Op 7 april 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een zorgmachtiging verleend aan betrokkene, geboren in 1996, die lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder een autismespectrumstoornis en een stoornis in cannabisgebruik. De officier van justitie had op 3 april 2020 verzocht om deze machtiging, die noodzakelijk werd geacht om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren. Tijdens de mondelinge behandeling, die via telehoren plaatsvond vanwege de coronamaatregelen, zijn de raadsvrouw van betrokkene en de officier van justitie gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie voor verschillende vormen van zorg, zoals het toedienen van medicatie en het insluiten van betrokkene, toegewezen voor een periode van zes maanden. De rechtbank heeft echter ook enkele verzoeken afgewezen, zoals het toedienen van voeding en vocht, omdat niet is gebleken dat betrokkene zich hiertegen verzet. De zorgmachtiging is bij voorraad uitvoerbaar en moet binnen twee weken worden ten uitvoer gelegd. Tegen deze beschikking staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad.