ECLI:NL:RBAMS:2020:2261

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 april 2020
Publicatiedatum
14 april 2020
Zaaknummer
RK 20-1833
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet forensische zorg en Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 7 april 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een zorgmachtiging verleend aan betrokkene, geboren in 1996, die lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder een autismespectrumstoornis en een stoornis in cannabisgebruik. De officier van justitie had op 3 april 2020 verzocht om deze machtiging, die noodzakelijk werd geacht om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren. Tijdens de mondelinge behandeling, die via telehoren plaatsvond vanwege de coronamaatregelen, zijn de raadsvrouw van betrokkene en de officier van justitie gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie voor verschillende vormen van zorg, zoals het toedienen van medicatie en het insluiten van betrokkene, toegewezen voor een periode van zes maanden. De rechtbank heeft echter ook enkele verzoeken afgewezen, zoals het toedienen van voeding en vocht, omdat niet is gebleken dat betrokkene zich hiertegen verzet. De zorgmachtiging is bij voorraad uitvoerbaar en moet binnen twee weken worden ten uitvoer gelegd. Tegen deze beschikking staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling publiekrecht Team Strafrecht
Locatie: Amsterdam
Zorgmachtiging (artikel 2.3, eerste lid, Wet forensische zorg (Wfz) jo. art. 6:5, aanhef en onderdeel a, Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz))
Zaaknummer / rekestnummer: 682038 / 20-1833
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 7 april 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 Wvggz, ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1996 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[adres] , [plaats 1] ,
verblijvende in het PPC in Justitieel Complex [locatie] te [plaats 2] ,
bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. C. Stroobach, advocaat te Amsterdam,
hierna te noemen: betrokkene.

1.Procesverloop

1.1.
De officier van justitie heeft verzocht een zorgmachtiging ten behoeve van betrokkene te verlenen. Dit verzoekschrift is op 3 april 2020 bij de rechtbank binnengekomen. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring d.d. 20 maart 2020;
  • de zorgkaart van betrokkene;
  • het zorgplan d.d. 18 maart 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur d.d. 23 maart 2020; en
  • de politiegegevens en de strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van het ernstig nadeel.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 7 april 2020 in het gebouw van de rechtbank te Amsterdam.
1.3.
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • de raadsvrouw van betrokkene, mr. C. Stroobach; en
  • de officier van justitie, mr. D.F. Jironet-Loewe.
De rechtbank heeft met het oog op de beveiliging van de gezondheid van alle procesdeelnemers en gelet op de dreiging van het coronavirus, bepaald om de zitting doorgang te laten vinden middels telehoren. Daarom is betrokkene op zijn verblijfplaats, het Justitieel Complex [locatie], gehoord via telehoren.
De rechtbank heeft ter zitting telefonisch ook psychiater E.P.K. Sikkens, die de medische verklaring van betrokkene heeft opgesteld, gehoord.
De behandelaar van betrokkene, N. Goddard, en de zorgverantwoordelijke van betrokkene, N.J.M. Beuk, waren telefonisch niet bereikbaar en zijn daarom niet gehoord.

2.Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht een zorgmachtiging te verlenen. Ten aanzien van de verschillende vormen van zorg en de op te leggen duur heeft de officier van justitie verwezen naar het verzoekschrift.
Ten aanzien van ‘het controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen’ en ‘onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen’ heeft de officier van justitie ter zitting aangevoerd dat deze vormen van zorg zijn verzocht, omdat uit het zorgplan blijkt dat een deel van de stoornis samenhangt met cannabisgebruik. Over ‘het insluiten’ heeft de officier van justitie aangevoerd dat dit samenhangt met de opname in een accommodatie. Ten slotte heeft de officier van justitie over ‘het uitoefenen van toezicht op betrokkene’ aangevoerd dat het voor de veiligheid in de kliniek nodig is dat er binnen de kliniek toezicht is op het gedrag van betrokkene.

3.Standpunt van betrokkene

De advocaat van betrokkene heeft aangevoerd dat het verzoek moet worden toegewezen. Immers, er is sprake van een stoornis die leidt tot ernstig nadeel en betrokkene heeft vaak goede intenties en heeft weliswaar te kennen gegeven vrijwillig te willen meewerken, maar het lukt hem niet altijd zelf om zijn medicatie in te nemen. Betrokkene heeft een stok achter de deur nodig.
De advocaat van betrokkene heeft de rechtbank verzocht om de vormen van verplichte zorg zoals die zijn verzocht en meeromvattend zijn dan in het zorgplan beschreven, aan te passen. In het zorgplan zijn niet alle verzochte vormen van zorg opgenomen, wat betekent dat de deskundigen die het zorgplan hebben opgesteld, die vormen van zorg kennelijk niet noodzakelijk vinden. Dan gaat het om ‘het insluiten’, ‘het uitoefenen van toezicht op betrokkene’, ‘onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen’ en ‘het controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen’. Verder is onvoldoende duidelijk gebleken waarom die vormen van zorg daadwerkelijk nodig zijn om ernstig nadeel af te wenden. De advocaat van betrokkene heeft daarom verzocht om die vormen van zorg die door de officier van justitie zijn verzocht en niet zijn opgenomen in het zorgplan, niet op te nemen in de zorgmachtiging. De advocaat heeft ook verzocht niet als verplichte zorg op te nemen de toediening van vocht en voeding. Ze heeft verder aangevoerd dat het niet noodzakelijk is om betrokkene voor zes maanden op te laten nemen in een zorginstelling, nu het beter met betrokkene gaat, hij zijn medicatie zelfs graag inneemt, en hij kan wonen bij zijn moeder waar hij zijn medicatie eventueel toegediend kan krijgen. Gelet op het voorgaande heeft zij verzocht om betrokkene voor niet langer dan een aaneengesloten periode van drie maanden te laten insluiten.

4.Toelichting psychiater Sikkens

Dhr. Sikkens heeft telefonisch verklaard dat als een zorgmachtiging wordt verleend, betrokkene geplaatst zal worden bij een van de opnameafdelingen van Arkin [naam kliniek 1] of [naam kliniek 2] ). Als betrokkene wordt aangemeld, kan er naar verwachting binnen één à twee weken plaatsing gerealiseerd worden. Het is verder lastig te voorspellen hoe lang de opname van betrokkene zal duren omdat dit mede afhankelijk is van zijn medewerking. De opname zal in ieder geval niet langer dan noodzakelijk duren.

5.Beoordeling

5.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van: een autismespectrumstoornis, een ongespecificeerde schizofreniestoornis, een aandachtsdeficiëntie-hyperactiviteitsstoornis en een stoornis in cannabisgebruik.
5.2.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstige maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
5.3.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
5.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan, de medische verklaring en de bevindingen van de geneesheer-directeur.
De volgende vormen van zorg worden voor na te noemen duur verzocht:
Vorm van zorg
Duur
toedienen van vocht
6 maanden
toedienen van voeding
6 maanden
toedienen van medicatie
6 maanden
het verrichten van medische controles
6 maanden
het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening
6 maanden
beperken van de bewegingsvrijheid
6 maanden
insluiten
6 maanden
uitoefenen van toezicht op betrokkene
6 maanden
onderzoek aan kleding of lichaam
6 maanden
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen
6 maanden
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
6 maanden
opnemen in een accommodatie
6 maanden
5.5.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste zorg is rekening gehouden met de veiligheid van betrokkene en anderen, en met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen.
De in het zorgplan genoemde zorg zal naar het oordeel van de rechtbank echter het ernstig nadeel niet volledig kunnen wegnemen. Om die reden zal de rechtbank bepalen dat er een aanvullende vorm van verplichte zorg dient te worden verleend, te weten:
- insluiten (voor de duur van zes maanden).
De rechtbank bepaalt dat deze vorm van zorg samenhangt met de opname in een accommodatie. De rechtbank bepaalt dat het zorgplan dienovereenkomstig dient te worden gewijzigd.
De rechtbank zal verder de verplichte zorg in de vorm van ‘het toedienen van vocht en voeding’ en ‘het verrichten van medische controles en andere medische handelingen en therapeutische maatregelen’ afwijzen, omdat niet is gebleken dat betrokkene zich hiertegen verzet dan wel dat er sterke aanwijzingen zijn dat hij zich daartegen zal gaan verzetten en bepaalt dat het zorgplan dienovereenkomstig dient te worden gewijzigd. De rechtbank acht deze vormen van zorg in geval van betrokkene niet noodzakelijk.
5.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.7.
Wat namens betrokkene als verweer is aangevoerd maakt dit niet anders.
5.8.
De rechtbank komt tot de conclusie dat is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De zorgmachtiging zal dan ook worden verleend.
5.9.
De verschillende vormen van zorg kunnen voor de hieronder gestelde termijnen worden toegepast. Deze termijnen zijn noodzakelijk om het doel van verplichte zorg te realiseren.

6.Beslissing

De rechtbank:
Wijst toehet verzoek van de officier van justitie en
verleent een zorgmachtigingten aanzien van
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1996 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
Vorm van zorg
Duur
toedienen van medicatie
6 maanden
beperken van de bewegingsvrijheid
6 maanden
insluiten
6 maanden
onderzoek aan kleding of lichaam
6 maanden
opnemen in een accommodatie
6 maanden
Deze zorgmachtiging is bij voorraad uitvoerbaar. De machtiging is geldig vanaf dagtekening en moet binnen twee weken ten uitvoer worden gelegd.
Deze machtiging is op 7 april 2020 gegeven door
mr. W.M.C. van den Berg, voorzitter,
mrs. P.P.C.M. Waarts en L. Dolfing rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.T. St Rose griffier.
Tegen de beschikking van deze rechtbank staat voor verzoeker beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen door een advocaat middels het indienen van een verzoekschrift bij de griffie van de Hoge Raad,
binnen drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking.