ECLI:NL:RBAMS:2020:2401
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet van een psychiatrisch hulpverlener wegens het meenemen van medicatie
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 23 april 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoeker, werkzaam als groepsbegeleider bij de stichting Arkin, en zijn werkgever. De verzoeker had op 30 januari 2020 een verzoek ingediend tot vernietiging van zijn ontslag op staande voet, dat hem op 11 december 2019 was opgelegd. Het ontslag was het gevolg van het meenemen van tien tabletten van het slaapmiddel Temazepam van zijn werk naar huis, zonder toestemming of recept. De verzoeker stelde dat er geen dringende reden voor ontslag was en dat het ontslag niet onverwijld was gegeven.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de werkgever, Arkin, voldoende aanleiding had om het ontslag op staande voet te rechtvaardigen. De kantonrechter oordeelde dat de verzoeker in juni 2019 de tabletten had meegenomen, maar dat Arkin pas in oktober 2019 op de hoogte was van het voorraadverschil. Na het ontvangen van een gerucht over de verzoeker, heeft Arkin direct een onderzoek ingesteld en hem geschorst. De kantonrechter concludeerde dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig was, omdat de verzoeker de strenge richtlijnen voor medicijnverstrekking had overtreden en het vertrouwen van de werkgever had geschaad.
De verzoeker had ook een verzoek ingediend voor een voorlopige voorziening, maar dit werd afgewezen omdat het ontslag terecht was gegeven. De kantonrechter wees alle verzoeken van de verzoeker af en veroordeelde hem in de proceskosten. De beslissing benadrukt het belang van naleving van protocollen in de zorgsector en de gevolgen van het schenden van vertrouwen in een professionele relatie.