Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
OVERWEGENDE:
Pip is bereid een ‘lump sum’, zoals jij dat hebt voorgesteld te betalen van in totaal € 600.000,-- (…) ter beslechting van alle geschilpunten, met inachtneming van de volgende, aanvullende voorwaarden. (…) Dit bedrag wordt bij overeenstemming van partijen over dit voorstel omgaand door Pip volledig in escrow betaald.
Kort en goed in het voorstel van Mimex betaalt Pip voor beide posten 700 k.”
Wij blijven bij ons eerdere voorstel zoals wij afgelopen maandag hebben verzonden, maar met een aantal tegemoetkomingen aan Mimex (…)
Inmiddels heb ik Mimex aangegeven dat [voornaam] morgen gebeld zal worden voor verdere afwikkeling. Verder begrijp ik van Mimex dat de Mimex BTW plichtig is over de 600 k. De 600k is derhalve nog te vermeerderen met BTW.”
Hierbij de definitieve overeenkomst ter ondertekening. (…)
1.5Vergoeding & Kosten
Ik begrijp dat door een typefoutin onderstaand email van mij een misverstand dreigt te ontstaan. Op een of andere manier is hier in de haasthet woordje ‘niet’ ten onrechte in geslopen. Niet ter discussie kan echter staan dat in de onderhandeling is afgesproken dat de € 150.000 onderdeel is van de € 250.000. Dat blijkt genoegzaam uit de emailwisselingen over de totstandkoming van de overeenkomst.”
Zoals zojuist tussen [betrokkene 1] en [betrokkene 2] besproken hierbij een weergave van de tussen partijen bereikte overeenstemming.
Het feit dat het depotbedrag bij teruggave terug zal vloeien in het vermogen van Mimex en wordt gebruikt voor betaling van de vergoeding uit de vaststellings-overeenkomst zegt met andere woorden nog niets over of het bedrag van € 150.000 dat in depot stond daarbovenop door Pip nog aan Mimex dient te worden voldaan. Partijen zullen daarover een bodemprocedure dienen te voeren of tot een schikking moeten komen.” Van de gevorderde bedragen onder de vaststellingsovereenkomst heeft de voorzieningenrechter een bedrag van € 56.486,85 toegewezen. Dit is het bedrag waarop Mimex Lifestyle en Mimex Brands volgens de voorzieningenrechter ongeacht de bestemming van het depotbedrag aanspraak kunnen maken. Hiertoe zijn van het openstaande bedrag van € 250.000,00 de nog door Pip gemaakte kosten van € 43.513,15 en het in geschil zijnde depotbedrag van € 150.000,00 afgetrokken. Na een toezegging van Pip over de betaling daarvan heeft de voorzieningenrechter over het bedrag van $ 31.872,50 geen beslissing genomen.
PIP Studio (procedure beëindiging licentie)’.
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
Cessie
PIP Studio (procedure beëindiging licentie)’, heeft verkocht aan Mimex . Mimex heeft op de comparitie onweersproken gesteld dat Mimex Lifestyle in het zicht van het faillissement haar naam heeft gewijzigd in The Company Formerly Known As Mimex Lifestyle B.V. , afgekort TCFKAML B.V ., zodat daarvan uit zal worden gegaan. Uit de titel en inhoud van deze overeenkomst volgt dat deze overeenkomst eveneens als akte van cessie heeft te gelden. Deze akte bevat in bijlage 1 zodanige gegevens dat aan de hand daarvan kan worden vastgesteld welke vorderingen zijn gecedeerd, waaronder de vordering van Mimex Lifestyle op Pip , zodat deze akte voldoende bepaald is.
nietzal worden aangewend voor voldoening van de afkoopsom. Deze mededeling kan echter gelet op de context van de gehele e-mail, de voorafgaande correspondentie en de e-mail van 1 augustus 2014 (zie 2.14) redelijkerwijs niet anders worden begrepen dan een verschrijving en dit moet Mimex Lifestyle ook duidelijk zijn geweest. Deze mededeling wordt immers gedaan ter toelichting van de afsluitende alinea waarin wordt opgemerkt dat ‘
dit meer dan genoeg zekerheid [biedt] voor de bank om te bevestigen dat ze hun pandrecht niet zullen uitoefenen’. Dit is van belang, omdat uit artikel 6.2 van de vaststellingsovereenkomst (zie 2.13) volgt dat deze overeenkomst tot stand komt onder de opschortende voorwaarde dat ABN Amro bank afstand doet van haar pandrechten. Het is aannemelijk dat het woord ‘dit’ in deze alinea verwijst naar de enige twee inhoudelijke alinea’s daarvoor, waarin immers de aanwezige zekerheid – dat de afkoopsom betaald kan worden –wordt omschreven. De eerste alinea betreft de mededeling dat een bedrag van € 350.000,00 al op de derdengeldenrekening van [X] staat. De tweede alinea is met de eerste alinea verbonden door het woord ‘daarnaast’ en betreft de mededeling – verbeterd gelezen – dat het al in depot staande bedrag van € 150.000,00 aangewend zal worden voor voldoening van het restant van de afkoopsom van € 250.000,00. Het ligt dan ook in de rede dat bedoeld is dat deze twee mededelingen samen voor de bank voldoende zekerheid zullen vormen om haar pandrechten niet uit te oefenen. De suggestie op de comparitie van Mimex , dat het woord ‘dit’ ook zou kunnen verwijzen naar alleen de eerste mededeling, is niet overtuigend. Hierdoor wordt de tweede mededeling immers in de context van de gehele e-mail betekenisloos, hetgeen een aanwijzing is voor de onjuistheid van deze suggestie.
- griffierecht € 4.030,00
- salaris advocaat