eveneens afgewezen.
14. Gedaagde partij wordt als de meest in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten belast, waarbij het griffierecht is aangepast nu niet de gehele hoofdsom wordt toegewezen.