ECLI:NL:RBAMS:2020:2342

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 april 2020
Publicatiedatum
21 april 2020
Zaaknummer
C/13/665023 / HA ZA 19-418
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling depotbedrag in het kader van vaststellingsovereenkomst en cessie

In deze zaak vordert de besloten vennootschap MIMEX HOLDING B.V. (hierna: Mimex) van de besloten vennootschap PIP STUDIO B.V. (hierna: Pip) terugbetaling van een depotbedrag van € 150.000,00. De vordering is gebaseerd op een depotovereenkomst en een vaststellingsovereenkomst die tussen partijen is gesloten. De procedure is gestart na een geschil over de interpretatie van de vaststellingsovereenkomst, waarin partijen afspraken hebben gemaakt over de afkoopsom van € 600.000,00 en de aanwending van het depotbedrag. Pip heeft als verweer aangevoerd dat er geen rechtsgeldige cessie van de vordering van Mimex Lifestyle op Pip aan Mimex heeft plaatsgevonden en dat het depotbedrag in mindering mag worden gebracht op de afkoopsom.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de vaststellingsovereenkomst zo moet worden uitgelegd dat Mimex na betaling van de afkoopsom van € 600.000,00 geen aanspraak meer kan maken op terugbetaling van het depotbedrag van € 150.000,00. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vorderingen van Mimex moeten worden afgewezen, omdat het depotbedrag feitelijk is gebruikt voor de betaling van de afkoopsom. De proceskosten zijn voor rekening van Mimex, die als de in het ongelijk gestelde partij is aangemerkt. De rechtbank heeft de proceskosten begroot op € 8.297,50, inclusief griffierecht en salaris advocaat.

De uitspraak is gedaan door mr. M.R.J. van Wel op 22 april 2020.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/665023 / HA ZA 19-418
Vonnis van 22 april 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MIMEX HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
hierna: Mimex ,
advocaat mr. P. van Zwijndregt,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PIP STUDIO B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
hierna: Pip ,
advocaat mr. A. van Hees.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
 de dagvaarding van 29 maart 2019, met bijlagen (hierna: producties);
 de conclusie van antwoord, met producties;
 het tussenvonnis van 18 december 2019, waarin een verschijning van partijen (hierna: comparitie) is gelast;
 het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 10 maart 2020, met de daarin genoemde nagekomen stukken en spreekaantekeningen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Mimex is een financiële holding en is de moedervennootschap van Mimex Lifestyle B.V. (hierna: Mimex Lifestyle ). Mimex Lifestyle en haar dochtervennootschap Mimex Brands and Labels B.V. (hierna: Mimex Brands ) zijn ondernemingen die zich onder meer bezig houden met de verkoop van gelicenseerde producten.
2.2.
Pip is een onderneming die zich bezig houdt met het ontwerpen en het doen verkopen van producten met logo’s en merken, waarvan zij licentiehouder is.
2.3.
Pip en Mimex Lifestyle hebben in oktober 2013 een licentieovereenkomst gesloten, waarbij Mimex Lifestyle tegen betaling het gebruiksrecht kreeg van logo’s en merken waarvan Pip licentiehouder is.
2.4.
Pip en Mimex Lifestyle (aangeduid als Mimex ) hebben op 29 januari 2014 een depotovereenkomst gesloten. Deze overeenkomst luidt, voor zover van belang voor deze zaak, als volgt:

OVERWEGENDE:
(…)
Dat Mimex verplichtingen uit hoofde van de Licentieovereenkomst jegens Pip niet tijdig en/of volledig was nagekomen, weshalve Mimex in verzuim was en Pip de Licentieovereenkomst wenste te ontbinden;
Dat Mimex , ter afwending van een ontbinding van de Licentieovereenkomst door Pip , een aanbod heeft gedaan, dat - na onderhandelingen tussen Pip en Mimex - heeft geleid tot een minnelijke regeling (…)
Dat Mimex op grond van de Regeling zekerheid dient te stellen;
Dat Mimex daartoe een bedrag zal overboeken op de derdengeldenrekening van [X] (…)
(…)
7 Einde Depotovereenkomst
Uiterlijk drie maanden na het einde van de Licentieovereenkomst, eindigt de Depotovereenkomst waarmee het Escrowbedrag inclusief rente door [X] wordt teruggestort op de rekening van Mimex (…)
2.5.
Uit hoofde van de depotovereenkomst heeft Mimex Lifestyle € 150.000,00 gestort op de derdengeldenrekening van [X] Advocaten-Notarissen N.V. (hierna: [X] ).
2.6.
Pip heeft in maart 2014 aan Mimex Lifestyle meegedeeld dat zij de licentie-overeenkomst na het einde van de looptijd niet wilde verlengen. Er is vervolgens over de rechten en plichten naar aanleiding van deze beëindiging een geschil ontstaan. Mimex Lifestyle en Pip hebben over dit geschil geprocedeerd, wat heeft geresulteerd in een kortgedingvonnis van 27 juni 2014. Dit vonnis heeft niet geleid tot een definitieve beëindiging van het geschil.
2.7.
De licentieovereenkomst is per 1 juli 2014 geëindigd.
2.8.
In een e-mail van 7 juli 2014 heeft mr. [advocaat] , de toenmalige advocaat van Pip en werkzaam bij [X] (hierna: [advocaat] ), voor zover voor deze zaak van belang, het volgende geschreven aan mr. [advocaat 2] , de toenmalige advocaat van Mimex Lifestyle (hierna: [advocaat 2] ):

Pip is bereid een ‘lump sum’, zoals jij dat hebt voorgesteld te betalen van in totaal € 600.000,-- (…) ter beslechting van alle geschilpunten, met inachtneming van de volgende, aanvullende voorwaarden. (…) Dit bedrag wordt bij overeenstemming van partijen over dit voorstel omgaand door Pip volledig in escrow betaald.
(…)
Het grootste deel, ad € 400.000,-- (…) zal worden doorbetaald aan Mimex zodra de voorraden (…) vrij en onbezwaard aan Pip (...) zijn geleverd. (…)
In verband met eventuele claims of verplichtingen van Mimex jegens o.a. leveranciers en/of distributeurs en ter waarborging van de eventuele verder benodigde medewerking van Mimex bij de uitvoering en nakoming van de te sluiten deal blijft er een bedrag ad € 200.000,-- in escrow.
(…)
Over de contractperiode tot en met 30 juni zullen partijen af moeten rekenen. Nu er niet tijdig betaald is stelt Pip voor dat daarvoor het thans in bedrag staande depot daarvoor wordt aangewend.
2.9.
In een e-mail van 8 juli 2014 heeft mr. [advocaat 2] , voor zover voor deze zaak van belang, het volgende geschreven aan [advocaat] :

Kort en goed in het voorstel van Mimex betaalt Pip voor beide posten 700 k.
2.10.
In een e-mail van 9 juli 2014 hebben [advocaat] en zijn kantoorgenoot, voor zover voor deze zaak van belang, het volgende geschreven aan mr. [advocaat 2] :

Wij blijven bij ons eerdere voorstel zoals wij afgelopen maandag hebben verzonden, maar met een aantal tegemoetkomingen aan Mimex (…)
Een verdere tegemoetkoming is dat er zodra er overeenstemming is en aan de voorwaarden (zekerheid dat er nagekomen wordt) zoals hiervoor beschreven is voldaan, geen bedrag in depot behoeft te blijven. (…) Pip zal [X] opdragen de € 150.000,-- die nog in depot staat aan Mimex terug te betalen en zal daarnaast een aanvullende betaling doen van € 450.000,-- waarmee we in totaal uitkomen op het bedrag van € 600.000,--.
2.11.
In een e-mail van 10 juli 2014 heeft mr. [advocaat 2] , voor zover voor deze zaak van belang, het volgende geschreven aan [advocaat] :

Inmiddels heb ik Mimex aangegeven dat [voornaam] morgen gebeld zal worden voor verdere afwikkeling. Verder begrijp ik van Mimex dat de Mimex BTW plichtig is over de 600 k. De 600k is derhalve nog te vermeerderen met BTW.
2.12.
In een e-mail van 22 juli 2014 heeft [advocaat] , voor zover voor deze zaak van belang, het volgende geschreven aan mr. [advocaat 2] :

Hierbij de definitieve overeenkomst ter ondertekening. (…)
(…)
Er staat € 350.000,00 (…) de rekening van onze Stichting beheer Derdengelden. Als besproken zal de Stichting de € 350.000,00 vanaf levering van de Voorraad conform artikel 4.1 houden voor Mimex . Het geld kan dan zonder toestemming van Mimex of gerechtelijke uitspraak niet meer terug naar Pip . Pip heeft vervolgens 3 dagen om te reclameren. Gebeurt dat niet dan maken wij het bedrag binnen 2 werkdagen over aan Mimex .
(…)
Daarnaast staat er in elk geval ook nog € 150.000,00 (…) in depot, dat conform de afspraak tussen partijen niet aangewend zal worden ter voldoening van het restant van € 250.000,00 conform de vaststellingsovereenkomst.
Ik vertrouw erop dat dit meer dan genoeg zekerheid voor de bank om te bevestigen dat ze hun pandrecht niet zullen uitoefenen.
2.13.
Pip heeft op 22 juli 2014 met Mimex Lifestyle en Mimex Brands (samen aangeduid als Mimex ) een vaststellingsovereenkomst gesloten. Deze overeenkomst luidt, voor zover van belang voor deze zaak, als volgt:

1.5Vergoeding & Kosten
De door Pip aan Mimex totaal te betalen Vergoeding voor het beëindigen van de Geschilpunten 1 t/m 3 bedraagt € 600.000,- (…)
Pip betaalt voor ondertekening van deze Overeenkomst een bedrag van € 350.000,00 (…) welk bedrag door Pip wordt overgemaakt op rekeningnummer (…) ten name van Stichting derdengelden [X] Advocaten (…). Uiterlijk 4 werkdagen na Overdracht van de Voorraad (…) zal Mimex opdracht geven om voornoemd bedrag door de Stichting derdengelden [X] Advocaten namens Pip ten behoeve van Mimex worden overgemaakt op rekeningnummer (…) t.n.v. Mimex Brands & Labels B.V. (…)
Pip zal het restant van € 250.00,00 zal binnen 5 (vijf) werkdagen na de Overdrachtsdatum (…) overmaken op rekening (…) t.n.v. Mimex Brands & Labels B.V.
(...)
6.1
De Overeenkomst is een vaststellingsovereenkomst als bedoeld in art. 7:900 e.v. B.W.
6.2
Deze Overeenkomst komt tot stand onder de opschortende voorwaarde dat ABN Amro bank schriftelijk afstand doet van haar pandrechten ten aanzien van de Activa.
6.3
Onverminderd de rechten welke voortvloeien uit de Overeenkomst verklaren Partijen elkaar over en weer algehele, finale en voorbehoudloze kwijting te verlenen en afstand te doen van hun vorderingsrechten, die zij op dit moment hebben of op enig moment zullen verkrijgen, met betrekking tot de Geschilpunten, behoudens en voor zover dit rechtstreeks voortvloeit uit de Overeenkomst. 6.4 Indien en voor zover Mimex volledig heeft voldaan aan haar verplichtingen krachtens de Overeenkomst doet Pip hierdoor voor alsdan afstand van al haar aanspraken welke niet rechtstreeks voortvloeien uit de Overeenkomst, zoals met betrekking tot de nog niet door Mimex uitgekeerde Licentievergoedingen en de eventueel verschuldigde contractuele boetes op basis van de Licentieovereenkomst en verleend Pip hierdoor voor alsdan algehele kwijting aan Mimex . Indien en voor zover Pip volledig heeft voldaan aan haar verplichtingen krachtens de Overeenkomst doet Mimex hierdoor voor alsdan afstand van al haar aanspraken welke niet rechtstreeks voortvloeien uit de Overeenkomst, zoals met betrekking tot claims op basis van de Licentieovereenkomst en verleend Mimex hierdoor voor alsdan algehele kwijting aan Pip .
2.14.
In een e-mail van 1 augustus 2014 heeft [advocaat] , voor zover voor deze zaak van belang, het volgende geschreven aan mr. [advocaat 2] en twee kantoorgenoten:

Ik begrijp dat door een typefoutin onderstaand email van mij een misverstand dreigt te ontstaan. Op een of andere manier is hier in de haasthet woordje ‘niet’ ten onrechte in geslopen. Niet ter discussie kan echter staan dat in de onderhandeling is afgesproken dat de € 150.000 onderdeel is van de € 250.000. Dat blijkt genoegzaam uit de emailwisselingen over de totstandkoming van de overeenkomst.
2.15.
In een e-mail van 6 augustus 2014 heeft mr. [advocaat 2] , voor zover voor deze zaak van belang, het volgende geschreven aan [advocaat] en een kantoorgenoot:

Zoals zojuist tussen [betrokkene 1] en [betrokkene 2] besproken hierbij een weergave van de tussen partijen bereikte overeenstemming.
1. Betaling 575 k zonder verrekening of opschorting: 425 k vanuit pip en 150 k vanuit het depot.
2.16.
Partijen zijn echter niet tot een nadere overeenstemming gekomen. Mimex heeft daarop op 18 augustus 2014, nadat zij het laatste element van de levering van de voorraad had afgerond, Pip gesommeerd het bedrag van € 600.000,00 te voldoen.
2.17.
Het bedrag van € 350.000,00, dat Pip op de derdengeldenrekening van [X] had gestort, is op 16 september 2014 op de rekening van Mimex Brands bijgeschreven.
2.18.
Mimex Lifestyle en Mimex Brands hebben Pip op 22 september 2014 gedagvaard in kort geding, waarbij zij – kort samengevat – nakoming van de vaststellingsovereenkomst (betaling van € 250.000,00 en $ 31.872,50) en uitbetaling van het depotbedrag vorderen. In zijn vonnis van 6 oktober 2014 heeft de voorzieningenrechter – kort samengevat – Pip veroordeeld om het depotbedrag van € 150.000,00 te laten uitbetalen aan Mimex Lifestyle , onder het voorbehoud dat partijen daaraan met betrekking tot de verrekening van dit bedrag met het totale door Pip verschuldigde bedrag uit de vaststellingsovereenkomst geen rechten kunnen ontlenen. In rechtsoverweging 5.4 heeft de voorzieningenrechter in dit verband overwogen: “
Het feit dat het depotbedrag bij teruggave terug zal vloeien in het vermogen van Mimex en wordt gebruikt voor betaling van de vergoeding uit de vaststellings-overeenkomst zegt met andere woorden nog niets over of het bedrag van € 150.000 dat in depot stond daarbovenop door Pip nog aan Mimex dient te worden voldaan. Partijen zullen daarover een bodemprocedure dienen te voeren of tot een schikking moeten komen.” Van de gevorderde bedragen onder de vaststellingsovereenkomst heeft de voorzieningenrechter een bedrag van € 56.486,85 toegewezen. Dit is het bedrag waarop Mimex Lifestyle en Mimex Brands volgens de voorzieningenrechter ongeacht de bestemming van het depotbedrag aanspraak kunnen maken. Hiertoe zijn van het openstaande bedrag van € 250.000,00 de nog door Pip gemaakte kosten van € 43.513,15 en het in geschil zijnde depotbedrag van € 150.000,00 afgetrokken. Na een toezegging van Pip over de betaling daarvan heeft de voorzieningenrechter over het bedrag van $ 31.872,50 geen beslissing genomen.
2.19.
Naar aanleiding van dit kortgedingvonnis heeft Pip aanvullende betalingen verricht en het depotbedrag laten uitbetalen. Van de afkoopsom uit de vaststellingsovereenkomst resteert op dit moment nog een openstaand bedrag van € 150.000,00.
2.20.
Mimex heeft als productie 5 een koopovereenkomst en akte van cessie van 9 juni 2015 overgelegd tussen haar als koper en de curator in de faillissementen van TCFKAMB B.V., TCFKAMS B.V. en TCFKAML B.V. als verkoper. In bijlage 1 bij deze overeenkomst en akte staat in het overzicht van debiteuren van TCFKAML B.V . vermeld ‘
PIP Studio (procedure beëindiging licentie)’.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Mimex vordert dat Pip bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis wordt veroordeeld tot betaling aan haar van:
 de hoofdsom van € 150.000,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 19 augustus 2014;
 de buitengerechtelijke incassokosten van € 9.500,00;
 de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van dit vonnis, en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf twee weken na betekening van dit vonnis.
3.2.
Mimex legt aan deze vorderingen het volgende ten grondslag. De vordering van Mimex Lifestyle op Pip is door haar curator gecedeerd aan Mimex . Uit de depot-overeenkomst volgt dat Pip het depotbedrag van € 150.000,00 terug moet betalen als de licentieovereenkomst eindigt. Door de vaststellingsovereenkomst eindigt de licentie-overeenkomst. Partijen zijn niet overeengekomen dat Pip op de in de vaststellings-overeenkomst genoemde afkoopsom van € 600.000,00 het depotbedrag in mindering mag brengen.
3.3.
Pip voert als verweer het volgende aan. Er is geen sprake van een rechtsgeldige cessie van de vordering van Mimex Lifestyle op Pip aan Mimex , zodat Mimex niet-ontvankelijk is. Partijen zijn bovendien overeengekomen dat Pip op de in de vaststellings-overeenkomst genoemde afkoopsom van € 600.000,00 het depotbedrag in mindering mag brengen. Pip heeft de afkoopsom met uitzondering van een bedrag gelijk aan het depotbedrag betaald, zodat zij niets meer hoeft te betalen. Pip heeft ten slotte verzocht om Mimex te veroordelen in de volledige proceskosten vanwege de wijze waarop zij deze procedure aanhangig heeft gemaakt.

4.De beoordeling

Cessie

4.1.
Uit de door Mimex als productie 5 overgelegde overeenkomst volgt dat de curator in het faillissement van onder andere TCFKAML B.V . de tot de boedel van deze vennootschap behorende vorderingen op debiteuren, waaronder de vordering omschreven als ‘
PIP Studio (procedure beëindiging licentie)’, heeft verkocht aan Mimex . Mimex heeft op de comparitie onweersproken gesteld dat Mimex Lifestyle in het zicht van het faillissement haar naam heeft gewijzigd in The Company Formerly Known As Mimex Lifestyle B.V. , afgekort TCFKAML B.V ., zodat daarvan uit zal worden gegaan. Uit de titel en inhoud van deze overeenkomst volgt dat deze overeenkomst eveneens als akte van cessie heeft te gelden. Deze akte bevat in bijlage 1 zodanige gegevens dat aan de hand daarvan kan worden vastgesteld welke vorderingen zijn gecedeerd, waaronder de vordering van Mimex Lifestyle op Pip , zodat deze akte voldoende bepaald is.
4.2.
Mimex heeft gesteld dat van deze cessie ook mededeling is gedaan aan Pip . Pip heeft dit betwist. Gelet op de volgende overwegingen kan echter in het midden blijven of deze mededeling is gedaan.
Vaststellingsovereenkomst
4.3.
Mimex Lifestyle en Pip hebben op 22 juli 2014 een vaststellingsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:900 BW gesloten. Een vaststellingsovereenkomst is naar zijn aard bedoeld om een einde te maken aan een geschil tussen partijen en eenduidig de rechts-verhouding van partijen tot elkaar te regelen. Tussen partijen is echter in geschil of is afgesproken dat Pip op de in deze overeenkomst genoemde afkoopsom van € 600.000,00 het depotbedrag van € 150.000,00 in mindering mag brengen. Voor de beoordeling van dit geschilpunt zal de vaststellingsovereenkomst moeten worden uitgelegd.
4.4.
De uitleg van een vaststellingsovereenkomst kan niet alleen worden gebaseerd op grond van een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen ervan, maar ook op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen en aan de bepalingen van de overeenkomst mochten toekennen en op hetgeen zij daarvan redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Verder zijn bij de uitleg alle omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen, van beslissende betekenis.
4.5.
Aangezien in de vaststellingsovereenkomst een verwijzing naar het depotbedrag ontbreekt, wordt daarin niet uitdrukkelijk bepaald dat dit bedrag wel of niet in mindering mag worden gebracht op de afkoopsom. Wel wordt uitdrukkelijk bepaald dat partijen afstand doen van al hun aanspraken die niet rechtsreeks voortvloeien uit de vaststellings-overeenkomst en elkaar daarvoor algehele kwijting verlenen, voor zover zij hebben voldaan aan hun verplichtingen uit deze overeenkomst. Hieruit kan worden afgeleid dat Mimex Lifestyle – na betaling van de afkoopsom door Pip – geen aanspraak meer kan maken op de terugbetaling van het depotbedrag uit hoofde van de depotovereenkomst. Met andere woorden, na betaling van € 600.000,00 door Pip heeft Mimex geen recht meer op terugbetaling door Pip van € 150.000,00. Zoals hiervoor is overwogen, kan de uitleg van een vaststellingsovereenkomst echter niet alleen worden gebaseerd op een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen ervan. De vaststellingsovereenkomst is in dit geval tot stand gekomen tussen professionele partijen die werden bijgestaan door advocaten. Bovendien zijn er gedetailleerde onderhandelingen voorafgegaan aan het sluiten daarvan. Dit betekent dat aan deze onderhandelingen betekenis toekomt bij de uitleg van de vaststellings-overeenkomst.
4.6.
Uit de e-mail van 7 juli 2014 (zie 2.8) volgt dat Pip voorstelt het depotbedrag aan te wenden voor de afrekening tussen partijen en wordt daarnaast een afkoopsom van € 600.000,00 genoemd. Uit de e-mail van 9 juli 2014 (zie 2.10) volgt een nader voorstel van Pip waarin alleen nog wordt gesproken over een afkoopsom van € 600.000,00, opgebouwd uit terugbetaling van het depotbedrag en een aanvullende betaling van Pip van € 450.000,00. Uit de overgelegde e-mails namens Mimex Lifestyle volgt niet dat zij bezwaar heeft gemaakt tegen de aanwending van het depotbedrag voor de afrekening tussen partijen of de betaling van de afkoopsom. Zij reageert wel op de hoogte van de afkoopsom en de verschuldigdheid van btw over de voorgestelde afkoopsom van € 600.000,00. Gelet hierop lijkt over de aanwending van het depotbedrag voor de betaling van de afkoopsom en de hoogte van deze afkoopsom tussen partijen overeenstemming te zijn bereikt.
4.7.
Direct voorafgaand aan de ondertekening van de vaststellingsovereenkomst wordt op 22 juli 2014 (zie 2.12) namens Pip een e-mail gestuurd waarin een toelichting wordt gegeven op de afkoopsom in deze overeenkomst. Daarin wordt meegedeeld dat het depotbedrag
nietzal worden aangewend voor voldoening van de afkoopsom. Deze mededeling kan echter gelet op de context van de gehele e-mail, de voorafgaande correspondentie en de e-mail van 1 augustus 2014 (zie 2.14) redelijkerwijs niet anders worden begrepen dan een verschrijving en dit moet Mimex Lifestyle ook duidelijk zijn geweest. Deze mededeling wordt immers gedaan ter toelichting van de afsluitende alinea waarin wordt opgemerkt dat ‘
dit meer dan genoeg zekerheid [biedt] voor de bank om te bevestigen dat ze hun pandrecht niet zullen uitoefenen’. Dit is van belang, omdat uit artikel 6.2 van de vaststellingsovereenkomst (zie 2.13) volgt dat deze overeenkomst tot stand komt onder de opschortende voorwaarde dat ABN Amro bank afstand doet van haar pandrechten. Het is aannemelijk dat het woord ‘dit’ in deze alinea verwijst naar de enige twee inhoudelijke alinea’s daarvoor, waarin immers de aanwezige zekerheid – dat de afkoopsom betaald kan worden –wordt omschreven. De eerste alinea betreft de mededeling dat een bedrag van € 350.000,00 al op de derdengeldenrekening van [X] staat. De tweede alinea is met de eerste alinea verbonden door het woord ‘daarnaast’ en betreft de mededeling – verbeterd gelezen – dat het al in depot staande bedrag van € 150.000,00 aangewend zal worden voor voldoening van het restant van de afkoopsom van € 250.000,00. Het ligt dan ook in de rede dat bedoeld is dat deze twee mededelingen samen voor de bank voldoende zekerheid zullen vormen om haar pandrechten niet uit te oefenen. De suggestie op de comparitie van Mimex , dat het woord ‘dit’ ook zou kunnen verwijzen naar alleen de eerste mededeling, is niet overtuigend. Hierdoor wordt de tweede mededeling immers in de context van de gehele e-mail betekenisloos, hetgeen een aanwijzing is voor de onjuistheid van deze suggestie.
4.8.
Dat over de aanwending van het depotbedrag voor de betaling van de afkoopsom tussen partijen niet alleen gedurende de onderhandelingen maar ook ten tijde van het sluiten van de vaststellingsovereenkomst overeenstemming bestond, kan ten slotte ook worden afgeleid uit hoe zij zich daarna hebben gedragen. Gewijzigde omstandigheden maakten na het sluiten van de vaststellingsovereenkomst nadere onderhandelingen noodzakelijk. In de e-mail van 6 augustus 2014 (zie 2.15), het eerste overgelegde bericht nadat door Pip melding was gemaakt van de verschrijving in de e-mail van 22 juli 2014, wordt in dit verband namens Mimex Lifestyle bijvoorbeeld – als onderdeel van een tussen partijen bereikte overeenstemming – verwezen naar betaling van een afkoopsom van € 575.000,00 door Pip , waarvan een deel van € 150.000,00 uit het depot zou plaatsvinden.
Conclusie
4.9.
Gelet op al het voorgaande moet de vaststellingsovereenkomst zo worden uitgelegd dat de partijen daarbij zijn overeengekomen dat Mimex Lifestyle – na betaling van de afkoopsom van € 600.000,00 door Pip – geen aanspraak meer kan maken op terugbetaling van het depotbedrag van € 150.000,00 door Pip . Tussen partijen is niet in geschil dat Pip uit hoofde van de vaststellingsovereenkomst – deels door verrekening van kosten – in totaal € 450.000,00 heeft betaald en dat zij ook het depotbedrag van € 150.000,00 heeft laten terugbetalen. Pip is door de voorzieningenrechter veroordeeld dit depotbedrag te laten uitbetalen, waarbij uitdrukkelijk is bepaald dat partijen daaraan met betrekking tot de verrekening van dit bedrag met de afkoopsom uit de vaststellingsovereenkomst geen rechten kunnen ontlenen. Dit laat onverlet, zoals de voorzieningenrechter ook in rechtsoverweging 5.4 van zijn vonnis heeft overwogen (zie 2.18), dat het depotbedrag feitelijk is gebruikt voor betaling van de afkoopsom. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, hoeft eenzelfde bedrag niet alsnog bovenop deze afkoopsom worden voldaan. De vorderingen en de daaraan gekoppelde nevenvorderingen van Mimex zullen dan ook worden afgewezen.
4.10.
Mimex zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten en nakosten van Pip . Pip heeft verzocht om vergoeding van haar volledige proceskosten. Zij heeft echter onvoldoende gemotiveerd op grond waarvan zij daar aanspraak op zou kunnen maken. Dat Mimex niet de volledige correspondentie over de onderhandelingen voorafgaand aan de vaststellingsovereenkomst heeft overgelegd en op basis van een verschrijving van de toenmalige advocaat van Pip een – naar nu blijkt – onhoudbaar standpunt heeft ingenomen over de uitleg van de vaststellingsovereenkomst, is onvoldoende om te oordelen dat sprake is van misbruik van recht. Bovendien heeft Pip dit gebrek kunnen herstellen door zelf deze correspondentie over te leggen en gemotiveerd een afwijkend standpunt in te nemen, dat in dit vonnis ook is gevolgd. Wel bestaat er gelet op de summiere onderbouwing van de dagvaarding op dit punt aanleiding om in afwijking van de gebruikelijke puntentelling ten aanzien van het liquidatietarief de conclusie van antwoord van Pip met anderhalf in plaats van één punt te waarderen. De proceskosten van Pip worden dan ook begroot op:
  • griffierecht € 4.030,00
  • salaris advocaat
totaal € 8.297,50.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt Mimex in de proceskosten van Pip , begroot op € 8.297,50;
5.3.
veroordeelt Mimex in de na dit vonnis aan de zijde van Pip ontstane nakosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en Mimex niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw;
5.4.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.R.J. van Wel en in het openbaar uitgesproken op 22 april 2020.