Op 15 april 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 29-jarige man, die op 6 januari 2020 in Amsterdam een poging tot doodslag heeft gepleegd. De verdachte heeft het slachtoffer met een glazen wijnfles op het hoofd geslagen en vervolgens met een afgebroken flessenhals in de richting van de hals, nek en rug gestoken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot doodslag, waarbij de kans op de dood van het slachtoffer aanzienlijk was. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot bewezenverklaring van de poging tot doodslag gehonoreerd, ondanks de verdediging van de verdachte die stelde dat hij geen opzet had op de dood van het slachtoffer. De rechtbank oordeelde dat de handelingen van de verdachte, gezien de omstandigheden, wel degelijk gericht waren op het toebrengen van ernstig letsel of de dood van het slachtoffer. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en een behandelverplichting. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding van € 1.000,00 aan de benadeelde partij toegewezen voor immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente.