Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
de eisende partij de uitkomst van een bodemprocedure niet kan afwachten.
180,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 29 april 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Woningstichting Eigen Haard en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De eiser, Eigen Haard, vorderde ontruiming van de huurwoning van [gedaagde] omdat deze een hennepplantage met 80 planten in de woning had. Ondanks de geldende coronamaatregelen oordeelde de voorzieningenrechter dat de ontruiming moest plaatsvinden. De rechtbank overwoog dat de aanwezigheid van een hennepplantage in strijd is met de huurovereenkomst en dat dit een ernstige tekortkoming is. De gedaagde had verweer gevoerd, onder andere met de stelling dat hij door zijn verslaving niet in staat was om weerstand te bieden tegen druk van derden. De voorzieningenrechter oordeelde dat de huurder verantwoordelijk is voor de activiteiten in de woning en dat de illegale activiteiten een gevaar voor de woonomgeving en de veiligheid met zich meebrachten. De rechtbank concludeerde dat er een spoedeisend belang was bij de ontruiming, gezien het misbruik van een sociale huurwoning en het risico op herhaling van criminele activiteiten. De ontruimingstermijn werd verlengd tot acht dagen, en de gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.