Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
aanwijzingendat verdachte betrokken is geweest bij drugshandel kan zeker worden gesproken, te meer er tevens vraagtekens kunnen worden gezet bij de verklaringen van verdachte en de verklaring van zijn vrouw. Juist gelet op de bestaande onduidelijkheden acht de rechtbank deze aanwijzingen, na verdachte ter zitting te hebben gehoord, echter onvoldoende om te komen tot wettig en overtuigend bewijs dat sprake is geweest van handel. De rechtbank acht enkel bewezen dat verdachte de harddrugs opzettelijk aanwezig heeft gehad. De rechtbank gaat daarbij uit van de hoeveelheden uit het definitieve drugsrapport van 18 februari 2020.
4.Bewijs
5.Strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Beslag
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
een gevangenisstraf van 75 (vijfenzeventig) dagen.