ECLI:NL:RBAMS:2020:2278
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beslissing op vordering tot inbeslagneming van een hond in strafzaak
Op 3 maart 2020 heeft de rechter-commissaris in de Rechtbank Amsterdam een beslissing genomen op een vordering tot inbeslagneming van een hond, ingediend door de officier van justitie. De officier van justitie had op 28 februari 2020 mondeling gevorderd dat de hond, genaamd [naam hond], in beslag zou worden genomen. Deze vordering werd mondeling toegewezen door de rechter-commissaris. Op 2 maart 2020 bevestigde de officier van justitie de mondelinge vordering schriftelijk en overhandigde daarbij processen-verbaal van de Politie eenheid Amsterdam, alsook een rapport Risico-analyse met betrekking tot de hond.
De rechter-commissaris heeft de feiten en omstandigheden die door de officier van justitie waren meegedeeld, beoordeeld en vastgesteld dat deze overeenkwamen met de ingediende documenten. Gezien de onderbouwing van de vordering en de bijbehorende rapporten, heeft de rechter-commissaris besloten de vordering toe te wijzen. De hond [naam hond] werd in beslag genomen en ter hand gesteld aan de officier van justitie. Tegen deze beslissing staat beklag open op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. De beslissing is genomen door mr. B.E. Mildner op 3 maart 2020.