ECLI:NL:RBAMS:2020:2518

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 mei 2020
Publicatiedatum
8 mei 2020
Zaaknummer
CV 19-16005
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake consumentenzaak over online overeenkomst energie en contractuele verplichtingen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 4 mei 2020 uitspraak gedaan in een consumentenzaak tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Direct Pay Services B.V. (eisende partij) en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde betaling van € 306,73 aan hoofdsom, vermeerderd met rente en kosten, op basis van een online overeenkomst die de gedaagde partij met Energiedirect had gesloten. De eisende partij stelde dat de overeenkomst voortijdig was geëindigd vanwege wanbetaling, maar kon niet aantonen dat aan de precontractuele informatieverplichtingen was voldaan. De kantonrechter oordeelde dat de eisende partij onvoldoende bewijs had geleverd dat de gedaagde partij op de juiste wijze was geïnformeerd over zijn rechten, waaronder het recht om de overeenkomst binnen 14 dagen te ontbinden. Hierdoor kon niet worden vastgesteld dat de gedaagde partij op de hoogte was van zijn rechten en plichten onder de overeenkomst. De rechter concludeerde dat niet volledig was voldaan aan de contractuele verplichtingen, wat leidde tot een gedeeltelijke afwijzing van de vordering. De kantonrechter heeft de hoofdsom vastgesteld op € 153,37, te vermeerderen met wettelijke rente, en de gedaagde partij werd veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 7926845 CV EXPL 19-16005
vonnis van: 4 mei 2020
fno.: 364

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DIRECT PAY SERVICES B.V.

gevestigd te Barendrecht
eisende partij
gemachtigde: Webcasso B.V.
t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]
gedaagde partij
niet verschenen

VERDER VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Bij tussenvonnis van 26 augustus 2019 is eisende partij in de gelegenheid gesteld om het bijgevoegde informatieformulier in te vullen en dit ingevulde formulier met de daarin genoemde stukken in het geding te brengen en een kopie daarvan aan gedaagde partij te sturen, met de mededeling dat deze daarop kan reageren.
Eisende partij heeft op de rolzitting van 21 oktober 2019 een akte ingediend. Gedaagde partij heeft hierop niet gereageerd.
Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Eisende partij vordert betaling van € 306,73 aan hoofdsom, vermeerderd met rente en kosten. De hoofdsom bestaat uit de termijnbedragen à € 105,- over de maanden augustus, september en oktober 2017, de jaarnota over de periode 20 september 2016 tot en met 21 september 2017 van € 58,56 en – zo wordt opgemaakt uit de bij akte overgelegde eindnota – de eindafrekening over één dag, te weten 22 september 2017, van € 8,08. Hierop komt in mindering € 75,-.
Eisende partij stelt dat zij door cessie de rechtsopvolger is van Energiedirect. Voorts stelt zij dat gedaagde partij met Energiedirect online een overeenkomst is aangegaan en dat deze voortijdig is geëindigd vanwege wanbetaling, zonder daarbij een datum te noemen. Eisende partij heeft daarbij – voor zover van belang – de volgende stukken overgelegd:
a. een niet gedateerde bevestigingsbrief (in de vorm van een e-mail) van Energiedirect aan gedaagde partij, met daarin onder meer de ingangsdatum (20 september 2016) en de einddatum (19 september 2019) van de overeenkomst. In de brief is verder opgenomen:
Je kunt de keuze voor dit contract binnen 14 kalenderdagen na ontvangst van deze e-mail terugdraaien. Bel hiervoor het telefoonnummer (..) (€ 0,70 per gesprek, plus je gebruikelijke belkosten) of kijk openergiedirect.nl.;
b. een overeenkomst ter zake van de levering van stroom en gas, gedateerd 5 september 2016, bij de brief gevoegd als bijlage;
c. een tarievenoverzicht voor gas en een tarievenoverzicht voor stroom, gedateerd
5 september 2016, bij de brief gevoegd als bijlagen;
d. algemene voorwaarden (versie 2013);
e. een jaarnota van 23 september 2017;
f. een eindnota van 27 september 2017;
g. aanmaningen.
3. Op grond van artikel 111 lid 2 onder d Rv moet de dagvaarding de eis en de gronden daarvan vermelden. Verder moet eisende partij op grond van artikel 21 Rv de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aanvoeren. Verder wordt vastgesteld dat gedaagde partij een consument is, zodat ambtshalve moet worden getoetst of eisende partij aan de (pre)contractuele informatieverplichtingen heeft voldaan en of er een beroep wordt gedaan op een oneerlijk beding in de algemene voorwaarden.
4. Nu eisende partij stelt dat de overeenkomst online is gesloten, is sprake van een overeenkomst op afstand. Op grond van artikel 6:230m lid 1 jo. 6:230v lid 1 BW was Energiedirect daarom verplicht om voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst – kort gezegd – op passende, duidelijke en begrijpelijke wijze de in artikel 6:230m lid 1 BW opgesomde informatie aan de consument te verstrekken. Voor wat betreft:
- de voornaamste kenmerken van de zaak of dienst,
- de (totale) prijs en bijkomende kosten,
- de duur van de overeenkomst of, wanneer de overeenkomst voor onbepaalde duur is of stilzwijgend wordt verlengd, de voorwaarden voor opzegging en
- de minimumduur
had Energiedirect daarbij, onmiddellijk voorafgaand aan het plaatsen van de bestelling, tevens op een in het oog springende wijze op deze informatie moeten wijzen (zie 6:230v lid 2 jo. 6:230m lid 1 sub a, e, o, p BW).
5. Het doel van artikel 6:230m lid 1 BW is om de consument de mogelijkheid te geven een weloverwogen besluit te nemen over zijn aankoop. Een verwijzing achteraf naar waar de informatie als bedoeld in artikel 6:230m lid 1 BW op de website dan wel in de algemene voorwaarden kan worden gevonden is, gelet op voornoemd doel, in beginsel niet afdoende. Op grond van artikel 6:230v lid 7 BW dient Energiedirect aan de consument binnen een redelijke termijn na het sluiten van de overeenkomst een bevestiging van de overeenkomst te verstrekken (met daarin wederom alle toepasselijke contractuele informatieverplichtingen) op een duurzame gegevensdrager.
6. Wat betreft de precontractuele informatieverplichtingen stelt eisende partij dat deze voor het sluiten van de overeenkomst is verstrekt in begrijpelijke taal, dat deze te raadplegen, af te drukken en op te slaan was. Zij verwijst daarbij naar het digitale bestelproces van Energiedirect, de website van Energiedirect en de algemene voorwaarden.
7. Eisende partij heeft van deze algemene beschrijving geen stukken, zoals schermafdrukken van het bestelproces, bijgevoegd en evenmin op andere wijze voldoende concreet gemaakt dat gedaagde partij, voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, van de bedoelde informatie op de in artikel 6:230v lid 1 BW beschreven manier kennis heeft kunnen nemen. Er kan dan ook niet worden vastgesteld dat Energiedirect op juiste wijze aan haar precontractuele informatieverplichtingen jegens gedaagde partij heeft voldaan.
8. Voor zover het de contractuele informatieverplichtingen betreft heeft eisende partij de brief / e-mail in het geding gebracht, waarin Energiedirect de overeenkomst aan gedaagde partij bevestigt. In deze brief / e-mail, die als duurzame gegevensdrager kan worden aangemerkt, is een groot deel van de informatie zoals bedoeld in artikel 6:230m lid 1 BW verstrekt, maar is niet op alle contractuele informatieverplichtingen gewezen, zoals het geografisch adres van Energiedirect, het klachtafhandelingsbeleid en de gedragscodes. Eisende partij stelt in haar akte dat deze informatie is vermeld op haar website dan wel in haar algemene voorwaarden. Hoewel ten aanzien van deze minder essentiële informatie voldoende zou kunnen zijn dat deze is vermeld op de website of in de algemene voorwaarden, heeft eisende partij in onderhavig geval onvoldoende concreet gemaakt dat deze informatie daar op juiste wijze is vermeld en waar. Zonder verdere toelichting van eisende partij kan niet worden vastgesteld of voldaan is aan de informatieplicht op dit punt. Van groter belang is echter dat uit de bevestigingsbrief blijkt dat Energiedirect gedaagde partij weliswaar heeft gewezen op het recht de overeenkomst binnen 14 dagen te ontbinden, maar daarvoor slechts verwijst naar een telefoonnummer, waaraan bovendien kosten zijn verbonden, en de (algemene) website. Energiedirect heeft daarmee niet afdoende voldaan aan de verplichting gedaagde partij op duidelijk en begrijpelijke wijze te informeren over diens recht de overeenkomst te herroepen.
9. Gelet op het voorgaande wordt geconcludeerd dat niet (volledig) is voldaan aan de contractuele verplichtingen van artikel 6:230v lid 7, waarbij met name ten aanzien van het recht op herroeping gedaagde partij niet op juiste wijze is geïnformeerd.
10. Als gezegd kan niet worden getoetst of Energiedirect destijds aan haar precontractuele verplichtingen heeft voldaan. Verder is niet (volledig) aan de contractuele verplichtingen voldaan, terwijl van deze verplichtingen niet ten nadele van consumenten mag worden afgeweken. Gelet op de jurisprudentie van het HvJEU dienen de consequenties daarvan, voor zover de niet nakoming van deze informatieverplichtingen essentieel is voor de wilsvorming van de consument en voor het bereiken van het door de gemeenschapswetgever gewenste beschermingsniveau, doeltreffend, afschrikwekkend en evenredig te zijn (HvJ EU Martín, EU C-227/08, 17 december 2009). Dit betekent dat de vordering, ook indien voor het overige aan de voorwaarden voor toewijsbaarheid is voldaan, niet zonder meer kan worden toegewezen. Daarvan zou immers een onjuist signaal uitgaan naar handelaren die wel volledig aan hun verplichtingen voldoen. Anderzijds kan een algehele afwijzing van de vordering niet als evenredig worden aangemerkt.
11. Bij het bepalen van de sanctie wordt in aanmerking genomen dat, in het geval eisende partij op enig moment wel volledig en op juiste wijze aan de bovenbedoelde informatieverplichtingen zou hebben voldaan, er een gerede kans zou zijn geweest dat gedaagde partij de overeenkomst tijdig zou hebben ontbonden. Deze kans dient in de sanctie te worden verdisconteerd. Een en ander geeft aanleiding de hoofdsom gedeeltelijk af te wijzen. Afwijzing van 50% van de gevorderde hoofdsom wordt onder de gegeven omstandigheden een doeltreffende, afschrikwekkende en evenredige sanctie geacht als hiervoor bedoeld.
12. Nu op grond van voorgaande rente is berekend over en aangemaand is voor een te hoog bedrag worden de reeds verschenen wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten afgewezen.
13. Gedaagde partij wordt als de meest in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten belast.

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt gedaagde partij tot betaling aan eisende partij van:
- € 153,37 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 juli 2019 tot de dag van de algehele voldoening;
veroordeelt gedaagde partij in de proceskosten, tot op heden begroot op € 121,- aan griffierecht, € 36,- aan salaris gemachtigde en € 85,18 aan explootkosten, een en ander voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt gedaagde partij in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 18,- aan salaris gemachtigde, te verhogen met een bedrag van € 68,00 en de explootkosten van betekening van het vonnis, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw, onder de voorwaarde dat gedaagde partij niet binnen veertien dagen na aanschrijving volledig aan dit vonnis heeft voldaan en het vonnis pas na veertien dagen na aanschrijving is betekend;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Pennink, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 4 mei 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.