Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[gedaagde sub 6],
1.De procedure
- het vonnis van de kantonrechter van 16 november 2018 waarbij de kantonrechter zich onbevoegd heeft verklaard kennis te nemen van een gedeelte van hetgeen bij dagvaarding is gevorderd (hierna: het Tussenvonnis) en heeft doorverwezen naar de rechtbank, afdeling privaatrecht, team handelszaken en de in dit Tussenvonnis genoemde processtukken;
- de conclusie van repliek tevens wijziging van eis met producties;
- de conclusie van dupliek met producties;
- de akte uitlating producties, tevens wijziging van eis;
- de akte, waarbij Naarderbos c.s. bezwaar heeft gemaakt tegen de wijziging van eis;
- het proces-verbaal van pleidooi en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
Ontbindende voorwaarde(n)
Een dochterbedrijf van Nedstede BV (hierna: Nedstede) heeft in maart, april en mei van dit jaar de gemeente verzocht het blooteigendom van een aantal percelen (gemeente Naarden, sectie A, nummers 2270 en 2271) aan haar te verkopen. Daarnaast is de gemeente gevraagd mee te werken aan verticale splitsing van enkele percelen (namelijk: de in erfpacht uitgegeven percelen kadastraal bekend gemeente Naarden, sectie A, nummers 2270, 2271, 2452 en 2451), zodanig dat drie erfpachtrechten zullen ontstaan.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Wijziging van eis
koopovereenkomst” (cursivering toegevoegd). Ook verder in de tekst wordt gerept over een “concept
koopovereenkomst” en een “
koper”. Als dus alleen naar de tekst van de overeenkomst wordt gekeken moet worden geconstateerd dat het Recht van koop alleen bestaat in het geval sprake is van een overdracht door middel van koop. In de systematiek van de overeenkomst en de daarbij gebruikte bewoordingen zijn evenmin aanknopingspunten te vinden dat partijen ook een recht van koop voor ogen hadden voor het geval sprake zou zijn van een overgang onder algemene titel. Er wordt immers gesproken over een “bieding” die kan worden overboden. Van een dergelijke bieding is bijvoorbeeld bij een splitsing geen sprake.