ECLI:NL:RBAMS:2020:2170

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
31 maart 2020
Publicatiedatum
6 april 2020
Zaaknummer
RK 20/481
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing op bezwaarschrift ex artikel 6:6:23 Wetboek van Strafvordering inzake vervangende hechtenis

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 31 maart 2020 een beschikking gegeven op het bezwaarschrift van de veroordeelde, die eerder door de politierechter was veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren. De politierechter had bepaald dat bij niet-nakoming van de taakstraf vervangende hechtenis van 40 dagen zou worden opgelegd. Het Openbaar Ministerie heeft op 12 december 2019 besloten om de vervangende hechtenis toe te passen, en de veroordeelde heeft hiervan op 20 januari 2020 kennisgenomen. Het bezwaarschrift is op 28 januari 2020 ingediend.

De veroordeelde heeft 56 uren van de taakstraf verricht, maar is niet verschenen op de zitting van 25 maart 2020 waar zijn bezwaarschrift behandeld zou worden. De politierechter heeft vastgesteld dat het belang van het bezwaarschrift is komen te vervallen, omdat de veroordeelde de vervangende hechtenis al heeft ondergaan. Daarom heeft de politierechter geoordeeld dat de veroordeelde niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn bezwaarschrift.

De beslissing is genomen door mr. L. Dolfing, politierechter, in aanwezigheid van mr. C.T. St Rose, griffier. De uitspraak benadrukt de procedurele aspecten van het bezwaarschrift en de gevolgen van het niet verschijnen van de veroordeelde op de zitting.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/035601-18
RK: 20/481
Beslissing op het bezwaarschrift ex artikel 6:6:23, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering van:
[veroordeelde],
geboren op [geboortedag] 1979 te [geboorteplaats] ([geboorteland])
wonende op het adres [adres],
hierna te noemen: veroordeelde.

1.Procesgang

De politierechter in deze rechtbank heeft op 12 juni 2018 veroordeelde onder meer een taakstraf van 80 uren opgelegd. De politierechter heeft bevolen dat voor het geval veroordeelde de taakstraf niet (naar behoren) verricht, vervangende hechtenis van 40 dagen zal worden toegepast. Het vonnis is onherroepelijk.
Het Openbaar Ministerie heeft op 12 december 2019 beslist dat de vervangende hechtenis wordt toegepast en hiervan aan de veroordeelde kennis gegeven.
De kennisgeving van deze beslissing is op 20 januari 2020 door veroordeelde in ontvangst genomen.
Het bezwaarschrift is op 28 januari 2020 op de griffie van deze rechtbank ingediend.
Veroordeelde heeft 56 uren van de taakstraf verricht. De politierechter heeft voorts geconstateerd dat Bureau Preventieven per e-mail van 18 maart 2020 heeft aangegeven dat veroordeelde vanaf 11 maart 2020 de resterende vervangende hechtenis uitzit tot 22 maart 2020. De officier van justitie heeft daarna per e-mail van 23 maart 2020 aangegeven dat zij getracht heeft telefonisch contact op te nemen met veroordeelde, maar dat dit helaas niet gelukt is. Er zijn verder geen contactgegevens van veroordeelde bekend.

2.De ontvankelijkheid van het bezwaarschrift

Veroordeelde is opgeroepen voor de behandeling van zijn bezwaarschrift op 25 maart 2020. Veroordeelde is toen echter niet ter zitting verschenen.
De politierechter is op basis van de stukken in het dossier van oordeel dat het belang van het bezwaarschrift is komen te vervallen, nu veroordeelde de vervangende hechtenis al heeft ondergaan. Op grond hiervan is de politierechter van oordeel dat veroordeelde niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn bezwaarschrift.

3.Beslissing

De politierechter verklaart veroordeelde
niet-ontvankelijkin zijn bezwaarschrift.
Deze beslissing is gegeven op 31 maart 2020 door
mr. L. Dolfing, politierechter,
in tegenwoordigheid van mr. C.T. St Rose, griffier.