AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Veroordeling voor het ter verkoop voorhanden hebben van beschermde uitheemse papegaaien en vrijspraak van illegale export
Op 29 april 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het ter verkoop voorhanden hebben en in voorraad hebben van beschermde uitheemse papegaaien. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet in staat was om de legale herkomst van de vogels aan te tonen, wat in strijd is met de Flora- en faunawet. De verdachte werd vrijgesproken van de beschuldiging van betrokkenheid bij de illegale export van vogels naar Taiwan. De rechtbank legde een voorwaardelijke geldboete op van € 1.500,00, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De zaak was ontstaan uit het politieonderzoek Zilverschoon, dat in 2015 begon en zich richtte op de illegale handel in vogels. Tijdens doorzoekingen werden in totaal 18 vogels in beslag genomen, waarvan de legaliteit niet kon worden aangetoond. De rechtbank concludeerde dat de verdachte opzettelijk de Flora- en faunawet had overtreden door geen administratie bij te houden van de vogels. De rechtbank benadrukte het belang van het kunnen aantonen van de legale herkomst van beschermde diersoorten en de verantwoordelijkheid van de verdachte als ervaren papegaaienhandelaar. De rechtbank verklaarde de overige beschuldigingen niet bewezen en sprak de verdachte daarvan vrij.
Voetnoten
1.Artikel 5 van de Flora- en faunawet en artikel 4, tweede lid onder a, van de Regeling aanwijzing dier- en plantensoorten Flora- en faunawet (hierna Regeling aanwijzing).
2.Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora.
3.Verordening ( EG ) Nr. 338/97 van de raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer.
4.Inmiddels vervangen door de Natuurbeschermingswet. Ten tijde van de tenlastegelegde feiten gold de Ffw.
5.Artikel 11, tweede lid van de Regeling vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Flora- en faunawet (hierna Regeling vrijstelling) en artikel 18 van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten (hierna Besluit vrijstelling) en artikelen 2 en 3 van de Regeling administratie bezit van en handel in beschermde dier- en plantensoorten (hierna Regeling administratie).
6.Artikel 10, tweede en derde lid van de Regeling vrijstelling.
7.Artikel 18 van het Besluit vrijstelling en artikel 2 en 3 Regeling administratie.
8.In de voetnoten wordt verwezen naar de bewijsmiddelen in het strafdossier. De vermelde paginanummers zijn de doorgenummerde paginanummers onder aan de pagina’s van het dossier. Het gaat telkens om processen-verbaal die in de wettelijke vorm zijn opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
9.Proces-verbaal van de terechtzitting van 17 februari 2020.
10.AH-32 p. 2486 en 2487.
11.AH-45 p. 2517 en 2518.
12.AH-32 p. 2486 en 2487 en AH-57 p. 2559.
13.AH-57 p. 2559 tot en met 2573.
14.AH-115 p. 2918 tot en met 2927.